Dit document bevat de vragen die gesteld zijn op het examen Zintuigen 1 (= oftalmo en dermato) van de 2e master geneeskunde. De vragen zijn verdeeld volgens de hoofdstukken. Helaas heb ik gemerkt dat de lay-out verspring bij Stuvia, hier kan ik zelf niets aan doen :( OPGELET: deze vragen zijn niet ...
Examenvragen
Oftalmologie en
Dermatologie
BEVAT DE EXAMENVRAGEN OFTALMOLOGIE (PER
HOOFDSTUK) EN DERMATOLOGIE (PER HOOFDSTUK)
Geneeskunde KU Leuven
2E MASTER | 1E SEMESTER
, Oftalmologie
Oftalmologie
Tips
- 40 MKV
o MET gis
o 4 opties
- Theorie of casusgebaseerd, met of zonder foto
- Weging:
o Dermato 60%
o Oftalmo 40%
- Op beide delen slagen, er niet door op één deel dan alleen dat deel opnieuw doen in 2 e zit
1. Anatomie en fysiologie
Vraag 1. Anatomische structuren verantwoordelijk voor het brekende media van het oog? 2122
a. cornea en lens
b. cornea, lens, traanfilm
c. cornea, iris, lens
d. cornea, netvlies, lens
Vraag 2. Welk van de 5 lagen van de cornea is verantwoordelijk voor helderheid/doorzichtigheid cornea? 1718
1819 2021 2324 2223
a. endotheel
b. epitheel
Vraag 3. Waar zitten zenuwuiteinden in het cornea? 2122
a. Epitheel
b. Endotheel
c. Stroma
Vraag 4. Diameter van de cornea 14mm? 2122 2223
a. megalocornea
b. chronisch open hoek glaucoom
c. gesloten hoek
Vraag 5. Hoeveel ml bevat het corpus vitreum (= glasvocht) 1718 1617 2122 1819 2223
a. 10 ml
b. 0.06 ml
c. 4,5ml
d. 1ml
Vraag 6. hoe werkt accommodatie 2223 2021 1819 2324
a. Aanspannen sfincter pupillae
b. Aanspannen m. ciliaris
c. Herschikking van vezels
1
, Oftalmologie
Vraag 7. wat ligt er mediaal van de orbita 2122 1819 2223
a. sinus ethmoidalis
b. sinus sfenoidalis
c. neusholte
d. sinus maxillaris
Vraag 8. Wat klopt over de oogbol? 2021 1718 1617
a. de voor-achterwaartse diameter is ongeveer 30 mm
b. de inhoud van de oogbol is ongeveer 15 ml
c. De oogbol weegt ongeveer 8 gram
Vraag 9. Orbitabodem grenst aan 2122 1617
a. sinus maxillaris
b. sinus ethmoidalis
c. sinus sfenoidalis
d. neusholte
Vraag 10. Wat is waar? 2122 2324
a. Eerste schakel is ggl ciliare
b. Fovea heeft de grootste projectie in de visuele cortex
c. Linker delen van beide gezichtsvelden worden in linker occipitale cortex verwerkt
d. Temporale delen van het gezichtsveld worden in contralaterale occipitale cortex verwerkt
Vraag 11. Tot wat behoort het choroidea? 2122
a. Membraan van Bowman
b. nog iets van cornea
c. corpus ciliare
d. Uvea
Vraag 12. wat is geen onderdeel van de uvea? 2324 2223 2021 1920 1617
a. Choroidea
b. Corpus ciliare
c. Iris
d. Bowman
e. Membraan van Descemet
Vraag 13. Welke spier wordt bezenuwd door de n.trochlearis? 1617
a. m. Obliquus superior
b. M. Rectus superior
c. Alle obliquus spieren
d. M. Abducens
Vraag 14. Wat is juist? 2122 1819 1718 2324
a. m levator palpebrae superioris ligt in de orbita
b. m orbicularis oculi ligt in de orbita
c. m levator palpebrae is een gladde spier
d. m tarsalis superior ligt in de orbita
2
, Oftalmologie
Vraag 15. wat is fout 2122 2021
a. nervus IV bezenuwt m. olbiquus inferior
b. nVI verlamming zorgt dat oog naar buiten staat
c. nIII bezenuwt 5 oogspieren
d. nVI bezenuwt m rectus lateralis
Vraag 16. van welke spier als met linker oog naar rechts kijkt (ook varianten met rechter oog dat naar L kijkt),
zorgt ervoor dat je naar boven/beneden kunt zien 1920 1819 1718 2122 2021 2324
a. M. rectus sup
b. M. Obl. sup
c. M. rectus inf
d. M. obl. inf
Vraag 17. Linkeroog kijkt naar links, welke spier doet dit oog naar beneden kijken? 2122
a. m obliquus inferior
b. m obliquus superior
c. m rectus inferior
d. m rectus superior
Vraag 18. Wat is waar over oogspieren 2021 1819 2223
a. m rectus lateralis bezenuwd door VI
b. Obliquus superior zorgt voor elevatie
c. bij adductie hebben m. obliquii maximale verticale werking
d. m rectus lateralis bezenuwd door III
Vraag 19. Een man heeft acuut hoofdpijn, dubbelzicht, laaghangend rechter ooglid (ptosis), zijn pupil is rechts
groter dan links (mydriase), zijn rechter oog staat naar buiten. Waaraan kan dit te wijten zijn? 1617
a. n.III parese door een intracraniaal proces zoals hemangioom
b. N. IV parese door verhoogde IC druk
c. N. VI parese ...
d. N. VII parese …
Vraag 20. Wat is juist over mydriasis/miosis 1617
a. Miosis is een flight/fight reactie
b. PS geeft miosis, OS geeft mydriasis
c. Bij mydriasis ziet men scherper
Vraag 21. Wat is waar 1617
a. er zijn evenveel staafjes als kegeltjes
b. Er zijn meer kegeltjes dan staafjes
c. Kegeltjes zijn enkel voor kleurzicht
d. In de fovea zijn er meer kegeltjes
Vraag 22. Hoe dik is het hoornvlies 1213
a. 140 µ
b. 340 µ
c. 540 µ
d. 740 µ
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lemonpie. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,00. Je zit daarna nergens aan vast.