Het jongere en oudere
schoolkind
Deel 1: Het jonge schoolkind
1. Werking van de kleuterklas met het oog
op de overstap naar het eerste leerjaar
1.1 Inleiding
Focus op de derde kleuterklas met oog op de overstap naar het eerste
leerjaar
1.2 Visie
1.2.1ontwikkelingsdoelen
- kwaliteit van het Vlaamse onderwijs wordt mede bepaald door de
eindtermen en ontwikkelingsdoelen (vastgelegd door de overheid)
- eindtermen en ontwikkelingsdoelen: minimumdoelen op gebied van
kennis, inzicht, attitudes en vaardigheden
- eindtermen= lager onderwijs, dienen behaald te worden om
getuigschrift van lager onderwijs te behalen
- ontwikkelingsdoelen= kleuteronderwijs, moeten niet allemaal
behaald zijn om de overstap naar het lager onderwijs te maken.
- Een maximale ontwikkeling van deze jonge kinderen zodat ze klaar
zijn om de overstap te maken naar het eerste leerjaar.
- Ingedeeld in een aantal leergebieden: lichamelijke opvoeding, mens
en maatschappij, Nederlands, wetenschappen en techniek, muzische
vorming en wiskundige initiatie -> vertaald naar leerplandoelen
1.2.2rijke ervaringskansen
leerplan benadrukt het belang van leren op verschillende manieren,
iedereen leert op een andere manier en heeft nood aan herhaling van
opgedane ervaringen
1
, rijke ervaringskansen aanbieden aan kinderen, op verschillende en
gevarieerde manieren ervaringen aangeboden en herhaald (ZILL)
Vier types ervaringskansen: ontmoeten, zelfstandig spelen en leren,
begeleid exploreren en beleven, geleid spelen en leren. Moeten
elkaar afwisselen om een krachtige en effectieve leeromgeving te
creëren.
Ontmoeten
- Samen zijn staat centraal: genieten van elkaars aanwezigheid,
verbonden voelen met elkaar, elkaar beter leren kennen, plaats om
in dialoog te gaan
- Zorgt voor perspectiefwisseling en kleuters ontwikkelen in het
denken vanuit het ik-niveau naar het jij-niveau en wij-niveau
- Onderwerpen komen uit de leef- en belevingswereld
Bv. Kringmomenten: rituele dagopening, afronding, gebedsmoment,
samen vieren van verjaardagen, fruitmoment, bewonderen van elkaars
werk, kennis maken met het belangstellingscentrum,…
Samenhorigheid en verbondenheid staat centraal
Kern: actief beleven en samenzijn
Verloop: inbreng kleuters en kleuterleidster
Voorwaarden:
- Je hebt een ontmoetende leerkrachtstijl: erkennen en aanvaarden
van elk kind, gevoelig zijn voor de signalen die een kind uitzendt,
authentiek en responsief opstellen
- Focus op het socio-emotionele: belangrijk dat de kleuter zich goed
voelt
- Sfeer creëren van samenhorigheid
- Terug- en vooruitblikken: op wat komen gaat of is geweest en
prikkelt de nieuwsgierigheid
Geleid spelen en leren
- Leerkracht neemt het voortouw: door de leerkracht gestuurd en
waar de kleuters al spelenderwijs leren
- Vaak nieuwe leerinhouden aangeboden, gericht gewerkt aan
ontwikkelingsdoelen en leerplandoelen
2
, - Scenario van de activiteit is zorgvuldig en doelgericht uitgewerkt
waardoor we spreken van een geleide activiteit (eens de opdracht
duidelijk is gaan de kinderen soms zelfstandig aan de slag)
- De leerkracht is vaker aanwezig om toe te zien of de gekozen doelen
nagestreefd worden (meer dan bij begeleid exploreren en bleven en
zelfstandig spelen en leren)
- Soms is de leerkracht wel de hele activiteit aanwezig om de nieuwe
leerinhoud aan te brengen of de doelen na te streven.
Bv. (kan zowel in groep als klassikaal) waarnemingsactiviteit,
hoeveelheden vergelijke, verhaal schrijven, luisterspelletjes, rijmspelletjes,
oefenen van schrijfpatronen, techniek van knippen leren,…
Kern: gestuurd spelen
Verloop: door de kleuterleidster bepaald
Voorwaarden:
- Specifieke voortzetting van de spelactiviteiten
- Gericht werken aan één of meerdere doelen
- Activiteit sluit aan bij de interesse, mogelijkheden en leefwereld van
de kleuters
- Focus ligt op het handelen, al spelenderwijs leren
Begeleid exploreren en beleven
- Je creëert een omgeving waar de kleuters actief kunnen exploreren
en beleven in hun vertrouwde leefwereld of net buiten de
comfortzone
- Samenspel van input van zowel de kleuters als de leerkracht
- Lkr: omgeving en materiaal klaarleggen met bepaalde doelstellingen
in het achterhoofd, maar bepalen ook de kleuters tussentijd voor
een stuk de doelen
Bv. Aanbieden van een watertafel met drijvende en zinkende
voorwerpen. Het kan zijn dat de kleuters enkel de potjes vullen en
leeggieten. Je kan als leerkracht mee onderzoeken en zelf ene input
doen. Je begeleidt de kleuters in hun ontwikkeling, maar zal niet zelf
het spel sturen.
3
, Boodschappen doen in de winkelhoek, kleuren, ballen, stemgeluiden,
exploratie naar de dierentuin, actieve huishoudelijke activiteit,
naspelen, plannen maken,…
- Vaak vertrekpunt om nadien hierover een geleide activiteit te geven.
Soms ook andersom
Kern: Veelzijdig en actief ontdekken van de werkelijkheid
Verloop: inbreng kleuters en kleuterleidster
Voorwaarden:
- Echte werkelijkheid komt aanbod
- Sluit aan bij de leefwereld van het kind
- Mogelijkheden tot speels, gevarieerd en actief ontdekken
- Werkelijkheid wordt veelzijdig verkend
- Kansen tot uitdrukken van gevoelens bij de beleving
- Reflecteren over de waarden die de beleving oproept
- Activiteit nodigt uit tot verdere exploratie
Zelfstandig spelen en leren
- Kleuters bepalen volledig zelf het spelverloop
- Lkr bepaalt soms wel met welk materiaal of in welke hoek ze mogen
spelen, soms ook niet
- Je creëert een krachtige speel- en leeromgeving en moedigt je
kleuters aan om eigen keuzes en plannen voorop te stellen.
- Je speelt mee, gaat in op hun fantasie, doet stimulerende
tussenkomsten zonder het spel te leiden of sturen
Bv. Poppenhoek, verkleedkoffer, boekenhoek, knutselhoek, zandtafel,…
Kern: vrij spelen en leren
Verloop: door kleuters bepaald
Voorwaarden:
- Voldoende aanbod van uitdagend en veilig materiaal
- Spelmateriaal biedt rijke ontwikkelingskansen
4