DENKKADERS IN ORTHOPEDAGOGIE SAMENVATTING
DENKKADERS IN ORTHOPEDAGOGIE
INLEIDING
Kaders en modellen aangeboden vanuit een empowerende, krachtgerichte en holistische
visie op hulpverlening. (examenvraag)
Een praktijkgerichte orthopedagoog werkt integratief en eclectisch = welk kader, methodiek
of techniek sluit het dichtst aan bij de ondersteuningsvraag van de cliënt?
!! Cliënt staat centraal! (niet de voorkeur van de hulpverlener)
MOGELIJKE EXAMENVRAAG:
Wat wordt er verstaan onder empowerment, krachtgericht en holistische visie? Leg uit, wat
wil dit zeggen?
→ Vanuit alle andere sociale beroepen wordt orthopedagogie vormgegeven
→ Elke keer zoeken: ‘ wat is de ondersteuningsvraag en wat kan ik aanbieden? (‘vanuit welk
model?)
→ Eclectief / integratief: orthopedagogie is eclectische sector (ontstaan jaren ’70) → welk
kader, methodiek of techniek sluit dichtst aan bij de ondersteuningsvraag v cliënt
→ Holistisch: kijken naar het geheel, niet enkel het probleem = maak het totaal plaatje
→ Integratief: integratie van verschillende modellen
Het begrip: CLIËNT
Onze cliënt is niet van ons… Het woord zegt iets over de positie naar elkaar toe.
→ Afhankelijk van de context wordt degene die ondersteuning behoeft anders benoemd:
cliënt, deelnemer, gebruiker, bewoner, gast, leerling, ...
= In hulpverlening is ‘cliënt’ het meest neutrale woord.
Bewust zijn van oorsprong: cliens was in de Romeinse tijd een volgzame burger die
verbonden was aan een patriciër/patroon
- Zegt iets over de positie naar elkaar toe
- Gelijkwaardige relatie!
- Onze bewoners/ onze cliënten = no go (we bezitten ze niet)
Het zegt iets over de positie naar elkaar toe
Streven naar een gelijkwaardige relatie
,DENKKADERS IN ORTHOPEDAGOGIE SAMENVATTING
Het begrip: KWETSBAARHEID (Vanuit de verschillende domeinen van kwetsbaarheid (fysieke,
psychische, cognitieve, sociale en omgevingskwetsbaarheid), worden deze kaders en
modellen toegepast op actuele thema’s en authentieke hulpverleningscontexten.)
→ We richten ons hierbij naar alle mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden, zowel
kinderen, jongeren, (jong)volwassenen als ouderen.
- We gaan niet spreken over kwetsbare mensen, maar mensen in een kwetsbare
positie
- Broosheid= persoonlijk kenmerk van iemand( bv: beperking)
- Kwetsbaarheid= combinatie met externe factoren (personen in armoede,
waarom zijn dat mensen in een kwetsbare positie? = ze zijn kwetsbaar omdat onze
maatschappij daar geen antwoord op heeft) misschien zijn zij geen mensen in
armoede in een andere samenleving?
o Bv: dragen van een bril: in de middeleeuwen ben je kwetsbaar, maar nu
niet meer
- Hoe wij kijken naar de ander, bepaalt hoe de ander zich zal voelen!
Iemand is kwetsbaar als zijn balans van draagkracht en draaglast niet in evenwicht is!
Vanuit de verschillende domeinen van kwetsbaarheid (fysieke, psychische, cognitieve,
sociale en omgevingskwetsbaarheid), worden deze kaders en modellen toegepast op
actuele thema’s en authentieke hulpverleningscontexten
- We richten ons hierbij naar alle mensen die zich in een kwetsbare positie
bevinden, zowel kinderen, jongeren, (jong)volwassenen als ouderen
5 DOMEINEN VAN KWETSBAARHEID
- Alle vijf beïnvloeden elkaar (bv. bij persoon met een beperking)
- Welke kwetsbaarheden kunnen aan bod komen bij mensen i/e
context v armoede?
o Bv. vocht in woning (leefomgeving) – minder goede
gezondheid (fysiek)
o Bv. veel onzekerheid (psychisch) – meer bezig met
overleven dan bij te leren (cognitief) – minder
geparticipeerd bij sociale activiteit (sociaal)
1. Fysieke kwetsbaarheid bv. zwak immuunsysteem
2. Psychische kwetsbaarheid bv. depressie
3. Sociale kwetsbaarheid bv. sociaal isolement
4. Omgevingskwetsbaarheid bv. gn inclusieve buurt
5. Cognitieve kwetsbaarheid bv. dementie
EFFECTIEVE EXAMENVRAAG:
1
,DENKKADERS IN ORTHOPEDAGOGIE SAMENVATTING
Geef de 5 domeinen van kwetsbaarheid met voorbeeld of pas toe op bepaalde doelgroep
voorbeeld: iemand met NAH: fysieke gezondheid (halfzijdige verlamming = kwetsbaarheid,
geheugenproblemen= kwetsbaar, down gevoelens (psychisch welbevinden), omgeving (in
WZC omdat er geen plek is) en kan niet participeren: ALLES HEEFT INVLOED
Voorbeeld examenvragen
o Wat is eclectisch en verbind het daarna met deze methodiek
o Casus → pas bepaalde methodiek toe / welke methodiek kan je hier inzetten
= door de kwetsbaarheden kunnen ze minder participeren in de samenleving
Welke kwetsbaarheden zijn er aanwezig bij armoede? Woonsituatie (slechte woonst of op
straat, vies), sociale kwetsbaarheid (weinig netwerk), psychische kwetsbaarheid (depressieve
gevoelens omv situatie), fysieke gezondheid (kwetsbaar voor ziektes), cognitief ( hangt van
de situatie af)
- Door slechte woonst = slechte fysieke gezondheid
- Participatie en sociale redzaamheid: geen centen = cognitief (overleven ipv
ontwikkelen)
- Psychisch welbevinden = slecht voelen
voorbeeld toegepast op kinderen in een langdurig onveilige thuissituatie.
1. Fysieke kwetsbaarheid
- Uitleg: Fysieke kwetsbaarheid verwijst naar lichamelijke gezondheid en
ontwikkeling. Dit kan te maken hebben met ondervoeding, ziekte of lichamelijke
verwaarlozing.
- Toegepast: Kinderen in een langdurig onveilige thuissituatie kunnen fysieke
klachten ontwikkelen, zoals ondervoeding, groeiachterstanden of een slechte
conditie. Ze krijgen vaak onvoldoende medische zorg en kunnen tekenen van
fysieke mishandeling vertonen.
- Voorbeeld: Een kind dat structureel geen gezonde voeding krijgt, kan een
achterstand in de groei hebben of vaker ziek zijn door een verzwakt
immuunsysteem.
2. Psychische kwetsbaarheid
- Uitleg: Psychische kwetsbaarheid gaat over mentale gezondheid en emotioneel
welzijn. Dit omvat stress, trauma, angst en depressie.
- Toegepast: Kinderen in een onveilige situatie kunnen voortdurend stress ervaren
en te maken krijgen met angststoornissen, depressieve gevoelens en trauma. Ze
voelen zich vaak onveilig en hebben moeite met het reguleren van emoties.
2
, DENKKADERS IN ORTHOPEDAGOGIE SAMENVATTING
- Voorbeeld: Een kind dat opgroeit met huiselijk geweld kan symptomen van
posttraumatische stress ontwikkelen en bij de minste prikkel snel in paniek raken
(hyperarousal).
3. Sociale kwetsbaarheid
- Uitleg: Sociale kwetsbaarheid verwijst naar problemen bij het aangaan en
onderhouden van relaties en verbindingen. Het gaat om isolement en gebrek aan
sociaal netwerk.
- Toegepast: Kinderen uit een onveilige thuissituatie hebben vaak moeite met het
vertrouwen van anderen. Ze kunnen zich sociaal terugtrekken of agressief
reageren in interactie met leeftijdsgenoten.
- Voorbeeld: Een kind dat niet gewend is aan positieve sociale interactie, kan
moeilijk vriendschappen sluiten op school en sociaal geïsoleerd raken.
4. Omgevingskwetsbaarheid
- Uitleg: Dit gaat over de invloed van de directe leefomgeving, zoals gezin, buurt,
school en huisvesting. Een onstabiele of onveilige omgeving verhoogt
kwetsbaarheid.
- Toegepast: Kinderen die opgroeien in een onveilige omgeving (bijvoorbeeld
armoede, verwaarlozing of geweld) hebben minder kansen en ondersteuning om
zich veilig en gezond te ontwikkelen.
- Voorbeeld: Een kind dat in een vervallen woning leeft zonder basisvoorzieningen,
voelt zich onveilig en heeft geen stabiele plek om te leren of zich te ontspannen.
5. Cognitieve kwetsbaarheid
- Uitleg: Cognitieve kwetsbaarheid verwijst naar problemen met denkprocessen,
zoals leren, concentreren en probleemoplossend vermogen.
- Toegepast: Door voortdurende stress en angst kunnen kinderen in een onveilige
situatie moeite hebben met concentratie, geheugen en schoolprestaties. Het
denkende deel van hun brein wordt onderbroken door stressreacties.
- Voorbeeld: Een kind dat zich thuis altijd onveilig voelt, kan op school niet goed
opletten en loopt hierdoor leerachterstanden op.
Samenvatting toegepast op de doelgroep
- Fysieke kwetsbaarheid: Ondergewicht, slechte gezondheid door verwaarlozing.
- Psychische kwetsbaarheid: Angst, trauma, emotionele ontregeling.
- Sociale kwetsbaarheid: Moeite met vertrouwen, sociaal isolement.
- Omgevingskwetsbaarheid: Onstabiele woonomgeving, armoede of geweld.
- Cognitieve kwetsbaarheid: Leerachterstanden en concentratieproblemen door
chronische stress.
Door deze kwetsbaarheden te herkennen, kan er gerichte ondersteuning geboden worden
die helpt bij het verbeteren van hun levenskwaliteit en toekomstkansen
H1 FUNDAMENTEN (blz. 7-60)
3