Interpreteren, onderzoeken en
theorie vormen
Schleiermacher....................................................................................23
Dilthey:................................................................................................24
Gadamer..............................................................................................24
Deel 1 Inleiding:...................................................................................34
Deel 2: Traditioneel account:...............................................................35
Deel 3: Kritieken van Packer................................................................36
Geertz – Thick descriptions..................................................................39
2 methoden.........................................................................................45
Inleiding vak?
Focus ligt op verkrijgen van inzichten in de epistemologische (kennis) en
ontologische (het zijn) veronderstellingen van kwalitatief onderzoek in de
PW.
Epistemologie
- Kennisleer: wat is kennis?
- Wanneer we zeggen “ik weet dit of dat”, wat is de grondslag (of wat
zijn de criteria) voor deze uitspraak? Wat is de grond van
onze zekerheid wanneer we iets met zekerheid beweren te weten?
Enz
Ontologie
- ‘onto’ en ‘logos’ (Grieks on [genetief ontos] “zijnde”; werkwoord:
einai [“zijn”]
- (Metafysische) studie van “wat is”: wat is datgene waarvan we
zeggen dat het
bestaat, en welke zijn dan de redenen daarvoor?
Voorbeeldvragen in document ‘Inleiding 2425’
Paragmatische werkwijze = verklaren
1
,Pedagogische wetenschappen in dit kader? Hangt van de
onderzoeksvraag af! Dit opo geesteswetenschappen.
Culbertsen Words underway p13-21
-> groot uitgaanspunt van dit OPO
Doordat we met taal bezig zijn kunnen we grappen verstaan,
ongemakkelijke situaties begrijpen, instructies opvolgen,
Taal is een transformative event. Mensen krijgen vorm door taal.
Wie je bent wordt getekend door de taal waarin je grootgebracht bent. We
worden gevormd door taal. Je leert kijken naar de wereld.
De mens als talig wezen: implicaties voor kwalitatief onderzoek in de pedagogische
wetenschappen.
In dit opo gebruiken we kwalitatieve interviews en (etnografische
(onderdompelen in groep om te observeren)) observaties.
2
, - Kwalitatief interview: met elkaar praten (vragen en antwoorden);
het interview opnemen en transcriberen; analyse; het uitschrijven
van de onderzoeksbevindingen.
- EO: aantekeningen (fieldnotes) maken, opschrijven wat men ziet;
analyse; uitschrijven van het onderzoeksrapport (‘bevindingen’).
= Een vorm van kwalitatief onderzoek waarbij de onderzoeker zich
onderdompelt in een gemeenschap of organisatie om gedragingen
en interacties van dichtbij te kunnen observeren. De term etnografie
verwijst ook naar het geschreven rapport dat de etnograaf na afloop
opstelt.
ZIE SCHEMA hieronder!
Martin. Heidegger (non-dualistic account of being in the world)
- Leerling van Tuuserl:
o Bewustzijn op zich is er niet, je bent bewust vàn iets. We
kunnen maar van bewustzijn spreken als er maar bewustzijn is
van iets buiten onszelf.
o Het denken van het denken vindt hij niet bestaande.
- Ze vergeten dat mensen in een wereld geboren worden. En de
wereld zo aan hen voorafgaat. ‘being in the world’ ‘in der welt sein’
‘da sein’
- De wereld waarin je geworpen wordt, gaat meebepalen hoe je naar
iets kijkt.
- Iets bestaat ‘existance’ maar wat is het, wat is de betekenis ‘being’
o Wat iets is voor ons wordt bepaald door onze menselijke
praktijken.
Vb: voor de lector een papierenlezer om zen les mee te
verzorgen, voor de TI-mensen iets kapot dat ze moeten
maken.
Als je de betekenis van iets niet kent of weet, ontsluit dit op
een andere manier en kan het alles zijn. Zo kan een
geldbriefje ook een tekening, zakdoek, waaier, ... zijn.
- Volgens heidegger: er gaat praktisch engagement voor aan wat we
weten. Je hebt dingen geleerd, je komt van een baby die niets weet
tot nu met al je kennis die je door de omgeving hebt opgevangen.
- Eerste relatie tot de wereld = zorg
- Begrijpen (verstehen) is geen cognitief gebeuren, maar een
praktisch gebeuren. Je begrijpt de wereld rondom je, omdat je erin
opgegroeid bent.
o Verstehen is een zijnsconditie, geen techniek of methode.
3
, - Tabel in boek (tabel 8.1 The relationship between understanding
and interpretation) 3 fases van hoe we met dingen omgaan (niveaus
van engagement):
1. Je verwacht dat iets zich op een bepaalde manier gedraagt,
je stelt je hier geen vragen bij.
2. Als iets niet doet wat je verwacht (laptop plat, pen leeg,
tafel kapot)
-> circumspection: je kijkt rond, zoekt oorzaak waardoor het
ding anders was dan gedacht.
3. Uitspraak over het object -> dan wordt het voorwerp van
kennis
-> Dualistic opvatting gaat terug op moderne epistemologie (Descarte,
Hume, Kant -> dualisme = het uitgaan van het bestaan van twee
tegenover of naast elkaar bestaande, tot niets anders meer te herleiden
grondbeginselen)
PIJL
Moderne epistemologie = wetenschap die het wezen, de
verwervingsmethoden, de geldigheid en grenzen van menselijke kennis
bestudeert; kennisleer.
Descartes
o Heeft de problematiek van dualisme grondig geformuleerd.
o Stelt de zekerheid van zijn kennis in vraag.
Het antwoord hierop ligt in de rede
Rationalisme
Enige weg tot zekere kennis verloopt via de rede
Grondslag voor kennis lag eerst buiten het subject,
volgens Decartes ligt dit in het subject)
Probeer te twijfelen aan het eigen denken. Dat is dan
een bevestiging van het denken
-> subject is fundament van de kennis
-> Brugprobleem: hoe raak je terug van in subject naar
de WKH?
Hume
4