Chapter 1:introductie in de organisatiepsychologie
een omschrijving geven van organisatiepsychologie
Organisatiepsychologie is de wetenschappelijke studie van gedrag in
organisaties, met als doel het individuele en groepsgedrag beter te
begrijpen en te verklaren. De discipline onderzoekt hoe mensen zich
gedragen binnen organisaties, hoe groepen functioneren en hoe systemen
van organisaties, zoals structuur en cultuur, invloed uitoefenen op gedrag.
Het betreft een systematische studie die gebruikmaakt van experimenteel
en survey-onderzoek om verbanden te leggen tussen variabelen en
causale relaties vast te stellen.
een omschrijving geven van wat we verstaan onder een organisatie
Een organisatie is een bewust gecoördineerde sociale eenheid van twee of
meer personen, die op continue basis samenwerken om
gemeenschappelijke doelen te realiseren. Kenmerkend zijn:
1. Samenwerking tussen minimaal twee mensen.
2. Gerichtheid op doelstellingen, vaak vastgelegd in een
mission statement.
3. Specifieke taakverdeling met coördinatie en gezagsrelaties.
4. Continuïteit in haar functioneren en toekomstgerichtheid.
de rol van het mission statement en de corporate values van een
organisatie toelichten
Mission statement: Beschrijft de doelstellingen van de organisatie en
geeft richting aan alle activiteiten. Het bevordert eenheid en voorkomt
disfuncties door alle medewerkers op één lijn te brengen.
Corporate values: Definiëren de kernwaarden en normen die de
organisatie nastreeft, zoals klantgerichtheid, innovatie, diversiteit, en
duurzaamheid. Ze dienen als leidraad voor beslissingen en gedragingen
binnen de organisatie.
de hedendaagse tendensen in organisaties kunnen aangeven
Automatisering: De opkomst van robotica en kunstmatige intelligentie
(AI) heeft routinematige taken vervangen, waardoor efficiëntie en
productiviteit toenemen. Dit heeft echter ook geleid tot een verschuiving
in de arbeidsmarkt.
Globalisering: Wereldwijde integratie van economieën en markten heeft
geleid tot meer internationale samenwerking en concurrentie.
,Het Nieuwe Werken: Flexibiliteit in tijd en plaats, gericht op resultaat,
kennisdeling, en persoonlijke arbeidsvoorwaarden.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO): Organisaties
streven naar een balans tussen winst, milieu, en sociale
verantwoordelijkheid.
de impact van AI op werk toelichten
AI heeft grote invloed op werk door routinematige taken te automatiseren,
zoals productie en gegevensbeheer. Dit verhoogt de productiviteit, maar
heeft ook geleid tot verlies van banen in laaggeschoolde sectoren.
Tegelijkertijd is er een groeiende vraag naar vaardigheden zoals
probleemoplossing, creativiteit en interpersoonlijke communicatie.
Samenwerking tussen mens en machine wordt steeds belangrijker, en
ethische vraagstukken zoals banenbehoud vragen aandacht.
enkele voorbeelden van globalisering geven
Audi Brussel: Produceert auto’s die voor 90% bestemd zijn voor
buitenlandse markten.
Bekaert: Opent fabrieken in lagelonenlanden zoals China, India en
Brazilië.
Philips: Heeft vestigingen wereldwijd, waardoor medewerkers
internationaal kunnen opereren.
aangeven wat de vier principes van Het Nieuwe Werken zijn
Tijd- en plaatsonafhankelijk werken: Medewerkers bepalen zelf waar
en wanneer ze werken, ondersteund door technologie.
Sturen op resultaat: Managers focussen op output in plaats van
zichtbaarheid, wat verantwoordelijkheid en betrokkenheid vergroot.
Vrije toegang tot kennis: Teamwork en systemen voor kennisdeling
bevorderen samenwerking.
Flexibele arbeidsrelaties: Arbeidsvoorwaarden worden aangepast aan
levensstijl en bijdragen aan doelstellingen, in plaats van aan werkuren.
bespreken wat de invloed is van telewerk op arbeid
Telewerk biedt flexibiliteit en verbeterde werk-privébalans, terwijl reis- en
kantoorkosten dalen. Het bevordert verantwoordelijkheid en creativiteit,
maar vraagt ook om aanpassing in leiderschap, aangezien managers op
afstand moeten sturen en motiveren. Tijdens de coronacrisis is telewerk
essentieel geworden en heeft het de acceptatie van flexibele
werkmethoden versneld.
,de betekenis van maatschappelijk verantwoord ondernemen toelichten
MVO is een strategie waarbij bedrijven streven naar een balans tussen
winst (profit), sociale verantwoordelijkheid (people), en
milieuvriendelijkheid (planet). Dit omvat eerlijke arbeidsomstandigheden,
het minimaliseren van de ecologische voetafdruk en het ondersteunen
van gemeenschappen. Het cradle-to-cradle (C2C)-principe speelt hierin
een rol door producten te ontwerpen die volledig hergebruikt of
afgebroken kunnen worden, wat bijdraagt aan een circulaire economie.
, Chapter 2: perceptie, attributie en besluitvorming
het onderscheid aangeven tussen gewaarwording en perceptie
Gewaarwording verwijst naar het proces waarbij we zintuiglijke
informatie uit onze omgeving ontvangen, zoals geluiden, geuren, beelden
of aanrakingen. Dit is een passief proces waarbij zintuigen de signalen
doorgeven aan de hersenen zonder dat er nog interpretatie of betekenis
aan wordt gegeven. Gewaarwording betreft dus de fysieke ontvangst van
prikkels door onze zintuigen.
Perceptie, daarentegen, is het actieve proces waarbij we de zintuiglijke
informatie die we gewaarworden, organiseren, interpreteren en betekenis
eraan geven. Perceptie omvat dus hoe we de ontvangen prikkels
begrijpen, categoriseren en evalueren op basis van onze eerdere
ervaringen, kennis en context.
de absolute en relatieve gewaarwordingsdrempel bespreken
De absolute gewaarwordingsdrempel is de minimale hoeveelheid
energie (of intensiteit van een prikkel) die nodig is om een zintuiglijke
ervaring waar te nemen. Het is de kleinste hoeveelheid stimulatie die een
individu kan detecteren, bijvoorbeeld het minst hoorbare geluid of het
zwakste licht.
De relatieve gewaarwordingsdrempel verwijst naar het verschil in
intensiteit tussen twee prikkels dat nodig is om een verschil waar te
nemen. Dit wordt vaak beschreven door de wet van Weber-Fechner, die
stelt dat het vermogen om verschillen waar te nemen afhangt van de
verhouding van de intensiteit van de twee prikkels. Bijvoorbeeld, het is
moeilijker om een klein verschil in gewicht te merken als je al een zware
belasting draagt dan wanneer je iets lichts vasthoudt.
aangeven hoe de perceptie afhankelijk is van externe prikkels en de
context hiervan
Perceptie wordt sterk beïnvloed door externe prikkels en de context
waarin ze zich voordoen. De kenmerken van de prikkel zelf (zoals sterkte,
duur en aard) spelen een rol in hoe deze wordt waargenomen. Daarnaast
is de context waarin een prikkel zich voordoet essentieel voor hoe we
deze interpreteren. Dit kan bijvoorbeeld het volgende omvatten: