Samenvatting klinische chemie 3
1. Point of care testing (POCT)
=/= zelftest → uitgevoerd door gebruiker
- Bedside testing of POCT: snelle resultaten (therapeutische omlooptijd = max. 5 min.)
- Buiten labo dus minimale training
- Soort staal, klein volume
- Resultaten betrouwbaar genoeg voor triage
- Koppeling aan LIS
- Identificatie
Beter zorg patiënt
Zie ppt voor casussen
POCT in (immuno)chemie POCT in hematologie/stolling POCT in microbiologie
1.1. POCT toestellen
- Gebruiksvriendelijk
- Groot aantal detectiemethoden: indicatorreactie, katalytisch, bindingsreactie,…
- Tafelmodellen (benchtop)
- Draagbare/ kleine modellen
Meetprincipes
Signaalvorming Types Voorbeeld
Optische detectie HemoCue (Hb) analyser
Elektrochemische detectie Glucose-stripmeting iSTAT
Optische beweging CoaguCheck Plus (PT-INR)
Oppervlakte verstrooiing Optische immunosensorts
1
,Soorten toestellen
Type 1: strip
• Strip → poreuze matrix met reagentia
• Monster toevoegen → vermengd met reagentia = signaal
• Signaal → afleesmodule of visueel
Vb.: strip-glucosemeter: Roche Accu-chek
Type 2: reactiecassette
• Reactiecassette / cartridge → bevat reagentia
• Monster loopt in cassette → menging met reagentia
• Signaal → afleesmodule
Vb.: iSTAT (Abbott)
Type 3:
• Monster reageert met reagentie op het opp.
• Signaal → op opp. of gekoppeld aan transducer die signaal omzet naar elektrisch signaal
Vb.: Triage panel
Glucose-stripmeting
vb. Accu-check inform
Glucose + H2O + O2 → Gluconzuur + H2O2 (oiv glucose-oxidase)
H2O2 → 2H+ + O2 + 2e- (oiv peroxidase)
2e-: omgezet in stroom op elektrode opp. → hoeveelheid stroom ~ hoeveelheid glucose
Bloedgas-cartridgemeting
Vb. iSTAT EG7+
Verschillende cartridges voor verschillende bepalingen.
Toestel detecteert type cassette en regel de vloeistofstroming binnen de cassette. Meet elektrische signalen die
omgezet worden in concentraties.
- ISE spanningsmeting: Na, Ka, Ca, pH, pO2
- Gasdoorlaatbaar membraan: pO2
- Geleidbaarheidsmeting: Hct, Hb vanuit Hct berekend
Afinion (Abbott)
- Op volbloed, plasma en urine → Hb1Ac, lipiden, CRP, ACR
1. Capillaire wisser
2. Membraanbuis: gecoat met anti-CRP Ab
3. Conjugaat: Anti-CRP Ab bekleed met gouddeeltjes
4. Wasoplossing: fosfaat gebufferde NaCl
5. Verdunningsvloeistof: boraatbuffer
Werking:
1. Staal automatisch verdund (boraatbuffer) + vloeistof die RBC lyseert
2. Passeert membraan gecoat met anti-CRP antilichamen
3. CRP uit staal vastgehouden aan membraan
4. Oplossing met anti-CRP antilichamen gecoat met ultra kleine goudpartikels doorheen membraan
5. Binden aan membraangebonden CRP → rode kleur
6. Overmaat goud-antilichamen weggespoeld met fosfaat gebufferde NaCl
7. Kleurintensiteit gemeten
8. → concentratie CRP in monster
2
,1.2. Voor- en nadelen van POCT
Voordelen
1) Korte pré-analytische fase
2) Kleine monstervolumes
3) Vaak volbloedanalyse mogelijk
4) Minder administratie noodzakelijk
5) Flexibele prikmomenten mogelijk
6) Overal uitvoerbaar
7) Directe beschikbaarheid van uitslagen
8) Mogelijke kostenbesparing door versnelling logistieke procedures
9) Korte responstijd = short turn around time (STAT)
Nadelen
1) Massale instructie van medewerkers noodzakelijk
2) Analytische prestaties vaak minder goed dan die van het laboratorium
3) Pré-analytische fase minder goed controleerbaar
4) Niet alle gebruikte apparatuur is koppelbaar
5) Invoering kan bedreigend overkomen op analisten (werkgelegenheid)
6) Geen eerste controle op uitslagen door laboratorium mogelijk
7) Vaak duurder dan laboratoriumbepaling
1.3. Organisatie en kwaliteitsborging van POCT diagnostiek
POCT team (lab)
Medisch adviserend comité
Multidisciplinair POCT management team
Gebruikers: verpleegkundigen, artsen, assistenten, stagairs
Ondersteunende diensten
Buiten ziekenhuis → huisartsen, apotheek, zelftesten
Stappen doorlopen:
o Bespreking voor en nadelen aangevraagde POCT
o Testfase van POCT
o Beslissing tot aanschaf/invoering
o Afspraken over verantwoordelijkheden van afdeling en labo
o Validatie POCT apparatuur en reagentia (juistheid, precisie, lineariteit, interferenties, gebruiksgemak)
o Koppeling van POCT-apparatuur aan beheersysteem en LIS
o Oprichting POCT team: kleine groep als aanspreekpunt die apparatuur controleren en kwaliteitscontroles uitvoeren.
• Scholing gebruikers
• Bereikbaarheid via diensttelefoon
• Kwaliteitscontroles
• Onderhoud apparatuur
• Voorraadbeheer reagentia
• Controle nieuwe lotnummers
o Instrueren en bijscholen van gebruikers en POCT analysers
o Kwaliteitsborging (interne en externe audits)
1.4. Rapporteren resultaten
Alle resultaten moeten in dossier patiënt
Duidelijk dat POCT test is
Uitvoerder moet traceerbaar zijn
1.5. Belangrijkste eisen voor POCT
Eenvoudig en veilig
Reagentia en materialen robuust qua gebruik en bewaring
Resultaten gelijk aan deze van centrale labo
3
, 2. Zuur-base evenwicht en bloedgassen
Bloedgassen
• pO2, pCO2: partiële druk (kPa of mmHg)
• informatie over zuur-base evenwicht in het lichaam
• labogids, extra HCO3-, base excess, O2 saturatie, totale CO2
• Daarnaast gemeten met zelfde toestel: elektrolyten, lactaat, glucose, HHb, COHb, etc.
Fysiologie O2
- O2 uit atmosfeer → gebonden aan hemoglobine → O2Hb (= oxyhemoglobine)
- pO2: partiële druk van opgeloste (vrije) O2 in bloed
o Normaalwaarden: 10,0 – 13,3 kPa (75-100 mm Hg)
- Zuurstofsaturatie: hoeveelheid O2 gebonden aan Hb (% van totale bindingsplekken op Hb)
o Normaalwaarden: >95%
- O2 gaat naar weefsels
- Functie: vnl. ------------------------------------------------------------------->
Om voldoende O2 bij de weefsels te krijgen heb je nodig:
- Goede ventilatie (longen)
- Goede perfusie
o Voldoende functioneel Hb
o Goede hartfunctie
o Voldoende circulerend volume
Fysiologie CO2
- pCO2: partiële druk van opgelost CO2 in bloed
o Normaalwaarden: 4,3–5,9 kPa of 32-44 mm Hg
- Ademhalingsfrequentie bepaalt hoeveel CO2 uitgeademd wordt.
- CO2 en pH: CO2: zwak zuur → invloed op pH
CO2 + H2O H2CO3 H+ + HCO3-
pH
➔ Bepaald door concentratie H+ in arterieel bloed
➔ Essentieel: metabole processen, act enzymen en SF, conformatie bio structuren
pH = - log [H+]
pH = 7,40 met range 7,35 < normale pH < 7,45
[H+] = 40 nmol/l met range 35 < normaal < 45 nmol/H+
Acidose: te lage pH < 7,35 → depressie CZS
o Teveel CO2 of tekort HCO3-
Alkalose: te hoge pH > 7,35 → overstimulatie CZS
o Tekort CO2 of teveel HCO3-
Let op: survival rate (6,9-7,8)
Symptomen acidose Symptomen alkalose
- Depressie CZS door ↓ synaptische transmissie - Overstimulatie van CZS en PZS
- Veralgemeende zwakheid ➔ Nervositeit
- Zware acidose veroorzaakt ➔ Spierspasmen
➔ Desorientatie ➔ Convulsies
➔ Coma ➔ Bewusteloosheid
➔ Dood ➔ Dood
4