Samenvattingen verplichte lectuur:
Deel 0:
NBB Verslag 2023 H8 Overheidsfinancien
Hoofdstuk 8 van het verslag over overheidsfinanciën beschrijft de uitdagingen en evolutie van de
Belgische begroting in 2023. Hier zijn de belangrijkste punten:
1. Begrotingssaldo en primair tekort:
o Het begrotingstekort steeg in 2023 met 0,7 procentpunt BBP tot 4,2% BBP.
o Dit kwam door een toename van de primaire uitgaven en de impact van
vergrijzing, indexering van lonen en sociale uitkeringen.
o Het primair tekort bedroeg 2,5% BBP, wat wijst op een expansief begrotingsbeleid
ondanks het economisch herstel.
2. Uitgaven en schuld:
o Structurele stijging van de primaire uitgaven met 1,7 procentpunt van het
potentiële BBP sinds 2019.
o Sociale uitkeringen, vooral pensioenen en gezondheidszorg, vertegenwoordigden
meer dan de helft van deze stijging.
o De schuldgraad nam toe tot 105,2% BBP, aanzienlijk hoger dan vóór de
pandemie.
3. Rentelasten:
o De rentelasten stegen in 2023 door hogere rentetarieven.
o Verwacht wordt dat deze lasten in de komende jaren verder zullen toenemen.
4. Regionale verschillen:
o De stijging van het tekort was vooral merkbaar op federaal niveau, terwijl
regionale tekorten stabiel bleven.
o Coördinatie tussen federale en regionale overheden blijft een uitdaging.
5. Europees kader:
o De Europese Commissie dringt aan op een reductie van het begrotingstekort tot
onder 3% BBP tegen 2026.
o Nieuwe regels vereisen structurele hervormingen en een strikte beperking van de
groei van uitgaven.
6. Aanbevelingen en vooruitzichten:
o België moet een substantiële begrotingsinspanning leveren, met name op
federaal niveau.
o Het land behoort tot de EU-landen met het hoogste risico voor houdbaarheid van
overheidsfinanciën.
, FPB 2024-06 Economische vooruitzichten 2024-2029
In 2024 zal de groei van de nominale arbeidskosten per uur vertragen tot 3,7%, voornamelijk
door een lagere indexering (3,0%). Bruto-uurlonen vóór indexering stijgen minimaal (+0,1%) door
sociale akkoorden en GGMMI-verhogingen, terwijl andere factoren, zoals het stopzetten van
werkgeversbijdragereducties, voor een opwaartse druk zorgen (+0,5%). Voor 2025-2029 wordt
een gemiddelde jaarlijkse stijging van de nominale arbeidskosten per uur van 2,5% verwacht. De
indexering vertraagt tot gemiddeld 2,0%, terwijl de bruto-uurlonen vóór indexering met 0,6% per
jaar groeien.
De marktwerkgelegenheid vertraagt in 2024 (+0,5%) door een ongunstig overloopeffect en een
zwakkere activiteit. Vanaf 2025 herstelt de groei tot gemiddeld 0,95% per jaar, maar blijft lager
dan 2017-2022. In de verwerkende nijverheid worden banen verloren tot 2029, ondanks
productiviteitsgroei. De bouwsector ziet een beperkte werkgelegenheidstoename door hogere
productiviteit. Bij marktdiensten halveert de groei in 2023-2024, maar trekt vanaf 2025 aan
(+1,2% per jaar), zij het minder dynamisch dan voorheen.
De overheidswerkgelegenheid neemt aanzienlijk af. Waar in 2023-2024 nog enige groei zichtbaar
is (+15.100 banen), blijft deze voor 2025-2029 beperkt tot gemiddeld 1.600 banen per jaar, met
name in defensie en lagere overheden.
De werkgelegenheidsgraad stijgt van 72,1% in 2023 naar 74,1% in 2029, minder sterk dan in de
voorgaande zes jaar. De werkloosheidsgraad daalt slechts geleidelijk door een ruimer
arbeidsaanbod en een verhoging van de pensioenleeftijd. De administratieve
werkloosheidsgraad stijgt tot 9,2% in 2024, maar neemt af naar 8,1% in 2029.
Deel 1:
Coyle 2024 F&D Fundamental economic changes require departure from simplistic
economics:
The passage highlights how the economy has evolved since the mid-20th century, making older
economic models outdated. Diane Coyle argues that welfare economics, based on assumptions
like perfect competition and fixed preferences, no longer fits today's reality. The modern
economy is global, digital, and marked by market concentration and environmental crises like
climate change. Current tools like cost-benefit analysis and GDP growth focus are insufficient.
Economists must develop new methods to measure and analyze the intangible, nature-
constrained economy of the 21st century. A major shift in economic thinking is needed.
T1.2 02 (V) FT 2012-01-24 Wolf Public goods.pdf
Het document "The world's hunger for public goods" door Martin Wolf bespreekt publieke
goederen als essentiële bouwstenen van de beschaving. Deze goederen, zoals economische
stabiliteit, nationale veiligheid en een schone omgeving, worden gekenmerkt door n iet-
uitsluitbaarheid en niet-rivaliteit. Ze worden vaak niet voldoende geleverd door markten
vanwege marktfalen, wat overheidsinterventie vereist. Het artikel benadrukt de toenemende
complexiteit van publieke goederen in een mondiale context en de uitdagin gen voor staten om