De volgende hoofdstukken zijn behandeld:
H1: visies op onderwijs
H2: visies op leren
H3: ontwikkelingsdoelen en eindtermen
H4: opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR'S)
H5: structuur van het onderwijs
H6: organisatie van het onderwijs
H7: onderwijswetgeving
H8: waarnemen, observeren en ...
KLC: KIJKEN NAAR KINDEREN EN
SCHOLEN
HOOFDSTUK 1: VISIES OP ONDERWIJS
- Beste leerkracht: empathisch, zorgende en menselijke kwaliteiten (aangeboren), warme mens
- Humor: belangrijk in het onderwijs (maak het fijn in de klas)
WAT IS GOED ONDERWIJS?
- Betrokken met kinderen
- Kinderen moeten zich goed voelen in de klas
- Alle scholen denken op voorrand aan (wat vinden ze belangrijk?)
- Elke leerkracht gaat les geven uit eigen wat goed onderwijs is
PISA – ONDERZOEK
- Toetsen in verschillende landen voor kwaliteit van onderwijs te kunnen onderzoeken (wiskunde,
lezen en wetenschappen)
- Eerste landen = Aziatisch
- Verklaring: zeer gedisciplineerd onderwijs, nadruk op discipline, doorzettingsvermogen,
prestatiedruk
- Vlaanderen vrij hoog van boven, laatste jaren dalen
Onderwijssysteem in Singapore
- Onderwijs is competitie
- Klassen neutraal aangekleed
- Leren als leerkrachten kritisch zijn
- Kritiek: niet iedereen kan volgen
Jena plan onderwijs
1ste , 2de , 3de leerjaar samen Kinderen voorbereiden op Kenmerken:
4de, 5de , 6de leerjaar samen toekomst - Stamgroepen
Samen: centraal woord - Eigenaarschap
Leert van en met elkaar - Zelfstandigheid
Vanuit kinderen les geven - Plannen
Creëren van echte situaties - Betrokkenheid
Oefenen op eigen niveau - Samen
DUIDELIJKE VISIE OP GOED ONDERWIJS
- Geeft richting aan je handelen als leerkracht
- Schept helderheid
- Zorgt voor onderlinge verbondenheid
- Streven naar een goed doel
MIJN VISIE OP GOED ONDERWIJS
- Kinderen uitdagen en tot leven brengen
- Lat hoog leggen voor kinderen die het moeilijk hebben = kinderen presteren beter
- Niet te gemakkelijk, ook niet te moeilijk
Kwamen vaker naar de les (hoger onderwijs)
Kinderen uit moeilijker sociaal – economische hebben er ook baat bij
- Welbevinden goed is, makkelijker naar betrokkenheid
NAASTE ONTWIKKELING
, - het aanspreken van het kind op een niveau dat net buiten bereik is van wat een kind op eigen
kracht kan
Vygotsky
- Zone in de laatste ontwikkeling geven (wat kunnen kinderen nog net niet kunnen en met jou
hulp kunnen ze het)
STRATEGIE VAN HET ACTIEF HELPEN
- Kind gaat niet leren van een leerkracht als de oplossing op bord staat, vragen stellen om zo de
oefening op te lossen
- Kinderen op termijn hogere punten wat ze moeten zelf oplossingen zoeken en zelf
nadenken
1. VISIE: KRACHTIGE LEEROMGEVING
- Alle vakken gelinkt aan dit vak
Krachtige leeromgeving
- Omgeving die kinderen in staat stelt, tot leven te
brengen en zelfstandig kunnen zijn in de
samenleving
- Leerlingen: eindtermen (doelstellingen die door
Vlaamse overheid zijn ontwikkeld. Kunnen tegen
einde 6de leerjaar)
- Leerkrachten: inhoudelijke expertise over alle
vakken kunnen geven
- Krachtige vakdidactiek geven
- Pedagogisch klimaat
- Professionele houding en identiteit (spellen,
discreet omgaan met zaken van de school
- Midden: manieren om naar kwaliteit van onderwijs te kijken
- Aanpak: hoe ben je aan het lesgeven? Leerstof goed overbrengen
- Effect: gevoel kinderen begrijpen wat ze geleerd hebben
- Proces: lcb gaat naar de kinderen kijken tijdens stage, letten de kinderen op? Goed aan
het les geven?
Didactische pijlers
- Betekenisvol leren: leeractiviteiten zijn functioneel doordat deze vertrekken vanuit leef – en
belevingswereld van leerlingen
- (inter)activiteit: lerende wordt actief mogelijk aan het denken en aan het werken gezet,
individueel of in samenwerking met andere leerlingen (samenwerkend leren)
- Aanschouwelijkheid: leerinhouden aangeboden gebruikmakend van concreet materiaal
- Leerlingeninitiatief: lerende wordt aangezet tot het nemen van initiatief in de leeractiviteiten
- Differentiatie: leeractiviteiten worden, waar nodig, geïndividualiseerd en dus aangepast op
maat van het kind
- Positief en motiverend klasklimaat: lerende leert in een klimaat dat positief en motiverend
is
- Herhaling en geleidelijkheid: leeractiviteiten in logische volgorde aangeboden en sluiten aan
bij beginsituatie van lerende en worden voldoende herhaald
2. VISIE: ERVARINGSGERICHT KIJKEN NAAR ONDERWIJS
2.1 AANPAK
- Wat en hoe je de leerstof aanbrengt?
- Pedagogische aanpak
, - Ken je u lessen? Leg je goed uit?
- Didactische aanpak
- Hoe – vraag
- Hoe moet de leerkracht te werk gaan?
- Welke aanpak en didactiek stelt men voorop en hoe zit het met de realisatie ervan?
2.2 EFFECT
- Wat eruit komt?
- Onderwijs moet iets op leveren
- Krachtige leeromgeving treedt er een verandering op in competenties van leerlingen
- Meetpunt voor kwaliteit
- Geen onderwijsvoorziening
- Is wel output
2.3 PROCES
- Wat zich daartussen afspeelt?
- Kijken naar kinderen zelf
- Focussen op het proces: zich helemaal in kind verplaatsen en
tot zich laten doordringen ‘wat voor ervaring het is’ om in deze
klas te vertoeven
- Eerst de relatie en dan leren met leerlingen
- Welbevinden boven betrokkenheid
- Kinderen moet zich goed voelen in de klas = geen voorwaarden om tot leven te komen
(kinderen die niet goed in hun vel zitten, kunnen ook nog tot leven komen maar het ga
moeilijker zijn)
Welbevinden
- Zichzelf kunnen zijn
- Ontstaat:
- Wanneer situatie tegemoet komt aan de hand van basisbehoeften
- Kind beschikt over positief zelfbeeld (zelfvertrouwen en zelfwaardegevoel)
- Wanneer kind in voeling is met zichzelf (acceptatie)
Voorbeelden
- Complimenten geven
- Blijven aanmoedigen als het moeilijker gaat
- Groepsweken maken zodat ze niet heel tijd bij dezelfde blijven en de hele klas te leren kennen
- Veiligheid (duidelijke afspraken maken)
- Geen duidelijke afspraken = geen structuur (geen veiligheid bij de kinderen)
Betrokkenheid
- Intesiteit van de activiteit, concentratie, gedreven zijn, tijdvergeten bezig zijn, aan de grens
kunnen bewegen, plezier beleven aan exploreren
- Ontstaat:
- Activiteit sluit aan bij exploratiedrang en behoeftepatroon van het kind
- Kind zich aan de grens van zijn mogelijkheden beweegt (naast zone van naaste
ontwikkeling
Signalen
, Hoge concentratie Geboeid
Intrinsieke motivatie: vanuit jezelf Geprikkeld worden
opletten
Gefascineerd Alert
Tijd vergeten Hoge exploratiedrang
Weergave van betrokkenheid
- Y – as: competentieniveau van kinderen
- X – as: moeilijkheid van de taak (hoe hoger, hoe moeilijker)
- Kind niet goed in wiskunde aangepaste taak = wordt uitgedaagd
- Kind niet goed en wiskunde en moeilijke taak faalangst ontwikkelen
- Kind goed in wiskunde moeilijkere taak = wordt uitgedaagd
- Kind goed in wiskunde en krijgt makkelijke taak kan school moe of depressief worden
Welbevinden versus betrokkenheid
- Beïnvloeden elkaar
Pijl naar rechts
- Welbevinden legt basis voor betrokkenheid
- Welbevinden geen absolute voorwaarden voor betrokkenheid
- Leerlingen kunnen zich ook beter voelen door het leren
- Door betrokkenheid kan welbevinden naar boven gaan
- Taak gaat goed = zelfvertrouwen opbouwen dus ook
welbevinden
3. VISIE: TALENTGERICHT KIJKEN NAAR ONDERWIJS
- Betrokkenheid er ‘zin’ in hebben
- Signalen dat talentkiemen aanwezig zijn die wachten tot
ontwikkeling te worden gebracht in juiste leeromgeving
- Deficit denken: kijken hoe je een probleem hebt en dan kijken naar verleden
WAT IS TALENT?
Talent
- Uitzonderlijke prestaties op bepaald domein
- Mattheuseffect: rijken worden rijker en de arme worden armer
Vb. zonnepanelen zijn duur, maar brengt wel u energiekosten naar beneden
- Zin hebben om iets te doen, je wordt er ook beter van
- Potentie kan uitgroeien tot bijzondere competentie
Taalontwikkeling
- Op gang brengen van positieve dynamiek, beste uit elk kind naar boven haalt en hem doet
groeien en ontwikkelen
BASISPRINCIPES VOOR TALENTDENKEN IN HET ONDERWIJS
1) Positieve en waarderende bril
- Aandacht richten op positieve is meer dan een trucje
- Naar jezelf en de wereld te kijken en vooral krachten en mogelijkheden te zien die we kunnen
benutten i.p.v tekorten en onmogelijkheden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femkeledent. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,16. Je zit daarna nergens aan vast.