100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting €10,49
In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Het is een samenvatting van alles wat gekend moet zijn voor het examen.

Voorbeeld 4 van de 82  pagina's

  • 28 december 2024
  • 82
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
jinty
Natuur
1. Evolutie
A. Overzicht van de evolutiegedachte
Evolutie: het wijzigen van kenmerken van levende wezens van generatie op generatie
Het wordt van ouder op kind doorgegeven
Wezens gaan langzaam aan evolueren tot een ander wezen
Een lange tijd hebben ze niet geloofd in evolutie en in verandering van levende wezens. (bv. Plato)
klassieke oudheid: vele ideeën waarop latere denkers (bv. Darwin) voortbouwden.
I. Creationisten en intelligent design
 Creationisme
 Creationisten : mensen die ervan uitgaan dat alles is ontstaan door god (alles geschept)
 geloven niet in evolutie
 Er is onderscheid tussen macro en micro evolutie
 Micro evolutie: er kunnen uit god verschillende honden rassen ontstaan en uit een appelboom
kunnen verschillende soorten appels komen
 Micro evolutie: de ene soort die zal evolueren in een andere: aap => mens aanvaarden ze niet z
 In de 2de helft van de 17de eeuw : opduiken van fossielen: aarde is ontstaan met de fossielen erin/
zonvloedtheorie (ark van noah, dieren van de wereld er allemaal op en de dieren die er niet
opzaten en of verdronken zijn vinden we terug onder een vorm van fossielen)
 Intelligent design
 Geëvolueerde vorm van creationisme Vanaf 1989 in de VS ontstaan
 Er is een intelligente ontwerper die alles in werking heeft gezet of de evolutie stuurt
 Er is een godheid die de evolutie stuurt en natuur is te complex om per toeval te ontstaan
II. Lamarckisme (en zijn voorlopers)
 De evolutie volgens lamarck = beschouwd als eerste wetenschapper
 Het leven ontstaat telkens opnieuw
 Levende wezens die nog niet sterk geëvolueerd zijn (bv. Bacteriën) zijn later ontstaan en gaan nog
ontwikkelen en wij bestaan al langer doordat we al meer evolutie hebben doormaakt
 Hij aanvaart dat er evolutie is tot nieuwe soorten maar hij zegt dat het niet kan dat levende wezens
gaan uitsterven
 De levende wezens passen zich aan door:
 kleine variaties bij voorplanting
 De door het leven verworven kenmerken doorgeven aan nakomelingen en er aanpassingen zijn
aan de omgeving
 nek giraf groeit door meer en meer uit te rekken door de hogere blaadjes en zo ontstaan er
giraffen met en langere nek
 Epigenetica
 Epigenetica: studie van omkeerbare, erfelijke, overdraagbare veranderingen in het aan-en
uitzetten van genen (zonder dat iets verandert aan de genen)
 Door bepaalde eiwitten erop te laten inwerken kunnen er bepaalde genen niet of juist sterker tot
uitvoering worden gebracht
 Bv bacteriën beïnvloeden de evolutie (cairns): bacterie zorgt voor mutatie zodat ze toch een
energiebron kunnen aanspreken en zorgen voor evolutie.
 Uitleg volgens darwin: De bacteriën komen in een situatie en gaan overschrijfmeganisme van
DNA gaan aanpassen en hierdoor wordt er slordiger overgeschreven en zo ontstaan er
mutaties
III. Darwinisme
 Geformuleerd door Darwin en Wallace
 Theorie is ontstaan door observatie en reis doen naar eiland
 Hij bouwt verder aan ïdeeën die er al zijn of voegt er iets aan toe
 2 ideeën waarop hij verder bouwt :
 Lyell: de aarde is gevormd door zeer trage processen en dit kan de mensen niet zien en op lange
termijn ontstaan er grote gevolgen
o Bv gebergten van kilometers hoog ontwikkelen op lange termijn
o Expeditie: ziet een vulkaan uitbarsten en merkt op dat de aarde omhoog is gekomen en past
dit toe op levende wezens => soorten gaan zo traag evolueren van generatie op generatie en
zo komen er veranderingen

,  Malthus: er zijn steeds meer nakomelingen dan nodig en het aantal levende wezens kan niet
oneindig toenemen door gebrek aan voeding en huisvesting, de sterkste gaan overleven en
andere gaan sterven
o Survival of the fittest: degene die zich het beste aanpast aan zijn omgeving zal overleven
o Ziet op elk eiland een andere mus : de snavel is anders en geeft een voordeel op waar ze
leven, ze passen zich aan naar het eiland waar ze zich op vinden
o De soorten ontstaan door toeval en versterken bronnen zoals voedsel
o Stuggle of life; er is competitie nodig door meerdere soorten en degene die zich het beste
aanpast zal overleven
o Natuurlijke selectie: de omgeving selecteert de best aangepasten
o Organismen doen aan adapaties/aanpassingen
o Adaptaties of aanpassingen; overerfbare veranderingen in gedrag, bouw of werking van
organen die een organisme een voordeel geven in een bepaald milieu
o Bij toeval is een bij kortnekkige giraffen ook een langere nek en poten waardoor deze aan de
hoge blaadjes kunnen en meer voedsel hebben => succesvoller en zullen meer nakomelingen
krijgen => steeds meer lange nek giraffen en zullen steeds grotere en grotere zijn door
bepaalde selectie
 Seksuele selectie van darwin
o Seksuele selectie is een deel van de natuurlijke selectie
o Vrouwtjes selecteren de mannen op het beste kenmerk
o Kan ingaan tegen selectie die we zouden hebben door de omgeving
Bv de staart van de pauw (mannelijke pauwen hebben lange mooie staart en vallen meer op,
kunnen minder snel opstijgen voor vliegen, grotere prooi van roofdieren de vrouwtjes kiezen
de mannetjes met de mooiste en langste staart => nakomelingen krijgen ook langere staarten
(mooie staart geeft beeld van hoe gezond ze waren, degene met goede genen hebben meer
kans op nakomelingen)
Risicovol gedrag bij dieren (mannelijke vogel moet niet vanboven in een boom te gaan zitten
zingen want elke roofvogel kan u eruit pikken, ze moeten ervoor zorgen dat de vrouw paart
en zo meer nakomelingen heeft)
 Overerving
o Darwin: wist niks van genen en spreekt over deeltjes uit lichaam die de geslachtscellen gaan
beïnvloeden, maar dit is een fout idee en dit neigt naar Lamarck
o Weismann: van 68 generaties muizen staart af te snijden en er is geen 1 muis is in de
nakomelingen met een korte staart en door het leven verworven kenmerken niet
overerfbaar zijn.
o Mendel: de erfelijkheidsdeeltjes/genen die in 2 vormen voorkomen/allelen.
Er wordt bij voorplanting 1 doorgegeven en da andere plant ook 1 en de kenmerken
worden onafhankelijk overgeërfd en er is geen gemengde overerving (= rode en witte bloem
kruisen => geen roze bloem, maar witte of rode)
 Moderne synthese/neodarwinisme: darwinisme samen met de erfelijkheidsleer variatie ontstaat
door verandering in de genen (bv. Mutaties of geslachtelijke voortplanting) resistente bacteriën
(als mensen ziek nemen we antibiotica, als we te vroeg stoppen gaan de bacteriën die er niet
tegen gaan dood en andere niet waardoor we een omgeving creëren waarin er evolutie
loopt/natuurlijke selectie voor de bacteriën die nog in ons lichaam blijven)
asteroïde waardoor vele nieuwe zoogdieren (asteroïden slaan neer waardoor veel puin in de
atmosfeer komt => meer vulkanisme => groot wolkendek => licht wordt gefilterd =>
temperatuur gaat dalen => plantengroei en ontstaan levende wezens gaan niet meer
B. Soortvormig en soortconcept
 Nieuwe soorten ontstaan door isolatie van populaties.
 Populaties: groepen organismen van dezelfde soort
 Isolatie in ruimte: omgeving waarin ze leven
2. Planten
 Isolatie in tijd voorplantingstijd bij planten, bepaalde tijd voorplanten
A. Een plant herkennen
 Isolatie als je ze ziet
in bouw/gedragingen/… voorplantingsorganen bij koolwitjes
 3 domeinen met 6 rijken

bacteriën archaea eukaryoten
 Vooraf er planten zijn, waren er eerst bacteriën => achaea en daaruit ontstaan eukaryoten
(wezens met een goede kern)
 Prokaryoten zijn de bacteriën en archaea samen
Bacteriën Archaea Protisten
Planten

, Zwammen
Dieren
 kenmerken van planten
 meercellige organismen met celkern
 Autotroof: maken zelf voedsel aan door fotosynthese door de bladgroenkorrels
 beschikken over een echte celwand
 in het celplasma celorganellen (bladgroenkorrels, kern en mitochondriën, ….)
B. Evolutie bij planten
 De voorouders zijn autotrofe protisten (de kranswieren)
 Ze gaan over van het leven in water tot op het land
 De aanpassingen zijn nodig omdat het leven oorspronkelijk afspeelde onder het water en dit had te
maken met de taaie omstandigheden die het vasteland typeerden.
 2 aanpassingen voor de evolutie
 de bouw: vaatweefsel nodig voor transport van de stoffen, hebben een waslaagje (culiticula)
nodig tegen uitdroging en steunweefsels nodig voor rechtopstaande groei (licht)
 Voorplanting: nieuwe methodes nodig om zaadcellen over de brengen via embryo’s in de
moederplant
C. Een indeling in grote groepen
 Planten werden door kolonisatie geëvolueerd en er kwamen verschillende vormen en structuren
 Afstammingsschema/cladogram




 Gemeenschappelijke voorouders
(kranswieren)
 De embryo blijft op moederplant =>
mos
 Ontstaan van vetweefsel =>
vaatplanten




 Mossen
 Nog niet goed aangepast en lijken op voorouders
 Kenmerken:
o Geen wortels
o Stengelachtige en bladachtige structuren
o Zwak ontwikkeld geleidsysteem
o Staan op vochtige plekken
o Mineralen en voedingsstoffen opnemen via thalus

,  3 klassen van mossen
Levermossen Hauwmossen Bladmossen




 Korstmossen zijn geen mossen want het is een samenlevingsvorm tussen wier en schimmel



wier doet aan fotosynthese en geeft suiker aan schimmen en heeft water
en mineralen nodig voor het wier

 Wolfsklauwen
 Hebben wortels, stengels en eennervige bladeren
 Hebben vaatweefsel met vaatbundels
 Hebben sporten in sporenaren
 Varens
Varens: klasse van paardenstaarten Varens: klasse van echte varens Voorplantingscyclus




 Mossen, wolfsklauwen en varens zijn sporenplanten: vormen sporen – kleine, taaie structuren met gehalveerde
Uit sporen
set aankomt demateriaal
erfelijk voorkiem waarop de eicellen en zaadcellen
zitten. Uit de bevruchte eicel komt jonge varens en groeien uit tot
volwassenen
Op onderkant van blad liggen sporen in sporenhoopjes of doosjes
waar er een reductie deling is en maar de helft van hun genetisch
materiaal hebben. sporen groeien uit tot voorkiem

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jinty. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €10,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 49051 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€10,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd