SAMENVATTING FAMILIESOCIOLOGIE 24-25
LES 1: WAT IS EEN FAMILIE?
1. WAT IS EEN FAMILIE
➔ Het concept “familie” verschilt van persoon tot persoon
➔ Concepten inclusie, exclusie en weglating zijn hierbij belangrijk
Vb: een man van middelbare leeftijd kan misschien zeggen dat zijn broers geen deel zijn van
zijn familie. Als hij meerdere broers heeft, en hij neemt geen enkel van hen op in zijn familie,
dan gaat het wellicht over weglating, maar indien hij er slechts een niet van opneemt, dan
gaat het wellicht over exclusie
Zie oefeningen slide 5 t.e.m 18
➔ Onderzoek bevraging 948 respondenten uit de algemene bevolking (Zweden, 1992)
➔ Uit deze studie blijkt dat het nucleaire gezin (een getrouwd of samenwonend koppel met een
kind) het meest werd erkend als een gezin
Kan implicaties hebben (formulering gezin)
• Wat zijn de implicaties voor deze verschillen in afbakening?
Vb: hoe zou een ambtenaar van die asielprocedures behandeld het nucleair gezin afbake-
nen? Wie zou volgens deze ambtenaar lid zijn van het gezin en wie niet?
Sociologische definitie van familie
➔ Bestaat geen eenduidige definitie
➔ It is not likely that the job of specifying what is meant by family will progress rapidly. Consen-
sus would be … improbable for scholars” (Settles, 1987)
2. DOING FAMILY
• Verwijst naar de uitvoering van familierollen door middel van alledaagse praktijken
• Familie wordt gezien als dynamisch, voortdurend geconstrueerd door sociale interacties
• Verschuiving van statistische definities van familie naar familie als een praktijk
ALGEMEEN IDEE
• Doing family is een concept dat ons uitnodigt om familie niet te zien als een statische struc-
tuur (zoals het kerngezin of het uitgebreide gezin), maar als iets dat actief gedaan, uitge-
voerd en gepraktiseerd wordt in het dagelijks leven.
• Het belangrijkste idee is dat familierollen niet biologisch bepaald of vastgelegd zijn, maar ge-
vormd worden door interacties, gedragingen en verwachtingen binnen het gezin.
• Dit concept bouwt voort op West & Zimmerman's idee van doing gender (1987), waaruit
blijkt dat genderrollen niet inherent zijn, maar uitgevoerd worden door dagelijkse interacties.
Op dezelfde manier worden rollen als "moeder", "vader" of "kind" gevormd door dagelijkse
praktijken
1
,Symbolisch interactionisme
➔ Geen theoretisch kader, het is een perspectief, richt zich vooral op sociale interacties, richt
zich op micro relaties, hoe gedrag gestuurd word in interacties met anderen
➔ Hoe de sociale werkelijkheid wordt geconstrueerd door interacties en de betekenis die indivi-
duen hieraan geven
➔ Symbolisch interaxctionisme is perspectief binnen de sociologie dat zich richt op hoe de soci-
ale werkelijkheid wordt geconstrueerd door interatcies en de betekenis die individuen hier-
aan geven
Kerkconcepten:
• Symbool: kan gaan over object, woord, handeling
➔ Symbolen die we hebben in de maatschappij
➔ Waar een betekenis in kan toegekend worden
• Interactie: communicatie of wisselwerking tussen individuen waarin betekenissen worden
uitgewisseld en gevormd
• Betekenisgeving: betekenis is niet inherent aan objecten of situaties, maar ontstaat door so-
ciale interactie en wordt continu herzien
Vb: een handdruk kan verschillende betekenissen hebben afhankelijk van de context: be-
groeting of afscheid, vriendschappelijk of formeel,..
Doing Family is een theoretisch kader binnen de traditie van het sociologisch perspectief: symbolisch
interactionisme
Ter herinnering:
• Symbolisch interactionisme is perspectief binnen de sociologie dat zich richt op hoe de soci-
ale werkelijkheid wordt geconstrueerd door interacties en de betekenis die individuen hier-
aan geven
• Grondlegger Symbolisch Interactionisme George Herbert Mead en Herbert Blumer
2.1 DOING FAMILY (MORGAN, 1966)
Symbolisch interactionisme
De rol van het zelf en identiteit
• Zelf (the self): een centraal concept dat zich vormt door interactie met anderen
• Mead’s ‘I’ en ‘Me’: het zelf bestaat uit het spontane ‘I’ (impulsieve zelf) en het reflectieve
‘Me’ (sociale zelf dat rekening houdt met andermans verwachtingen)
• Identiteit: hoe een individu zichzelf ziet binnen sociale contexten, en wordt voortdurend ge-
vormd en veranderd door interacties
➔ Je vormt je eigen identiteit door hoe dat mensen jou zien
Vb: een persoon ontwikkelt een professionele identiteit door hoe collega’s hem/haar behan-
delen en welke verwachtingen er worden gesteld
2
, • Definitie van de situatie:
• Mensen handelen op basis van de betekenis die zij aan een bepaalde situatie toekennen
• Thomas theorema
= als we er van uit gaan dat vrouwen biologisch gezien beter zijn in het zorgen voor kinderen
en mannen dan gaan wij daar ook naar handelen en dan gaan vrouwen ook echt voor de kin-
deren zorgen en mannen gaan werken
= wat we denken dat vooraf geinternaliseerd is gaat ook uitkomen
Vb: als mensen een situatie als bedreigend ervaren, kan dit leiden tot gedrag dat overeen-
komt met die definitie zoals angst of agressie, ongeacht objectieve feiten
Dit perspectief is belangrijk voor het begrijpen van doing family, omdat het benadrukt hoe gezinsle-
den hun rollen definiëren en uitvoeren door middel van symbolen, communicatie en gedeelde bete-
kenissen
Vb: Denk aan het routineuze gebruik van gezamenlijk eten aan tafel. Dit gaat niet alleen over eten;
het symboliseert samenhorigheid, eenheid en gedeelde familiewaarden. Het gezamenlijk eten is een
“familiepraktijk” die lidmaatschap en relaties binnen het gezin uitdrukt.
• Familiepraktijken zijn een vorm van symbolische interactie waarin alledaagse handelingen –
zoals zorg geven, emotionele steun bieden en kinderen disciplineren – helpen definiëren wat
het betekent om deel uit te maken van het gezin.
Belangrijke punten:
• De betekenis van familie wordt voortdurend onderhandeld en opnieuw gedefinieerd door
interacties. Wat het betekent om een “goede moeder” of een “verantwoordelijke vader” te
zijn, is contextafhankelijk en wordt gevormd door culturele verwachtingen.
• Dagelijkse rituelen en routines creëren en onderhouden de familie als een sociale instelling.
Deze praktijken zijn niet vaststaand, maar worden continu uitgevoerd en bevestigd door in-
teractie.
Interactiemoment:
• Vraag studenten om na te denken over specifieke rituelen in hun gezinnen die de gezins-
structuur versterken (bijv. wekelijkse uitjes, gezinsvergaderingen, etc.). Welke betekenissen
zijn aan deze praktijken verbonden?
Citaat ter benadrukking:
• “Familiepraktijken zijn de kleine, alledaagse interacties die, wanneer ze herhaald worden,
helpen definiëren wat wij begrijpen als familie.”
➔ Familie is geen vaste structuur maar een proces
➔ Routineactiviteiten en interacties “constituteren” de familie
➔ Contrast met het idee van familie als biologisch of juridische entiteit
3
, • Binnen de traditie van het symbolisch interactionisme, introduceerde David Morgan (1996)
het idee dat familie begrepen moet worden als een set praktijken in plaats van een vaste en-
titeit.
• In plaats van familie te zien als een structuur (bijv. twee ouders, twee kinderen), suggereert
Morgan dat we ons moeten richten op de alledaagse activiteiten die het gezinsleven vormen.
• Gezinsleven is niet iets dat zomaar gebeurt – het is iets dat we elke dag doen.
• Van het bereiden van maaltijden, helpen met huiswerk tot het bieden van emotionele steun,
dit zijn allemaal familiepraktijken die het gezin als een betekenisvolle eenheid creëren en on-
derhouden
• West & Zimmerman’s (1987) concept van doing gender.
• Doing Family ziet familie als dynamisch, voortdurend geconstrueerd door sociale interacties.
• Familierollen (bijv. moeder, vader, kind) worden op vergelijkbare wijze uitgevoerd door alle-
daagse interacties.
• Gezinsleden gebruiken symbolen en gedeelde betekenissen om hun rollen te definiëren (Blu-
mer, 1969).
• Familiepraktijken zoals maaltijdbereiding, zorgverlening en routines vormen de identiteit van
de familie.
De verbinding tussen Doing Family en Doing Gender:
• Het concept van doing gender (West & Zimmerman, 1987) stelt dat gender niet iets is wat we
zijn, maar iets wat we doen. (zie Gender Les vak Sociale Ongelijkheid)
• Op dezelfde manier worden familierollen niet vooraf bepaald, maar geconstrueerd door her-
haalde handelingen en uitvoeringen.
• Gezinsleden gebruiken symbolen en gedeelde betekenissen om hun rollen te definiëren
Bv. Het routineuze gebruik van gezamenlijk eten aan tafel.
▪ Dit gaat niet alleen over eten
▪ Het symboliseert samenhorigheid, eenheid en gedeelde familiewaarden
▪ Het gezamenlijk eten is een “familiepraktijk” die lidmaatschap en relaties
binnen het gezin uitdrukt.
• Familiepraktijken zijn een vorm van symbolische interactie waarin alledaagse handelingen –
zoals zorg geven, emotionele steun bieden en kinderen disciplineren – helpen definiëren wat
het betekent om deel uit te maken van het gezin
2.3 KRITISCHE REFLECTIE: FAMILIE, MACHT EN ONGELIJKHEID
• Familiepraktijken kunnen sociale normen rond gender en macht reproduceren
• Ongelijke verdeling van arbeid en zorg binnen de familie weerspiegelt bredere maatschappe-
lijke ongelijkheden
Gender en familierollen worden samen geconstrueerd
• Door familiepraktijken uit te voeren, versterken we vaak genderverwachtingen en reprodu-
ceren we maatschappelijke normen.
4