KINDER- EN
JEUGD(BESCHERMINGS)RECHT
I. KINDERRECHTEN
Algemeen: het zijn geen 2 aparte vakken, het hoort samen kinderrechten gebruiken als
achtergrond bij jeugdrecht
Advies in de lesweek van 19/03 van Kinderrechtencomité aanscherpen naar verdere
sanctionering
1) KINDBEELDEN
1.1 INLEIDING
Welke foto geeft best weer wie/wat een kind is?
o Vaak impliciet maatschappelijk beeld en in het recht, wie zit er dan
achter?
o Juridisch gezien: in het kinderrechtenverdrag gaat het over min 18-
jarigen
o Foto's: kinderen als jong kwetsbaar slachtoffer voorgesteld,
problematisch gedrag van jongeren (drugsgebruik)
1.2 KINDBEELD ALS SOCIALE CONSTRUCTIE
Kindbeeld en positietoewijzing geconstrueerd
o Sociale Constructie
Tegenbeweging uit sociologie: een kindbeeld is iets wat we maatschappelijk
construeren, een maatschappelijke constructie, kinderen zijn niet zo, we denken
ze zo (als kwetsbaar en naïef) hoe we ze zien
Cfr. Vrouw: niet in staat zelf beslissingen te nemen, emotioneel gevoelig
o Betekenisverlening door volwassenen dominant: één kindbeeld als werkelijkheid
gedefinieerd (objectivering)
1 beeld is hoe kinderen zijn = essentialisme kinderen zijn zo
Huidig kindbeeld dat we vaak gebruiken: vooronderstellingen over kinderen:
o Kinderen gaan door aantal ontwikkelingsstadia
0 jaar je kan niets lineair, progressief proces 18 jaar vanaf dan
volwassenen
o Dualiteit: In gevaar – als gevaar (Van Obbergen) (cfr. Valentine 1996: Children as 'Angels
and Devils')
1
, We gaan kinderen als in gevaar voorstellen: kwetsbaar, dat moet worden
beschermd tegen vanalles, sommige kinderen ook als een gevaar voor ons als de
samenleving (vaak adolescenten)
o Kinderen kwalitatief verschillend van volwassenen
Ze delen het idee dat kinderen zijn fundamenteel anders en fundamenteel
anders dan volwassenen (ander soort mens)
o Pedagogisch concept: kind = onvolwassene, die gestimuleerd en geholpen moet worden
tot volwassenheid = nog niet- positie: nog-niet zijn, afhankelijkheid, 'bezit van'
commons ('degenen die aan het worden zijn') ipv beings ('degenen die er al zijn')
o Conclusie: In functie van beeld dat je hebt van kind, dat je ook rechten gaat toekennen.
Het bepaalt hoe we rechten definiëren en hoe ze vorm hebben gekregen. Bv. als je kind
gaat zien als kwetsbaar ga je inzetten op beschermingsrecht <> als je het gaat zien als
zelfstandig dan ga je inzetten op participatierechten
1.3 KINDBEELD(EN) KINDERRECHTENBEWEGING
Problematisering (eens) dominante kindbeeld door kinderrechtenbeweging
o Het idee van een onvolwassenen is in vraag gesteld door de kinderrechtenbeweging,
vanuit idee van gelijkwaardigheid van alle menselijke wezens, ongeacht leeftijd
Uitgangspunt: gelijkwaardigheid alle mensen, ongeacht leeftijd
o Kinderen kunnen zichzelf zijn ≠ gelijke behandeling als volwassenen
Zelfbeschikkingsrecht/autonomie: hebben rechten (inclusief participatierechten)
Aantal elementen van zelfbeschikkingsrecht moeten worden erkend
Agency
o * Wat met bescherming? = wat met vraag over nood aan bijkomende bescherming?
(preferentiële rechten) cf. difference dilemma
Tegenargument: Als je kinderen gaat construeren als gelijkwaardig aan
volwassenen, waarom dan aparte rechten nodig voor kinderen naast de
mensenrechten voor 'volwassenen'
Difference dillema: ofwel heel sterk gelijkwaardigheid beklemtonen
(geen verschil maken) ofwel eigenheid beklemtonen (nood aan
bijkomende bescherming) lijkt een soort padstellingsdillemma waar je
niet echt uitgeraakt
Consensus: kinderen drager van rechten, geen consensus over bekwaamheid tot zelfstandige
uitoefening
o Dat kinderen rechtssubjecten zijn, dragers van rechten, lijkt verworven (=
rechtsbekwaamheid). Maar binnen kinderrechtenliteratuur nog geen consensus of ze
ook in staat zijn zelf hun rechten uit te oefenen punt van debat (=
handelingsbekwaamheid)
1.4 STROMINGEN IN DE KINDERRECHTENBEWEGING INZAKE
HANDELINGSBEKWAAMHEID
1) Reformistische stroming
2
, o Onbekwaamheidsargument in principe geldig, maar onderschatting bekwaamheid van
kinderen
In principe zijn kinderen handelingsonbekwaam
o Verlagen meerderjarigheid – geleidelijke rechtsverkrijging (cf. art. 5 CRC)
In aantal gevallen onderschatten we wel wat kinderen kunnen
Optie 1: hetzij verlagen van meerderjarigheid in bepaalde
levensdomeinen,
Optie 2: hetzij naar andere systemen van geleidelijke rechtsverkrijging
(als je ouder wordt meer rechten krijgen)
2) Radicale stroming
o Betwiste geldigheid onbekwaamheidsargument op ethische gronden: gelijkwaardigheid
van alle mensen
Kinderen zijn gelijkwaardig aan alle andere mensen ze kunnen die ook zelf en
zelfstandig uitoefenen
o Volledige handelingsbekwaamheid
Tamelijk verregaand standpunt, want wat betekent dit voor 1-jarige?
3) Pragmatische stroming
o Erkennen rechten en recht op zelfstandige uitoefening, tenzij voor specifieke rechten
incompetentie kan worden bewezen, en maatschappelijke consensus
Uitgangspunt: handelingsbekwaamheid
o Verleggen bewijslastlast
Het zou kunnen dat we voor aantal rechten kunnen aantonen dat ze het niet zijn
en dat er maatschappelijke consensus over bestaat = handelingsonbekwaamheid
Waar zitten we nu in België? 1) Reformistische stroming: bv. mate van seksuele autonomie (16
of 14?), bv. openen bankrekening (kan positief zijn voor kinderen), tendensen in jeugdrecht om
op jonger dan 18 verantwoordelijk te worden gehouden en gesanctioneerd voor wat je gedaan
hebt (kan ook negatief zijn voor kinderen)
3) Pragmatische stroming bv. minimumleeftijd om te kunnen huwen als je uitgaat van 1)
reformistische stroming 18 jaar, uit 3) pragmatische stroming: slechte tendensen uit
kinderrechten zodat we moeten aannemen dat we toch leeftijd op 18 zouden moeten houden
je komt vaak bij deze stromingen op hetzelfde uit, maar principieel is uitgangspunt wel anders
2) NORMATIEF KADER
2.1 UNIVERSEEL
2.1.1 KORTE HISTORIEK
Verklaring Genève (1924):
o Plichten van volwassenen ~ materiële behoeften kind
In nasleep eerste wereldoorlog vond men het belangrijk voldoende aandacht te
besteden aan kinderen beklemtonen aantal materiële behoeften
geformuleerd in termen van plichten van volwassenen iets te doen kind als
object gezien
3
, o Kindbeeld: rechtsobject
Verklaring van de Rechten van het Kind (1959):
o + liefde en begrip
o Kindbeeld: rechtssubject (rechtsbekwaam) – handelingsonbekwaam
Meer emotionele behoeften gezien kanteling "elk kind heeft recht op" en niet
"elke volwassene moet zorgen voor"
o Verklaring is niet juridisch bindend uiteindelijk 10 jaar gedaan om het juridisch
bindend te maken (politiek moeilijk gegeven)
VN-Verdrag over de Rechten van het Kind (= VRK – 1989)
o Facultatieve protocollen zijn verdragen zoals moederverdrag
Facultatief Protocol bij het VRK over kinderhandel, -prostitutie en pornografie
(2000)
Facultatief Protocol bij het VRK over de betrokkenheid van kinderen in
gewapende conflicten (2000)
Facultatief Protocol tot oprichting van een klachtprocedure (2011)
Andere VN-verdragen: internationaal verdrag over burgerlijke en politieke rechten;
internationaal verdrag over economische, sociale en culturele rechten; …
Conclusie: verjuridiseer het juridisch kader niet tot kinderrechtenverdrag alle
mensenrechtenverdragen zijn ook van toepassing op kinderen (op alle mensen)
2.1.2 VERDRAG OVER DE RECHTEN VAN HET KIND
VN- Verdrag
196 verdragspartijen
o Grootste hit tot nu toe, meest aantal verdragspartijen
o Alle donkerblauwe landen hebben geratificeerd, behalve
Verenigde Staten van Amerika
Reden: op eerste zich te maken met politieke kleur
(democratische zeggen dat ze het gaan ratificeren)
bijzondere meerderheid in senaat waar het vastloopt
Aantal stromingen:
o VS is koele minnaar van VN-
mensenrechtenverdragen in
algemeen "we hebben genoeg aan grondwet"
o "Toezicht wordt uitgevoerd door experten comités met experten
uit andere landen die ons niks te zeggen hebben"
Specifiek wat betreft kinderrechten:
o Pro life laat misschien toch ruimte voor abortus want zegt
niet wanneer leven begint (vanaf wanneer je als kind telt), ook al
in preambule verwijzingen naar bescherming van leven voor
geboorte,
o Andere lobby: als je kinderen rechten geeft, dan is het een
bedreiging voor familie ouders hebben rechten en kinderen
plichten.
VS heeft wel meeonderhandeld aan verdragen (wel ondertekend)
4