→ Organismen niet langer geïsoleerd, maar deel van de omgeving.
Voegt Darwiniaanse dynamisme toe aan Linnaeus “statische” concept.
Wat is ecologie?:
GEEN IDEOLOGIE!
Ecologie bestudeert de interacties van organismen met hun biotische en abiotische omgeving, die de distributie en
abundantie van soorten bepalen.
Distributie = waar?
Abundantie = hoeveel?
Ecologie vs. biogeografie:
Exacte grens moeilijk te bepalen, ecosystemen zijn open.
Ecologie:
Regionale/ lokale schaal.
Tot duizenden jaren.
Biogeografie:
Globale/ regionale schaal.
Tot miljoenen jaren.
Overlapping op regionale ruimtelijke schalen en brede temporale schalen.
1. Onderwerp van de ecologie en historische situering 1
, Schaal van de ecologie:
Organismen.
Populaties.
Gemeenschappen.
Ecosystemen.
Ecologische hiërarchie:
1. Organisme
= Individu (van een bepaalde soort).
Hoe organismen worden beïnvloed door hun omgeving en hoe ze die omgeving beïnvloeden.
2. Populatie
= Groep individuen van een soort die samenleven in een bepaald gebied.
Aanwezigheid/afwezigheid van bepaalde soorten, hun abundantie en zeldzaamheid, de trends en variaties in
hun aantallen.
3. Gemeenschap
= Twee of meer populaties van verschillende soorten (niet enkel dieren) die leven en interageren in een bepaald
gebied.
Samenstelling en organisatie van ecologische gemeenschappen.
De wegen van energie en materie tussen levende en niet-levende componenten.
5. Biosfeer
= Alle ecosystemen op aarde samen.
Bioom:
= Relatief homogeen gebied met grote geografische uitgestrektheid waarbinnen biogeografen duidelijke verschillen
opmerken in flora en daarmee samenhangende fauna.
→ Klimatologisch onderverdeeld.
→ Wordt over gediscussieerd, maar werkt goed.
→ Aquatische biomen:
1. Mariene bioom
2. Zoetwater bioom
Habitat vs. biotoop:
Habitat: Biotoop:
Woonplaats/standplaats van een soort. Gebied met een bepaald landschapstype.
Betrekking op soorten. Betrekking op landschappen.
Verschillende habitats binnen een biotoop.
→ Planten hebben ook een habitat (en kunnen een biotoop vormen).
Ecosystemen - belangrijke punten:
Biotoop en biocenose vormen samen ecosysteem.
Ecosysteem is niet begrensd!
1. Onderwerp van de ecologie en historische situering 2
, Ecosysteem is altijd open!
Ecosysteem heeft geen dimensie!
Speciale (soorten) organismen:
Detritivoor:
= Een organisme dat leeft van DOM of detritus (DOM wordt rechtstreeks opgenomen en inwendig).
Saprovoor:
= Een organisme dat leeft van DOM en dat extracellulaire enzymen uitscheidt om dat materiaal af te breken alvorens het
op te nemen (voedsel wordt in vloeibare vorm opgenomen).
Reusachtige kokerwormen:
Diepzee rond black smokers.
Extremofiel (hoge druk en temperatuur).
Symbiose met zwavelminnende bacterie:
Bacterie zet zwavel om tot voedsel voor de worm en de worm zorgt voor een leefplaats voor de bacterie.
Cyanobacteriën met rood pigment in het Natronmeer:
→ Chemie van het landschap (rond het meer) beïnvloed de chemie van het meer.
Na-rijke ondergrond door lava uit het Pleistoceen.
Mineraalrijke warmwaterbronnen.
Max 3m diep → veel verdamping → hoge concentraties Na → extreme saliniteit.
Broedgebied voor flamingo’s.
Abiotische bestandsdelen:
= de niet-levende natuur, dus ook gestorven organismen.
Biotische bestandsdelen:
= de levende natuur.
Biocenose:
= Levensgemeenschappen, alle organismen in een bepaald gebied.
Zoöcenose = dierengemeenschap.
Fytocenose = plantengemeenschap.
Microbiocenose = microbiële gemeenschap.
Autotrofen:
= Organismen die zelf de organische stoffen produceren die ze nodig hebben.
Fotoautotroof = organismen die zelf chemische energie kunnen opslaan in een proces waarbij (zon)licht de
energiebron is, zonder hulp van andere organismen.
Chemoautotroof = organismen die zelf chemische energie kunnen opslaan uit oxidatieprocessen van anorganische
stoffen, zonder hulp van andere organismen.
Heterotrofen:
1. Onderwerp van de ecologie en historische situering 3
, = Afhankelijk van andere organismen om zich te voeden.
Herbivoren
Carnivoren
Omnivoren
Saprovoor = organisme dat zich voed met DOM in opgeloste vorm.
Detrivoor = organisme dat zich voed met DOM in vaste vorm.
→ Autotrofen en heterotrofen niet volledig gescheiden (vb. planten in mutualisme met zwammen).
De abiotiek en biotiek beïnvloeden elkaar!
Weer vs. klimaat:
Weer = verwijst naar toestand en veranderingen in de atmosfeer op korte termijn.
→ Door toeval bepaald, stochastisch.
Klimaat = beschrijft de gemiddelde weersomstandigheden in een bepaald gebied over een lange termijn (30+ jaren).
→ Grofweg te voorspellen.
Klimaat kan op twee manieren verschuiven:
Tijd en ecologische successie:
Successie = een ecologisch proces waarbij een merkbare verandering in de soortensamenstelling binnen een habitat
plaatsvindt.
→ Van pioniersvegetatie tot climax gemeenschap.
Primaire successie:
1. Pioniersoort
2. Intermediaire soorten
3. Climax gemeenschap
Secundaire successie:
(0. Natuurramp die de voorgaande gemeenschap uitroeit.)
1. Pioniersoort
2. Intermediaire soorten
3. Climax gemeenschap.
1. Onderwerp van de ecologie en historische situering 4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper femkevanhaeren. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,64. Je zit daarna nergens aan vast.