Samenvatting Opvoedingskader 1
Ervaringsgerichte basishouding
Het begint met ”graag zien”
‘Professionele liefde’
Leerkracht zijn is een relationeel beroep
🡪 Rol van begeleider van leerprocessen = onderwijs, leren
🡪 Rol van opvoeder = vorming, leven
- Kinderen ondersteunen en begeleiden in hun groei/ ontwikkeling als persoon.
- Mens-’zijn’
Hoe breng je groeibevorderende relatie tot stand?
🡪 Welke houding neem je aan?
🡪 Hoe treed je als persoon in relatie tot kinderen?
🡪 Hoe ben je als persoon (mens) in je rol van leerkracht?
→ Kwalificatie, Socialisatie, Subjectwording / Persoonsvorming => Lio 1
Waarom investeren in graag zien?
- Bevorderen de sociaal-emotionele ontwikkeling, taakbetrokkenheid, schoolprestaties en
verlagen het stressniveau.
- Oprechte, warme en zorgzame relaties scheppen ook een voedingsbodem voor sociaal
gewenst gedrag.
- De relatiekwaliteit kan sterk verschillen.
- Goede relatie opbouwen bevordert ook gelijke onderwijskansen.
Tempelschema
ervaringsgerichte dialoog
- actief luisteren
- ik bootschappen
- Aanvaarding
- Echtheid
- Empathie
Situering drie grondhoudingen
1
,Drie grondhoudingen
🡪 Groeibevorderende relatie (Rogers)
1. Aanvaarding
2. Echtheid
3. Empathie
= Ervaringsgerichte basishouding
1. Aanvaarden
🡪 ‘Jij mag zijn wie je bent’
- Eerbied voor de persoon en zijn verleden
- Acceptatie van de beleving van het kind (gevoelens, gedachten, …)
- Respect voor de mening en de persoon van de andere
- Acceptatie van de persoon
🡪 ‘Ik geloof in je mogelijkheden om te groeien’
- Geloof in de ander als persoon
🡪 ‘Ik stel geen voorwaarden’
- Je acceptatie is onvoorwaardelijk, zonder condities
⇔ ‘alleen als jij... dan...’
- Geen oordeel
- NIET dat kinderen alles mogen!
Valkuilen?
🡪 Ingaan tegen de nu-gevoelens
- Wees toch niet zo boos, zo erg is dat nu ook weer niet” (voelen)
- “Neen, hij heeft dat speeltje niet van je afgepakt (denken)
- “luister toch maar goed, want dat verhaal is wél heel mooi” (willen)
🡪 Kleuters uitvragen: waarom?
- Klinkt beschuldigend, verwijtend
- Zich ter verantwoording geroepen voelen ≠ aanvaard
🡪 Moraliserend tussenkomen
- Wees eens lief tegenover elkaar”, “brave kindjes slaan niet”, “samen spelen is toch
zoveel leuker”, “samen spelen, samen delen”
- ‘op het gemoed spelen’: schuld, angst, schaamte
🡪 Aanvaarden vs. toelaten
‘Jonas pakt de auto van Pieter af. Pieter slaat Jonas hard op z’n hoofd en pakt de auto terug’
- Gedrag = wat iemand doet, hoe hij handelt.
- Ervaring = wat achter het gedrag zit: denken, voelen, willen.
🡪 We treden niet op tegen de binnenkant van kinderen, wel tegen hun gedrag.
2. Echtheid
2
,🡪 ‘Ik ben zoals ik ben’
- Voordoen zoals je echt bent
- Geen masker opzetten, geen rolletje
- Gedrag is transparant en congruent
(gedrag stemt overeen met wat je denkt, voelt en wilt.)
🡪 ‘Ik ben oprecht, eerlijk en betrouwbaar’
- Woorden zeggen wat ze zeggen
- Geen dubbele bodems
🡪 Geen echtheid dan bouw je afstand.
Voorwaarden
● Bewust zijn van je gedachten (denken), gevoelens (voelen) en intenties (willen).
● Ze aanvaarden voor jezelf en ze exploreren
- Je vindt Laura sympathieker dan Sven
- Je kan het voortdurend geschreeuw van Karim niet langer verdragen
- Je ergert je aan de manier waarop Hilde de andere kinderen domineert
● Ze kenbaar maken
🡪 Ik-boodschappen! (cfr. Les 3)
- Gedrag, Gevoel, Gevolg (effect), ev. suggestie
Valkuilen?
🡪 Zich niet bewust zijn of niet aanvaarden van je gevoelens, gedachten of intenties
- Schemert door in je gedrag: geforceerd, onnatuurlijk, geïrriteerd. Kinderen merken dat!
- Etiketten plakken:
- “Wat is Karim toch een lastige kerel”
⇔ “Ik vind het vervelend als Karim zo schreeuwt”
🡪 Gevoelens op een ongeremde manier uiten
- Zorg dat het voor de kinderen bevattelijk, aannemelijk, verteerbaar is, en dat ze er iets
mee kunnen:
- “wat zijn jullie toch slordige kinderen”
⇔ “al dat materiaal zo op een hoop gegooid, dat heb ik niet graag, zo
vinden we niets terug”
3. Empathie / meevoelend begrip
= Kijken met de ogen van een ander, luisteren met de oren van een ander en voelen met het
hart van een ander.
🡪 Verbindend weefsel tussen de leerkracht en de kleuters
🡪 De ander in zijn belevings- en ervaringswereld verstaan, begrijpen: wat voelt, denkt, wil, … hij?
🡪 Inleving, rolneming door verbeeldingskracht
🡪 Gevoelens van de andere verwoorden
🡪 Het gaat niet om hoe jij iets ervaart of beleeft, hoe het voor jou is
🡪 Het gaat niet om ‘verstandelijk begrijpen’:
- analyseren en oordelen van buitenaf, zoeken naar mogelijke oorzaken of verklaringen
3
, - Pieter woont heel klein ⇔ wild
- Tines moeder is overspannen ⇔ onberekenbaar
- Tariks oma verwent hem tot en met ⇔ zeurpiet
- Kristel lijdt aan bloedziekte ⇔ ongeconcentreerd
- Jonas heeft ADHD ⇔ rusteloos
🡪 Is ook een vorm van begrijpen
🡪 ⇔ in de huid kruipen, een beetje de ander worden, als het ware zelf (tot op zekere hoogte)
ervaren wat er in de ander omgaat.
🡪 Je kan je dat inbeelden, verbeelden, aanvoelen
Empathie of rolneming
“Perspectief nemen kan men definiëren als het vermogen om zich op de meest levendige
manier een voorstelling te maken van de wijze waarop de lerende de ‘werkelijkheid’ construeert,
met aandacht voor het emotionele (gevoelens), het conatieve (motivatie en interesse) en het
cognitieve (percepties en cognities).”
Drie vormen van empathie of rolneming:
1. Affectieve rolneming: (gevoelen van het kind)
= het zich verplaatsen in de beleving van kinderen en daarbij in de brede waaier aan
gevoelens die aan de orde kunnen zijn. (Basisboek EGO, blz. 107)
- Zich inleven in de gevoelens van het kind (wat voelt het?)
- Zeker nodig bij ‘gevoeligheid voor beleving’.
2. Cognitieve rolneming: (denken)
= het zich inleven in percepties (wat kinderen zintuiglijk gewaarworden), in de voorstellingen
die ze zich maken en in hun denken (de betekenissen die ze verlenen, de begrippen die ze
al dan niet beheersen, de redeneringen die ze maken). (Basisboek EGO, blz. 107)
- Zeker nodig bij ‘stimulerend tussenkomen’
3. Conatieve rolneming: (behoeften, verlangen)
= zich kunnen inleven in wat kinderen motiveert, in de behoeften die ze hebben, in
datgene waarvoor ze aanspreekbaar zijn, in hun wensen, verlangens en intenties, in hun
interesses en in wat voor hen belangrijk is. (Basisboek EGO, blz. 108)
- Zich inleven in de motieven van het kind (wat wil het?)
- Zeker nodig bij ‘autonomie verlenen’, maar ook bij ‘stimulerend tussenkomen’
Verwante begrippen van empathie of rolneming
🡪 Perspectief nemen
🡪 Inleven
🡪 Empathie
🡪 Ervaringsreconstructie
🡪 Rolneming
Valkuil?
4