100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Dierlijke organismen karakterisatie €10,96
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Dierlijke organismen karakterisatie

 0 keer bekeken  0 keer verkocht

Het document beschrijft de karektarisatie van dierlijke organismen en beschrijft de verschillende stelsels

Voorbeeld 2 van de 7  pagina's

  • 23 december 2024
  • 7
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
saara-aja
Dierkunde hoofdstuk 3: dierlijke organismen karakterisatie

3.1 grootte problematiek

In functie van de homeostasis moet cellen stoffen kunnen uitwisselen met
het extra-cellulaire. Dit is gerelateerd met de celvolume. Grote cellen
hebben meer bouwstenen nodig en grotere nood aan energie. Deze
uitwisseling gebeurt langs het celmembraan, aar hier komt het
probleem: grotere cellen hebben een kleiner beschikbaar opp. Dus bij
groei van min om meer bolvormige cellen, neemt het celvolume sneller
toe.

Wanneer een ééncellig organismen toch groter wordt, kan dit opgelost
geraken op 2 manieren:

1. Meercellig worden
2. Bij groei va, vorm veranderen.

3.2 meercelligheid

Dieren zijn meercellig. Protozoa (eencellige eukaryote organismen)
zijn geen dieren. Protozoa kunnen koloniaal zijn, dit wil zeggen dat ze in
kolonies leven in plaats van individueel. Het verschil met een dier is dat
de individuele cellen binnen een kolonie van protozoa geen specifieke of
verschillende functies ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan zijn de
Choanoflagellaten kolonies (zijn eencellige organismen die in
kolonies leven.)

Om een meercellig organisme te vormen, moet de oorspronkelijke cel zich
vermenigvuldigen door celdeling. Die celdeling noemen we mitose of
somatische celdeling. (dit is het type deling waarbij de moedercel
2 identieke dochtercellen oplevert.)

 In de kern van moedercel verdubbelt chromatine.
 Er wordt kopie gemaakt van elke DNA-molecule, kopieën verbonden
ter hoogte centromeer.
 DNA-moleculen spiraliseren tot chromosomen.
 Kopieën vormen zuster-chromatiden
 Elke centrosoom migreert naar één zijde, er groeien microtubuli
tussen beide centromeren.
 Kernmembraan wordt afgebroken
 Chromatidenparen schikken zich in middenvlak
 Elke chromatide wordt naar één zijde van cel getransporteerd.
 Cel deelt, er wordt opnieuw kernmembraan gevormd
 Resultaat: 2 genetisch identieke cellen.

, 3.3 specialisatie van cellen

Metazoa zij meercellige dierlijke organismen. De koloniale
choanaflagelaten zijn de zustergroep van de van de metezoa. De
eenvoudigste metazoa zijn sponzen of porifera. Bij hen blijven de
interacties tussen verschillende cellen beperkt. Na de afsplitsing van
sponzen spreekt men van ‘echte meercelligen’ of de Eumetazoa.
Polyfyletsiche sponzen zijn sponzen die niet allemaal van dezelfde
voorouder afstammen ze worden tot dieren gerekent.

3.4 organisatie in weefsels en organen

Dit betekent dat cellen verbonden zijn en met elkaar communiceren. Er
bestaan verschillende soorten connecties:

 Zonuta occludens: die zijn structureel en sluiten de
intercellulaire mateix van de buitenwereld.
 Zonula adhaerens: die dienen voor de mechanische en
chemische communicatie. Die zorgen voor de overdracht van
spanningen tussen cellen door verbinding actine filamenten.
 Desmosomen en hemidesmosomen: verankeren (stevig
vasthechten, bevestigen) cellen met elkaar en met omliggende
organen.
 Nexus: communicatie tussen cellen via kleine kanaaltjes voor
ion- en moleculetransport.

Vertebraten: zijn dieren die een ruggengraat of wervelkolom hebben.

Bij vertebraten kunnen we 4 types weefsels onderscheiden:

 Epithelia: die vormen aaneensluitende cellagen, die binnen- en
buitenoppervlakten afgrenzen.
 Bindweefsel: zijn verbindende en ondersteunende weefsels, met
weinig cellen in een intercellulaire matrix. Matrix kan verschillende
vormen aannemen (muceus (slijmerig), verhard). Losmazig
bindweefsel, beenweefsel, kraakbeen zijn voorbeelden van
bindweefsel waar collageen een belangrijk structuureiwit is. 40%
van alle eiwitten is het lichaam is collageen.
 Zenuwweefsel: staat in voor perceptie en geleiding van prikkels.
 Spierweefsels: zorgt ervoor dat er met beweging op prikkels
gereageerd kan worden.

Organen zijn opgebouwd uit weefsels en maken deel uit van stelsels, een
voorbeeld hiervan is het hart, het is opgebouwd ut epitheel dat de holte
afsluit. Het spierweefsel en uit bindweefsel en maakt deel uit van het
bloedvatstelsel.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper saara-aja. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,96. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53068 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,96
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd