De wetenschappelijke methode
= Omvat het formuleren van specifieke vragen en vervolgens het systematisch vinden van antwoorden.
Door verschillende methoden van kennisverwerving te combineren, hopen we de valkuilen te vermijden van andere,
afzonderlijke methodes. Wat voor andere methodes zijn er dan?
Alternatieve methodes v
kennisverwerving
methoden van kennisverwerving = De verschillende manieren of methoden die mensen gebruiken om antwoorden te vinden,
worden
Niet wetenschappelijke methodes van kennisverwerving:
Vasthoudendheid of ‘fixatie”
Autoriteit
Intuïtie
Rationaliteit
Empirisme
Vasthoudendheid / fixatie methode
= Een idee of overtuiging wordt vastgehouden omdat het eerder reeds als waarheid werd geaccepteerd.
Charles Sanders beschrijft in zijn boek "The fixation of belief" (1877) de “method of tenacity”.
“Verwar me niet met de feiten, mijn mening is al gevormd"
“Je kan oude honden geen nieuwe trucjes aanleren”
Probleem:
De initiële informatie is misschien niet nauwkeurig / fout. Het is niet makkelijk foute ideeën te corrigeren. Zelfs bij bewijs van het
tegendeel kan een overtuiging die algemeen geaccepteerd is, heel moeilijk te veranderen zijn.
Kan leiden tot “belief perseverance” ⇒
Belief perseverance= Het vasthouden aan je oorspronkelijke meningen in het aangezicht van overweldigende gegevens die je
overtuigingen tegenspreken.
We doen het allemaal (tot op een bepaalde hoogte), maar we zijn vooral kwetsbaar als het meningen betreft die een belangrijk
deel vormen van onze identiteit, of de verhalen die we over onszelf vertellen.
VB:
Pennnycook en Rand 2021: tonen aan hoe mensen meer geneigd zijn om onjuiste informatie te blijven geloven als het hen goed
doet lijken of hun zelfbeeld versterkt.
Als een individu bekend is geworden in een sociale groep door te beweren dat vaccins autisme veroorzaken, kan zij haar
zelfidentiteit opbouwen als iemand die autisme helpt voorkomen door andere ouders te helpen vaccinatie te vermijden. Toegeven
dat de oorspronkelijke studie die autisme in verband bracht met het MMR (mazelen-bof-rubella) vaccin uiteindelijk frauduleus werd
geacht zou haar slecht doen lijken, haar zelfbeeld aantasten en haar positie in haar sociale groep kunnen ondermijnen.
Autoriteit methode
Vertrouwen in een deskundige is zeker geen slecht uitgangspunt: Het is vaak de snelste en gemakkelijkste manier om antwoorden
te krijgen.
Enkele beperkingen:
Niet altijd juiste informatie
Uitspraken van experten worden (automatisch) als feiten geaccepteerd
Niet alle “experts” zijn experts
, Niet alle experts zijn dat ook in alles
Deskundigen vergissen zich ook:
The horse is here to stay, the automobile is a novelty (Michigan Bank manager to Henry Ford, 1908)
Who the hell wants to hear actors talk? (Jack Warner, 1930)
There is a world market for about five computers (Thomas Watson, IBM, 1943)
Guitar music is on the way out (Decca Records rejecting The Beatles, 1962)
If anything will remain unchanged, it is the role of women (David Riesman, 1967)
The Internet is full. Go away. (T-shirt, 1995)
Methode van intuïtie
Informatie wordt aanvaard op basis van vermoedens, ingevingen en instinct - omdat het gewoon goed aanvoelt!
Zeker een van de snelste manieren om antwoorden te krijgen.
In ambigue situaties, als er geen of onduidelijke richtlijnen of informatie voorhanden zijn, vallen we eerder terug op
intuïtie (Wat zal ik eten? Zal ik vanavond uitgaan of blijf ik thuis? …)
Bij de methode van de intuïtie wordt informatie aanvaard op basis van vermoedens, ingevingen en instinct - omdat het
gewoon goed aanvoelt!
Probleem: Hoe onderscheid je echte van “fake” feiten, nauwkeurige van onnauwkeurige kennis?
Mensen die meer vertrouwen op hun instinct, zijn beduidend slechter in het
onderscheiden van juiste beweringen en verkeerde informatie (“fake news”).
Mensen aanmoedigen om twee keer na te denken voor ze iets delen kan de
verspreiding van foutieve beweringen vertragen.
"Door mensen eraan te herinneren hun tijd te nemen en na te denken over
onbetrouwbare beweringen mensen te helpen verkeerde informatie te verwerpen
en hopelijk te voorkomen dat ze complottheorien beginnen te verspreiden”
De rationele methode (rationalisme)
=zoekt antwoorden door het gebruik van logisch redeneren
Een argument = een reeks premissen die logisch gecombineerd worden om tot een conclusie te komen.
Je begint met een reeks premissen (beweringen waarvan we aannemen dat ze waar zijn) en gebruikt logica (deductie) om tot een
conclusie te komen of antwoord te vinden
Rationalisme vind zijn oorsprong bij Rene Descartes, in zijn (beroemde / beruchte) boek “Meditationes de
prima philosophia”.
Volledige titel: Meditaties over de eerste filosofie in welke het bestaan van God en de onsterflijke ziel worden
bewezen.
Grondgedachte van Descartes’ rationalism: denken (“ratio”) het enige middel is om aan wetenschap en
filosofie te doen.
Overgeleverde waarheden kunnen onwaar blijken te zijn
Zintuigen kunnen bedriegen. Misschien is er wel een kwaadwillende demon die ons doorlopend probeert te
bedriegen.
Hoe kan men iets zeker weten?
Je kan aan alles twijfelen, je kan in alles bedrogen worden, maar dan nog is er iemand die twijfelt en
bedrogen wordt. Het simpele feit dát je twijfelt, impliceert dat je bestaat.
→ “Cogito ergo sum”.
→ Ook wel (doorgedreven) scepticism genoemd
,O LOGISCH ARGUMENT
=vereist dus geen directe waarnemingen of het verzamelen van informatie. Het is een systeem van logica waarbij premissen
gecombineerd worden om tot een logische conclusie te komen
Een eenvoudig voorbeeld van een logisch argument:
Alle 3-jarige kinderen zijn bang in het donker.
Els is een meisje van 3 jaar.
Els is bang in het donker. De eerste twee zinnen zijn premissen; laatste zin is een logische conclusie op basis van de
premissen. We proberen niet te bepalen of de premissen waar zijn, we accepteren ze als feiten.
Tweede voorbeeld:
Premisse 1: Alle bloemen hebben bloemblaadjes
Premisse 2: Rozen hebben bloemblaadjes
Conclusie: Rozen zijn bloemen.
Maar:
De conclusie “Rozen zijn bloemen” is niet noodzakelijk waar, omdat de premissen niet uitsluiten dat er niet-bloemige
objecten zijn die bloemblaadjes hebben
Probleem rationele methode:
Mensen zijn niet erg goed in logisch redeneren. We zijn geneigd niet-logische conclusies te accepteren die
consistent zijn met onze eigen overtuigingen (vb rozen zijn bloemen). Logische conclusies zijn alleen geldig als de
premissen waar zijn. De rationele methode "gaat ervan uit" dat de premissen waar zijn
Confirmation bias: The tendency to see the evidence that fits with what we believe, and to ignore or discount what
doesn’t
De empirische methode
maakt gebruik van observatie of directe zintuiglijke ervaring om kennis te verwerven.
We kunnen veel te weten komen enkel en alleen door observatie:
“Het is warmer in de zomer”, “kinderen zijn kleiner dan volwassenen”, “Het olieniveau in mijn auto is te laag”, …
Het is verleidelijk om te veel vertrouwen te stellen in onze eigen waarnemingen.
→ “Ik geloof het enkel als ik het met mijn ogen kan zien!”
De horizontaal-verticale illusie: Voor de meeste mensen lijkt de verticale lijn langer, ook al zijn beide lijnen precies
even lang.
Gestaltpsychologie Zie je een eend die naar links kijkt? Of een konijn dat naar rechts kijkt? Objectief gezien
is het geen van beide; het is eerder hoe je het interpreteert.
Je kan je eigen ogen niet altijd geloven!
Waarnemingen kunnen misleidend zijn, or verkeerd worden geïnterpreteerd
We zien dingen die er niet zijn.
Het is ook mogelijk om nauwkeurige waarnemingen te doen, maar vervolgens verkeerd te interpreteren wat je ziet.
De zon komt op in het oosten en gaat onder in het westen.
Conclusie: De zon draait in een grote cirkel rond de aarde. Het is vaak vlugger en ook veiliger om de rationele of autoriteit
methode te gebruiken.
, De wetenschappelijke methode
Door verschillende methoden van kennisverwerving te combineren, hopen we de valkuilen te vermijden van andere, afzonderlijke
methodes. Omvat het formuleren van specifieke vragen en vervolgens het systematisch vinden van antwoorden.
Bestaat uit een reeks stappen⇒
O DE STAPPEN VAN DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE
1. Observeer gedrag of andere verschijnselen.
2. Vorm een hypothese.
3. Gebruik je hypothese om een toetsbare predictie te genereren.
4. Test de predictie door middel van systematische, geplande observaties of experimenten.
5. Gebruik data /gegevens/waarnemingen om de oorspronkelijke hypothese te ondersteunen, te weerleggen of te verfijnen.
VOORBEELD: Pijn en vloeken
Hoe onderzoek je vloeken als een respons op pijn?
1. Observeer gedrag of andere verschijnselen
Wetenschappelijke methode begint vaak met waarnemingen (d.w.z. met de empirische methode). Dit kunnen toevallige of
informele observaties zijn → Newton en zijn appel . Het kan zijn dat je je baseert op iemand anders onderzoek (de methode van
autoriteit)
De auteurs van het vloeken onderzoek observeerden (zichzelf of anderen) vloeken als reactie op pijn. Op basis van hun observaties
begonnen zij zich af te vragen of het vloeken zelf enig effect heeft op de ervaring van pijn. Ze waren waarschijnlijk maar getuige van
een klein aantal vloekende mensen, maar veralgemeenden hun observaties tot de hypothese dat vloeken een gemeenschappelijke,
universele, reactie op pijn is. Ze pasten inductie toe ⇒
Inductie= Generaliseren vanuit een beperkte hoeveelheid waarnemingen. Het vormen van een algemene conclusie op basis van
specifieke voorbeelden.
Je ziet 5 witte zwanen, daarom zijn alle zwanen wit.
2. Vorm een hypothese:
Deze stap in het proces begint gewoonlijk met het identificeren van andere factoren of variabelen, die samenhangen met je
observatie.
Variabele: Een element dat in onderzoek doorgaans verwijst naar kenmerken of omstandigheden die veranderen of verschillende
waarden kunnen hebben voor verschillende personen.
Welke andere variabelen zijn geassocieerd met pijn en vloeken? De auteurs van de studie begonnen met het bestuderen van
bestaand onderzoek naar vloeken en de ervaring van pijn (= achtergrondonderzoek) ⇒
VB: De waargenomen relatie tussen pijn en vloeken kan verband houden met een aantal andere variabelen.
Pijn kan scherp en tijdelijk zijn, zoals een speldenprik, of langdurig, zoals het houden van je hand in ijskoud water.
Het kan zelf toegebracht zijn.
Het kan afhangen van de sociale omgeving en houdt misschien verband met persoonlijkheid.
Misschien dat het gebruik van obsceniteiten de ervaring van pijn kan verminderen.
Er zijn dus heel wat mogelijke variabelen die de relatie tussen pijn en vloeken kunnen beïnvloeden.
Er zijn dus ook heel wat mogelijk hypotheses!
Vloeken als reactie op pijn komt vaker voor wanneer de pijn zelf is toegebracht dan wanneer het komt van een externe
bron.