100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Les notities media ecomomie (Tim Raats) €10,06
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Les notities media ecomomie (Tim Raats)

 2 keer bekeken  0 keer verkocht

Lessen van prof.Tim Raats begin bij Digitalisering en convergentie

Voorbeeld 4 van de 70  pagina's

  • 23 december 2024
  • 70
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (26)
avatar-seller
JanFrancis
Kenmerken van mediaproducten
 Economische kenmerken:
o Hoge vaste kosten en lage marginale kosten:
 Voorbeeld: Het maken van een film kost veel, maar het opnieuw
afspelen is bijna kosteloos.
o Non-exclusief en non-rivalrous:
 Na consumptie blijft het product beschikbaar voor anderen (bv. een
krant of film).
o Slecht functionerend prijsmechanisme:
 Geen directe correlatie tussen kost en verkoopprijs (bv. blockbuster vs.
low-budgetfilm).
 Complexiteit van media-economie:
o Tweezeidige markten: Media bedienen zowel consumenten (lezers, kijkers) als
adverteerders.
o Concentratie in markten:
 Verticale concentratie: Overname van verschillende stappen in de
waardeketen (bv. Telenet en Woestijnvis).
 Horizontale concentratie: Overname van concurrenten binnen
dezelfde sector (bv. fusie van kranten).
 Diagonale concentratie: Investeringen in aanverwante sectoren (bv.
productiehuizen in streamingplatforms).
 Sterk affhankelijk van waar je technologische dragers te zien zijn. Evoluties binnen
business model.

Impact van digitalisering
 Wat is digitalisering?
o Overgang van analoog naar digitaal in productie, consumptie en distributie.
o Paradigmashift: Media wordt 'trance label', oftewel bewerkbaar en vrij van
traditionele distributiemiddelen.
 Evolutie van distributie:
o Analoog tijdperk:
 Beperkte capaciteit (ether, kabel, satellietdistributies (frankrijk).
 Monopolies vanwege schaarste (bv. BBC ( eerste publieke omroep ter
wereld) als publieke omroep).
o Jaren 80 ( satelliet en kabel ) nog steeds zeer beperkt)
o Digitale revolutie:
 Vanaf jaren ’90/2000: audiovisuele content digitaal beschikbaar.
 Flexibiliteit in distributie, bv. bioscopen met digitale projectie.
 Revolutionair



1

,1920: Eerste experimenten met digitalisering
Al in de jaren 1920 vinden de eerste experimenten plaats die de basis leggen voor digitale
technologie.
1950: Eerste ideeën over communicatie en computing
In de jaren 1950 ontstaan de eerste concepten rond de integratie van communicatie en
computing. Deze ideeën vormen de basis voor latere ontwikkelingen, zoals e-mail.
1970: Eerste microprocessoren
De introductie van microprocessoren in de jaren 1970 is een cruciale technologische
vooruitgang die de mogelijkheden voor digitale apparaten en netwerken vergroot.
1980: Eerste experimenten met IP-adressen
De jaren 1980 markeren het begin van de experimenten met Internet Protocol (IP)-adressen,
een fundamentele bouwsteen van het internet zoals we dat nu kennen.
1995: Opkomst van het World Wide Web (WWW)
Het World Wide Web wordt rond 1995 breed toegankelijk en wordt vaak geassocieerd met
Tim Berners-Lee, de bedenker ervan. Berners-Lee speelt nog steeds een belangrijke rol in de
verdere ontwikkeling en "heruitvinding" van het web.
2000s: Convergentie
Vanaf de jaren 2000 zien we een toenemende convergentie van technologieën, waarbij
verschillende digitale platformen, media en netwerken samenkomen.

 Convergentie van technologieën:
o Versmelting van computertoepassingen, telecommunicatie en audiovisueel.
o Voorbeelden:
o  Smartphones: Gebruikt voor alles behalve bellen, zoals muziek, video's,
nieuws, sociale media, en streamingdiensten.
o  Spelconsoles: Evolueren van alleen spellen spelen naar toegang tot online
content en diensten zoals Netflix.
o  Smart-tv’s: Zijn verbonden met allerlei contentaanbieders en stellen
gebruikers in staat om on-demand inhoud te bekijken.Economische effecten
van digitalisering

 Versnippering van inkomstenmodellen:
o Dalende advertentie-inkomsten voor traditionele media:
 Minder lineaire tv-kijkers; reclame wordt doorgespoeld.
 Grote advertentieplatformen (Google, Facebook, YouTube) nemen een
aanzienlijk deel van de inkomsten weg.
o Kranten en omroepen hebben zich moeten heruitvinden door digitale
platforms te omarmen.
Kranten: De overgang van fysieke kranten naar digitale abonnementen is moeilijk,
vooral ineen wereld waar veel content gratis beschikbaar is.


2

,  Adverteerders betalen minder omdat online advertenties afhankelijk zijn van kliks en
bezoekers, wat vaak minder rendabel is dan traditionele advertenties in kranten.
Televisieomroepen: Dalende inkomsten door verschuiving naar digitale platforms.
 Minder lineair tv-kijken en reclame doorspoelen via digitale opnamefuncties leiden
tot dalende advertentie-inkomsten.
 Smart-tv’s bevoordelen grote spelers zoals Netflix en YouTube door zichtbaarheid via
exclusieve deals, terwijl lokale apps (zoals VTM Go) vaak minder prominent
aanwezig zijn.
Advertentie-uitgaven en concurrentie
 Grote spelers domineren: Platforms zoals Facebook, Instagram, YouTube en
TikTok nemen meer dan 40% van de Belgische advertentie-uitgaven voor hun
rekening.
 Gevolg voor lokale content: Deze uitgaven worden niet herinvesteerd in lokale
content, wat een negatieve impact heeft op het audiovisuele ecosysteem.



 Paradigmashifts in de economie:
o Van materieel naar immaterieel
o Van schaarste naar overvloed:
 Overvloed aan digitale content maakt aandacht van gebruikers de
nieuwe schaarse bron.
o Schaarste van attentie
o Nieuwe economische structuren:
 Transformatie van waardeketens naar waardenetwerken.


Het Bangemann-rapport
 Achtergrond: Het rapport, opgesteld in de jaren '90 door Martin Bangemann in
opdracht van Jacques Delors (destijds voorzitter van de Europese Commissie),
markeerde een keerpunt in het denken over de kenniseconomie in Europa.
 Belangrijkste boodschap: Om economisch vooruitgang te boeken, moest de EU
volop inzetten op de kennissamenleving en informatiesamenleving.
o Informatie als nieuwe grondstof: Net zoals grondstoffen vroeger de basis
vormden voor economische groei, werd informatie gezien als het fundament
voor de moderne economie.
o Focus op hoogopgeleide functies: Er werd gepleit voor banen die
kenniswerkers in Europa houden.

Manuel Castells:
 Introduceerde het concept van de Network Economy, waarin economieën door het
internet met elkaar verbonden zijn.

3

,  Hij benadrukt de verschuiving van een industriële naar een informatiesamenleving.
Technologie en maatschappij:
 Tijdens deze transitie heerste er veel optimisme en technologisch determinisme:
technologie werd gezien als de belangrijkste motor voor maatschappelijke
verandering.
 Castells waarschuwt echter dat maatschappelijke veranderingen complexer zijn dan
alleen technologie.
Blijvende ongelijkheden:
 Hoewel de interneteconomie veelbelovend leek, blijven sommige structuren en
ongelijkheden bestaan, zoals verschillen tussen de "haves" en "have-nots".
 Online bedrijven concentreren macht, vergelijkbaar met traditionele economische
structuren.
Investeringen en verwachtingen:
 De opkomst van internetbedrijven leidde tot grote verwachtingen en massale
investeringen, met het geloof dat internet fundamentele veranderingen zou brengen in
de economie en samenleving.



Netwerkeconomie
 Nieuwe fase binnen kapitalisme:
o Geen fundamenteel ander economisch systeem, maar wel een nieuwe
dynamiek.
o Voorbeelden:
 Dotcom-bubbel (2000): overschatting van waarde digitale bedrijven
leidde tot een crash.
 E-commerce: pas echt versneld door COVID-19.
 Kondratieff-cycli:
o Innovatiegolven van 50 jaar (bv. stoommachine, informatietechnologie).-->
enorme productiviteitsgroei
o AI (kunstmatige intelligentie) wordt gezien als start van een nieuwe
innovatiegolf. ( 6de golf)

 Van waardeketen naar waardenetwerk:
o Samenwerkingen tussen meerdere spelers binnen complexe systemen.
o Voorbeeld: Digitale platforms verbinden consumenten, adverteerders en
contentmakers.
Belangrijke namen en theorieën
 Manuel Castells:
o Beschreef de transformatie naar een informatiemaatschappij en
netwerkeconomie.

4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JanFrancis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,06. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53022 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,06
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd