Historische pedagogiek is ontstaan in lerarenopleiding = begin van België (1830 = officiële
onafhankelijkheid/ 1831 = grondwet) = vanaf dan historische pedagogie (=> pedagogische
historiografie)
In dit vak:
“Vanuit een begrip van het verleden van opvoeding en onderwijs nieuwe denkpaden en -richtingen
openen voor hedendaagse (en toekomstige) pedagogische praktijken”
Vaak in 2 niveaus:
- concrete onderwijs zelf (denkers hebben ideeën toegepast in onderwijs) = onderdeel ervan
- theorieën over het onderwijs (verdere laag van het werkelijk onderwijs zelf)
Verloop cursus
• Ancien Régime
o (Vaak middeleeuwen voorgesteld als donkere periode doordat het “in de weg zat”
tussen 2 “belangrijkere” periodes)
• De verlichting
• De 19e eeuw
o Vorming van “natiestaten” (België, Nederland, Duitsland, Italië …)
o Lerarenopleiding
o Ontwikkeling van onderwijs (maar loopt nog door)
• De 20e eeuw
o Verwetenschappelijking
o Dataverzameling etc.
• Onderwijsgeschiedenis van België
• Koloniaal onderwijs
• Theoretische uitleiding:
o verklarende narratieven (waarom kiest men voor dit systeem, waarom is dit er
gekomen etc. = in vraag stellen van de theorieën die we in voorgaande hoofdstukken
hebben gezien)
,HDSTK 1 – OVER DE GESCHIEDENIS EN
HAAR VERLEDEN
1) BEGRIPPENKADER
Verleden – geschiedenis – historiografie
Verleden: alles wat gebeurd is tot nu
• Historische gebeurtenissen:
o Invoering van de Belgische wet op de leerplicht in 1914
o ‘Nieuw’ leerplan voor het lager onderwijs in België in 1936
o Invoering van de leerplicht in Nederland op 1 jan 1901 voor kinderen tussen 6 en 12
jaar
Geschiedenis: de studie van het verleden die gebeurt op basis van historische bronnen
à Historisten waren ervan overtuigd dat enkel schriftelijke bronnen objectieve informatie aanleverden
om het verleden te construeren. Pas vanaf 2de helft 20ste eeuw hebben ze de objectiviteit hiervan in
vraag gesteld en nog andere bronnen beginnen onderzoeken (voorwerpen, 2de type bronnen, visuele
bronnen) pas later dan ook mondelinge informatie (getuigenissen)
Geschiedenis en verleden dus geen synoniem!! Maar wel sterk verband : geschiedenis is de studie van
wat in het verleden gebeurde.
Historiografie: omvat de feiten over het verleden + ook de manier waarop dat verleden is onderzocht en
beschreven
à Pedagogische historiografie specifiek gaat over de geschiedschrijving van opvoeding en onderwijs.
2
,2) PARADIGMATISCHE VERSCHUIVINGEN
=verwijzen naar fundamentele veranderingen in de manier waarop historici het verleden interpreteren,
onderzoeken en beschrijven. Deze verschuivingen komen voort uit nieuwe methoden, theorieën of
perspectieven die de bestaande denkkaders binnen de geschiedenis-schrijving uitdagen en vervangen.
Paradigma = een samenhangend geheel van modellen en theorieën die het denkkader vormen
waarbinnen de historische werkelijkheid wordt onderzocht, geanalyseerd en beschreven (Thomas Kuhn)
(= een mogelijkheid om de historiografie te bundelen)
3 grote paradigma’s:
• Historisme (eind 19e-begin20e) = acts-and-facts-history en ideeëngeschiedenis
• New Social History of Education (midden 20e)
• New Cultural History of Education (eind 20e eeuw)
Historisme :
= historiografische stroming in 19de en vroege 20ste eeuw, beïnvloed door Leopold Von Ranke
= Goede historische bronnenkritiek door zowel op materiële als inhoudelijke aspecten te beoordelen
à Kan je verleden perfect weergeven, de bronnen moesten vanzelf spreken (geen verschil meer tss
verleden en geschiedenis)
“hoe het eigenlijk geweest is”
Gevolg:
à Focus op grote politieke en institutionele ontwikkelingen (het macroniveau) en belangrijke
historische figuren, terwijl het dagelijkse leven van gewone mensen en niet-geschreven bronnen
grotendeels werden genegeerd.
à Informele zaken worden vaak niet neergeschreven
à Wat met bronnen voor het schrift? , Analfabeten en culturen waar mondeling werd doorgegeven
werden over het hoofd gezien
Context:
Historische periode met de vorming van natiestaten en de opkomst natuurwetenschappen
• de grote verhalen van de 19e-eeuwse geschiedschrijving hielpen de nieuwe nationale politieke
instellingen te ondersteunen en te rechtvaardigen door hun oorsprong en ontwikkeling in de
geschiedenis te schetsen.
• von Ranke geloofde dat door een wetenschappelijke en systematische aanpak, vergelijkbaar
met die van natuurwetenschappers, historici het verleden konden begrijpen en accuraat
konden vastleggen.
3
, Invloed op pedagogische historiografie:
• Acts-and-facts-history = beschrijf de feitelijke ontwikkeling van moderne, nationale
onderwijssystemen en dus ook de sociale vooruitgang.
o vooruitgangsverhaal : dus vanuit die primitieve grondvesten kon het onderwijs
ontwikkelen tot een modern, rationeel onderwijs.
Belang voor de ‘nieuwe’ lerarenopleiding:
• De historiografische traditie vierde de groei en ontwikkeling van moderne onderwijssystemen in
de 19e eeuw, die voortkwamen uit de professionalisering van leerkrachten en
onderwijsinnovaties, en speelde een cruciale rol in de lerarenopleiding door toekomstige
leraren te introduceren in de theorieën van belangrijke pedagogen.
• Praktisch toepasbare en weinig kritische onderwijsgeschiedenissen
o Want bedoeld om onderwijspersoneel te ondersteunen, dus focus op behoeften en niet
op het onderwijsverleden zelf.
New Social Histroy of Education
(Jaren ’60 (hippiebeweging, mensenrechtenactivisten, feminisme)) (midden 20ste eeuw)
= Kritiek op institutionele acts-and-facts of ideeëngeschiedenissen
= te beperkt en 1 bril op de geschiedenis
• Objectiviteit werd in vraag gesteld
• Invloed van postmodernisme:
o Postmodernisten geloven dat kennis altijd afhankelijk is van de theorieën en contexten
die mensen gebruiken om de wereld te begrijpen. Dit idee staat haaks op het
historistische geloof dat het mogelijk is om het verleden objectief en feitelijk te
reconstrueren.
o Historisch-cultureel gesitueerdheid van kennis (in de studie van het verleden zal
duidelijk worden in welke periode ze leven door het denkkader die gebruikt wordt)
Postmodernisme leidde tot:
• Een kritische evaluatie van de opvattingen over onderwijs
• Waarbij radicaal-revisionistische denkers de rol van scholen benadrukten als instrumenten van
sociale controle en reproductie van ongelijkheid, in plaats van als middelen voor sociale
mobiliteit en vooruitgang.
= Activistisch (strijden naar inclusie, emancipatie etc, school geen emancipatie maar socialisatie)
=Zoektocht naar andere stemmen: lagere sociale klassen, vrouwen, etnische en culturele
minderheden etc
=> andere bronnen nodig!
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper justinedewagtere. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,66. Je zit daarna nergens aan vast.