De bloedvaten vervoeren stoffen, zorgen voor een communicatie systeem ( hormonen, cytokinen, .. ) & Rol bij
warmtehuishouding
➔ 2 systemen: Pulmonaire circulatie en systemische circulatie
➔ Microcirulatie en Macrocirculatie
HET HART
De hartspierwand heeft 3 bekledingen: Endocard (binnenzijde), Myocard & Epicard (buitenzijde)
➔ Endocard: is bekleed met endotheel
➔ Myocard: Spierweefsel en purkinje vezels
➔ Epicard: Sereuze membraan met de coronaire vaten en zenuwvezels
Hart ligt in het pericard (hartzakje): viscerale pericard (= Epicard), Pericardiale ruimte & parientale pericard
De sinoatriale knoop (SA node)
AV knoop
Bundle van Hiss => loopt tot purkingje vezels
Vormen het geleidingsysteem
De knopen bestaan uit kleine gemodificeerde
hartspier cellen.
➔ Meer Mito en Glycogeen
➔ Onduidelijke intercalaire schijven
➔ Weining georienteerd netwerk
PS en OS hebben invloed op het ritme vh hart
BLOEDVATEN
Aan de binnenzijde is het bekleed met endotheel
1. De tunica intima bestaat uit een aaneengesloten endotheel en een lamina basalis
2. Tunica Media bestaat uit circulaire gerangschikte gladde spiercellen
3. Lamina elastica externa
4. Tunica adventitia bestaat uit bindweefsel en zenuwen
Elastische arterien zorgen voor het transport van het bloed & musculeuze arterien en hun contractie zorgen
voor de regelbare verdeling van het bloed
,CAPILLAIREN
= haarvaten zijn een netwerk van een enkel laag van aaneensluitende endotheelcellen
Zorgen voor de uitwisseling tussen bloed en omliggende weefsels
• Rond het capillair kan een lamina basalis liggen
• Soms zijn er fenestrae (porien) aanwezig.
• Fenestrae met een diafragma -> vrije doorgang van vloeistof beperkt.
Indelen in 6 typen capillairen:
1. Continue capillair = komen het meest voor. Ondoorbroke endotheellaag en lamina basalis.
Bevind zich in spieren, BW, exocriene klieren en zenuwweefsel. Transport door transcytose
2. Gefenestreerde capillairen = fenestrae hebben een diafragma en zijn omgeven door een
lamina basalis. Transport gaat door de fenestrae
3. Gefenestreerde capillairen = fenestrae zonder diafragma en omgeven door een dikke lamina
basalis. Open fenestrae laat vloeistof en kleine moleculen door.
4. Leversinusoiden = aaneengesloten laag endotheel met fenestrae met een dm van 105nm en
geen lamina basalis.
5. Discontinue sinusoiden = in BM of milt en hebben grote gaten/ spleten voor gemakkelijke
uitwisseling
6. Lymfecapillairen = door niet gefenstreerd en tamelijk los endotheel begrensd en geen lamina
basalis
In de wand van capillairen zitten meestal pericyten of adventitiele cellen. Pericyten kunnen contraheren
Capillairen vormen een netwerk tussen de terminale arteriole (gladde spiercellen) en de postcapillaire venulen
ENDOTHEEL
Zijn zeer platte cellen met hun perikaryon dat meestal uit puilt in het lumen
Golgi-complex, centriolen, transportvesikels en weining mitochondrien
Aanwezigheid van MF suggureert dat deze cellen kunnen contraheren
Endotheel functies:
1. Niet trombogeen oppervlakte => geen aanleiding tot bloedstolling
2. Bepaalt de locale vasculaire tonus
3. Zet angiotensine I om naar angiotensine II via ACE
4. Het inactiveert bradykinine, serotonine, prostaglandinen, norepinefrine en trombine
5. Zet lipoproteine om naar triglyceriden en cholesterol via lipasen
6. Produceert stollingsfactoren en bloedgroepantigeen
7. Endotheel van grote vaten bevat lichaampjes van weibel-palade. Deze brengen P-selectine tot expressie
en hierdoor gaan wbc aan het endotheel hechten
8. Kunnen groeifactoren uitscheiden
, Grote moleculen kunnen endotheelbekleding passeren langs twee wegen:
- Via het labyrint van intercellulaire spleten dat openblijft tussen de occludensverbindingen
➔ Hierdoor kunnen kleinere eiwitten en glycoproteinen passeren
- Door diacytose of transcytose
Door ontsteking komt plasma naar buiten en dit zal opzwellen => ontsaan oedeem
ARTERIEN
Arterien worden volgens toenemende grootte ingedeeld
➔ Arteriolen of kleine arterien
➔ Musculeuze arterien
➔ Elastische arterien
Arteriolen
Arteriolen behoren tot de microcirculatie en hebben een drielagige bouw: Intima, lamina elastica interna en
gladde spiercellen. Bij afname van vertakking verdwijnen de spiercellen en bij terminale arteriolen is er geen
elastica interna meer
Zowel nerveuze als hormonale regulatie beinvloeden de contractie
vd arteriole gladde spiercellen
Musculeuze arterien
- Intima: endotheel + sub endo bw + MEI
- Media: Goed ont gladde spiercellen + collageen en elastin
- Adventitia: grote vaten => MEE + longi collageen vezels
Elastische arterien
- Intima: endotheel met hoge vervangingsnelheid + dik
endo BW + MEI niet overal duidelijk
- Media: elastisch membraan + schuine gladde spieren => opvangen verandering druk + collagene vezels
- Adventitia: MEE + Elastische en collagene vezels
Ligt geel door een hoog gehalte aan elastine
Foto: links is een musculeuze arterie en recht een elastische arterie.
Geen anastomosen tussen de arterien spreekt men van een eindarterie => verstopping van deze kan leiden tot
een infarct. De rest van arterie pathologie => zie curcus patho
VENEN
Postcapilaire venulen (PCV)
- Doorsnede 10-30 micrometer
- Pericyten
- Geen gladde spieren
, Verzamelvenulen (CV)
- Doorsnede vanaf 50 micrometer
- Gladdespiercellen
Musculaire venulen (MV)
- Gladde spiercellen vormen een aaneengesloten laag
Venen bestaan uit 3 lagen
- Intima: Endotheel met dunne endo BW laag
- Media: Echte tunica media met meerdere cellagen dik
- Adventitia: Vormt belangerijk deel vd wand + Longi collageen vezels
Grote Venen
- Intima: Duidelijk ontw + endotheel +endo BW
- Media: Dunner bij art + Meer BW tussen gladde spiercellen
- Adventitia: Vormt grootste deel vd wand + Longi BW vezels en spierbundels
- Deze venen( plooien van tunica intima met veel elastine ) bezitten kleppen voor backflow te voorkomen
LYMFEVATEN
Hebben geen pericyten , lamina basalis, maar wel een intima, media en adventitia. De endothele sluiten niet perfect
aan een en hierdoor is er een drainagesysteem. De lymfevaten werken ook met een kleppen systeem
HET LYMFOID WEEFSEL
INLEIDING
Het IS bestaat uit niet – specifiek ( aangeboren) en specifiek ( verworven) componenten.
➔ Tot het AIS behoren granulocyten, macrofagen / monocyten en de NK-cellen
➔ Tot het VIS behoren de lymfocyten. Dit zijn imuuncompetente cellen => maken onderscheid tussen
lichaams eigen en lichaamsvreemd
- Centraal lymfoide organen => thymus en beenmerg => aanmaken
- Perifiere lymfoide organen => contact komen met antigeen en leidt tot proliferatie en differentiatie
met productie van specifieke effectorcellen, geheugencellen
IMMUUNREACTIES
Macromoleculen dat als lichaamsvreemnd herkend wordt is een antigeen => deel dat voor de imuunreactie
verantwoordelijk is wordt het epitoop genoemd. Deze worden herkend door specifieke receptoren op lymfocyten.
Afhankelijk van welk soort antigeen en apc => Humorale of cellulaire reactie
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jeroenrennen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €15,48. Je zit daarna nergens aan vast.