Arbeidsrecht
Inhoud
Arbeid en recht
Arbeid in de 21ste eeuw
- Wie?
- Waar?
- Wanneer en hoelang?
- Hoe?
- Voor wie?
- Wat?
Arbeidsrecht als instrument: 20e eeuw
- Kennis en opfrissen van de leerstof
o Tijdens de hoorcolleges
o Casussen
Kennisclips
o Voorbeeldexamen laatste les
- Ook op Ufora:
o Interactieve oefeningen collectief arbeidsrecht
o Juist/fout vragen (na examenles)
o Schema ter illustratie
Kennisoverdracht
- Maatschappelijk
- Wetenschappelijk
- Professioneel/technisch
Juridische vaardigheden
- Lezen
- Schrijven
- Spreken
Kennisvoorbeeld
Voorbeeld 1: dagen
- Art. 70 wet 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten:
“De bediende [...] behoudt het recht op zijn loon gedurende de eerste dertig dagen van
arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval”.
- Art. 35, derde lid, wet 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten:
“Ontslag om een dringende reden mag niet meer [...] worden gegeven, wanneer het feit
ter rechtvaardiging ervan sedert ten minste drie werkdagen bekend is aan de partij die
zich hierop beroept”.
Wat is een werkdag?
Sinds 1 januari 2023: artikel 1.7. § 3 Boek 1 “Algemene Bepalingen”
maar zaterdag blijft werkdag in sociaal recht: Artikel 20 § 1 Arbeidswet
& Wet 26 december 2022
,Voorbeeld 2: ploegenarbeid
- Art. 17 Arbeidswet 16 maart 1971: “De werknemers die arbeid verrichten in
opeenvolgende ploegen kunnen op zondag worden tewerkgesteld op voorwaarde
dat hun arbeid een keer per week wordt onderbroken gedurende een periode van
vierentwintig opeenvolgende uren waarvan er ten minste achttien op de zondag
vallen.”
Voorbeeld 3: Semantiek
- “De werknemers, die zich niet inspannen, zullen worden ontslagen.”
- “De werknemers die zich niet inspannen, zullen worden ontslagen”.
Ontstaan en finaliteit
§1. Historische inleiding
Arbeidsrecht is een jonge rechtstak
- Franse Revolutie: introductie van vrijheid van nijverheid
- Decreet d’Allarde van 2 maart 1791
- Absolute vrijheid: vrijheid om arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden te bepalen
- Negentiende eeuw: misbruik van de vrijheid van nijverheid
- Gentse katoenindustrie: werkdagen van 12 tot 14 uur
o Arbeidsproletariaat
o Juridische onmacht
- Kinderarbeid
Einde negentiende eeuw en begin twintigste eeuw eerste sociale wetten
- 1887: verbod op truck systeem
- 1889: verbod op vrouwen – en kinderarbeid
- 1896: werkplaatsreglement
- 1900: wet op arbeidscontract
- 1905: wet op zondagsrust
Na WO I AES en wet 1921 vrijheid van vereniging
21ste eeuw: flexibilisering van arbeid + waken over effectieve sociale bescherming
(discussie)
Structuur
Grotendeels zes deelgebieden:
- Arbeidsbeschermingsrecht
o Doel = werknemer beschermen bij uitvoering van arbeid
, - Arbeidsovereenkomstenrecht
o Wederzijdse plichten en rechten regelen
- Loonregulering en loonbescherming
- Collectief arbeidsrecht
o Verhoudingen tussen WN en WG, vooral overleg
- Arbeidsmarktrecht
o Toegang op arbeidsproces, regels van werkgelegenheid en intrede van
werkzoekenden
- Sociaal handhavingsrecht
o Naleving partijen met toezichtsmaatregelen en sancties
Heterogeniteit belemmert dit net als maatschappelijke realiteit
(Beperkte) codificaties
- Codex Welzijn op het werk
- Sociaal strafwetboek
- Wet 5 december 1968 (cao-wet)
- Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978
- Commissie ter voorbereiding van dit thema
Afdeling 3. Bronnen
§1. Bronnen
Internationale bronnen
- Sociale grondrechten
- Standstill beginsel
Nationale bronnen
Regulering door:
- Overheid
- Sociale partners
- Werkgever en werknemer
§2. Internationale bronnen
A. Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens
Artikel 23:
“Eenieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige
arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid.
Eenieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid.
Eenieder, die arbeid verricht, heeft recht op een rechtvaardige en gunstige beloning,
welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zo
nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld.
Eenieder heeft het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij aan te
sluiten ter bescherming van zijn belangen.”
Geen rechtstreekse werking
B. ECOSOC-verdrag
Internationaal verdrag inzake de Economische, Sociale en Culturele Rechten:
tegenhanger van het BUPO Verdrag
, Traditioneel geen directe werking, weliswaar rechtspraak die dit toch lijkt toe te
passen (RvS, GwH)
C. IAO
Tal van verdragen: bijna 200 (113 door België geratificeerd)
Harde kern
- IAO Verdag nr. 87 over vakbondsvrijheid
- IAO Verdrag nr. 98 over collectief overleg
- IAO Verdrag nr. 25 en 105 over verbod op gedwongen arbeid
Geen rechtstreekse werking
Uitvoering door wet, besluit of cao
- In de vorm van aanbeveling, dus niet bindend
- Werkt met klachtensysteem waarna een staat de toepasselijke maatregelen moet
nemen
D. OESO
OESO: richtlijnen voor multinationale ondernemingen van 21 juni 1976, herzien in 2011.
Geen directe werking
Niet juridisch afdwingbaar
E. Raad van Europa
Tijdens Koude Oorlog om de mensenrechten te waarborgen, USA en USSR deden dat niet
EVRM
- Artikel 8 (recht op persoonlijke levenssfeer)
o Communciatie
o Drugscontrole en alcohol-
- Artikel 11 (vrijheid van vereniging)
- Rol van het EHRM: de correcte en uniforme juridische interpretatie
- Invloed op rechtspraak GwH: GwH nr. 130/2016
Directe werking
(Herziene) Europees Sociaal Handvest
- Recht op arbeid, billijke arbeidsvoorwaarden, billijke beloning, vrijheid van
organisatie (geen directe werking)
- Vooral artikel 6.4 ESH: basis voor recht op staken (wel directe werking – hoewel
dit nu twijfelachtiger leek te zijn geworden gelet op Cass. 24 maart 2022 maar
gecorrigeerd door Cass. 12 december 2022)
F. Europese Unie
Sociale Grondrechten: Handvest van de Grondrechten van de EU
- Art. 27, 28 j. 30, 31 HGEU
- Artikel 28: “Werkgevers en werknemers of hun respectieve organisaties hebben
overeenkomstig het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken
het recht, op passende niveaus collectief te onderhandelen en collectieve
arbeidsovereenkomsten te sluiten, alsmede, in geval van belangenconflicten,