Les 1: Een verhaal in meervoud: inleidende
beschouwing
Belangrijk is hier om afwijkende visies te aanvaarden → ervan bewust worden dat er nog eigen
meningen bestaan naast die van jou
- Eén verhaal over communicatiewetenschappen? 3 I’s
➢ Interdisciplinair → de communicatiewetenschappen valt niet binnen 1 veld maar is
gebaseerd op verschillende domeinen: sociologie, politicologie, recht, …
➢ Internationaal gericht zijn (vanuit verschillende aspecten van de wereld)
➢ Intersectoreel → we onderzoeken hoe andere actoren hun rol spelen
- Wetenschap als slingerbeweging, geen lineaire vooruitgang, geen waarheidsaanspraken, er
zijn breuklijnen → vroeger werd er gestreefd naar 1 waarheid
- En/en-benadering
- Reflectie rond eigen positie als wetenschapper: wie spreekt/kijkt naar maatschappelijke
fenomenen?
➢ Westerse blik, mannelijke blik, Brusselse blik, …
= door wetenschap duisternis overwinnen
- Wetenschap = in het algemeen (de commwet, sociologie, filosofie, …)
- Duisternis = onderzoeksvragen of levensvragen die beantwoord moeten
worden
- Kennis, vrij onderzoek en kritisch denken
- Verlichting en humanisme + modernisme en postmodernisme
➢ De mens staat centraal
➔ Vb. Corona + ook opkomen voor personen die in duisternis zitten
1. Verlichting, humanisme & postmodernisme
Moderniteit → Postmoderniteit
Modernisme
- Moderniteit als historische fase
- Als cognitief denkkader
- Als artistieke stroming
→ Keerzijde en kritische stemmen
Postmodernisme
- Postmoderniteit als historische fase
- Als cognitief denkkader
➢ Stromingen binnen postmodern denken
- Als artistieke stroming
1
, 1.1 Modernisme/moderniteit
Er is een verschil tss (mag niet door elkaar worden gehaald)
- Modernisme → wordt weerspiegeld in gedrag, denken en handelen → het verwijst naar de
trends in kunst, cultuur en sociale relaties in de moderne wereld
- Moderniteit → verwijst naar de historische periode
Moderniteit als historische fase
Moderniteit: historische periode vanaf Europese verlichtingsdenken (17e eeuw) tot ten minste jaren
1980. De hoog jaren van de moderniteit worden geplaats in de 18de eeuw
- Belang rede (in plaats van geloof) → alles moet rationeel zijn
➢ Is dus voortvloeiend uit de verlichting
- Geloof in de maakbaarheid van de maatschappij
➢ De mens kan degelijk iets bijbrengen aan de sml, niet enkel God of de Kerk
- Humanisme (de mens staat centraal) → vrijheid, gelijkheid, verbondenheid
- Wereldbeeld verklaard door wetenschap
➢ De rede wordt belangrijker en dat vinden we in de wetenschappen
- Sociologische processen (zie volgende punten)
1. Secularisering:
➢ Einde dominantie religieuze autoriteit
➢ Werd (langzaamaan) vervangen door rationeel wetenschappelijk denken (rede)
➔ Verlichting
2. Rationalisering:
➢ Efficiëntie, voorspelbaarheid, controle over proces, berekenbaarheid, …
➔ Bv: Fordisme = de lopende band → in het leven gekomen om alles efficiënter te
maken
3. Kapitalisme:
➢ Winstmaximalisatie en vrije markt (Bv: monopolie)
➢ In tegenstrijd met het marxisme
4. Industrialisering:
➢ Machines om mens en dier te vervangen
➔ Voor de industrialisering was landbouw dominant en belangrijk
➢ Technologische ontwikkelingen: ontginnen fossiele brandstoffen, staalproductie en –
bewerking, …
5. Urbanisering:
➢ Door industrialisering grootschalige verhuis van landelijk naar verstedelijkt gebied
➔ Door industrialisering
➢ Toename bevolkingsdichtheid in steden
➢ Meer individualisme
➔ WANT mensen in grote aantallen leven op kleinere plekken (ze worden
individualistischer)
2
, 6. Bureaucratisering:
➢ Hiërarchische organisatie op basis van geschreven regels, procedures en
aanspreekpunten
➔ Voor alles werden regels gemaakt
➔ Bv: onderwijs, openbaar vervoer (wanneer mag je de trein opstappen)
➢ Onpersoonlijk door gestandaardiseerde procedures die in de regel geen uitzonderingen
toelaten
➔ Je moest de regels dus in principe altijd volgen
7. Democratisering:
➢ Inspraak en medezeggenschap
➢ Parlementair stelsel
➢ Vrijheid van meningsuiting, vrouwenstemrecht, democratisering onderwijs, etc.
8. Globalisering:
➢ Samenlevingen bestaan minder in isolatie
➢ Transnationale productie, handel en consumptie
➢ Personen zijn ook meer mobiel (door transport, zelfs over landgrenzen heen)
9. Consumentisme:
➢ Verlangen naar consumptie wordt als positief beschouwd (persoonlijke voldoening)
➔ Er is dus een grote toename in consumptie
➢ Materialisme en massaconsumptie
➢ Streven naar gevoel van vervulling, aangewakkerd door marketingcommunicatie
➢ Media is een middel om status en identiteit uit te drukken
→ Sociologische processen werden bekritiseerd maar hier worden ze in een goed licht gebracht
Modernisme als cognitief denkkader
- Verlichting en vooruitgangsdenken → klemtoon op universele, rationele en ware kennis
- Wetenschap en waarheidsvinding → waarheid leidt tot vrijheid
➢ Opzoek naar de kennis → het leidt tot vrijheid
- Grote ideologieën zijn opgekomen in die tijd
➢ Liberalisme, socialisme, communisme, christendom, marxisme, democratie, kapitalisme
➔ Mensen gingen hiervoor nog op de barricades staan
Modernisme als artistieke stroming
Er was veel mogelijk in de moderniteit
- Kritisch en experimenteel
- Herdefiniëren kunst en originaliteit: belang van kleur en vorm
➢ Bv: Verf die we vandaag kennen is in die tijd uitgevonden
- Werkelijkheid vatten in haar kern, niet illustreren
- Post-impressionisme, expressionisme, kubisme, abstracte kunst, …
3
, (Post)-impressionisme ➔ Expressionisme
- James Ensor → in de toekomst geschilderd, proberen expressie naar voren te laten te komen
- Edvard Munch → de persoon is geen echte weergave van de werkelijkheid, MAAR de
expressie wordt wel goed weergegeven; het is expressief (angst)
- Kubisme + abstracte kunst → geen link meer naar de realiteit
In de architectuur:
- Gewerkt met geometrische figuren: kubussen, kegels,
piramides, balken
- Geen draagmuren
- Platte daken → vroeger niet mogelijk
- Belang van functionalisme
- Moderne materialen gebruikt (bv: beton, …)
Kritische stemmen in/over moderniteit
Er werd kritiek gegeven op de moderniteit/modernisme → is niet een al te positieve periode
- Rationaliteit heeft ook negatieve consequenties:
➢ sociale ongelijkheden
➔ verschil tss elite en proletariaat werd groter
➢ gewapende conflicten (WOI en WOII)
➔ Allemaal te danken aan de industrialisering
➢ milieuvervuiling, klimaatopwarming
➢ excessen van kapitalisme
- ‘De waarheid’ bestaat niet: globalisering en media/ICT stimuleren een reflexieve en
contingente benadering in een gepercipieerde werkelijkheid
- Uniformiteit moet plaats maken voor diversiteit en pluraliteit
➢ Binnen het postmodernisme → meer diversiteit
4