Deze samenvatting vertrekt vanuit de verschillende lessen en werden nadien bijgewerkt en ingevuld. Alle PowerPoints en nuttige schema's zijn er in verwerkt.
Alles wat Prof. L. Mergaerts gedoceerd heeft zit erin.
Oefeningen met antwoorden zijn ook in de samenvatting.
N.B.: Het boek werd enkel w...
Inhoud
Deel I. Een korte inleiding in de (rechts)psychologie..............................................4
1. Een schets van de (rechts)psychologie...........................................................7
1.1. De oorsprong en geschiedenis van voor het recht relevante psychologie 7
1.2. Rechtspsychologie als één van de verschillende op het recht toegepaste
en voor het recht relevante psychologische disciplines...................................8
1.3. De doelstellingen en reikwijdte van de rechtspsychologie........................9
1.4. De context en doorwerking van het rechtspsychologische onderzoek....10
2. De binnen de (rechts)psychologie gehanteerde methoden en technieken van
onderzoek......................................................................................................... 13
2.1. De rechtspsychologie als empirische wetenschap..................................13
2.2. De rechtspsychologie: een overwegend kwantitatief experimentele
traditie........................................................................................................... 15
2.3. Beperkingen van het bestaande rechtspsychologische onderzoek.........21
Deel II. The bigger picture: het belang van het vinden en toepassen van best
practices............................................................................................................... 29
1. De waarheidsvinding en procedurele rechtvaardigheid.................................29
1.2 Waarheidsvinding als ultieme doel & de juistheid van de rechterlijke
beslissing....................................................................................................... 29
1.2 Procedurele rechtvaardigheid en de aanvaarding van de rechterlijke
beslissing....................................................................................................... 29
2. Gerechtelijke dwalingen................................................................................ 32
2.1. Concept................................................................................................... 32
2.2. Prevalentie wereldwijd............................................................................ 34
2.3. De afwezigheid van erkende onterechte veroordelingen in België..........36
2.4. De oorzaken van gerechtelijke dwalingen...............................................37
2.5. Het voorkomen en herstellen van gerechtelijke dwalingen.....................58
3. Het waarborgen van de procedurele rechten van de betrokkenen................61
3.1. De relevantie van internationale en Europese mensenrechten...............61
3.2. Het risico op een schending van het recht op een eerlijk proces............62
3.3. De impact op andere fundamentele rechten...........................................62
Deel III. Het bekomen van informatie van partijen betrokken in een procedure...64
1. Bij wijze van achtergrond: enkele basisprincipes met betrekking tot
waarneming en geheugen................................................................................. 64
1.1. De werking van het geheugen................................................................64
1.2. Invloeden op het geheugen.....................................................................66
1.3. Pseudoherinneringen.............................................................................. 72
1.4. Verdringing en hervonden herinneringen................................................73
1
, 1.5. Geheugenverlies voor een delict?...........................................................75
2. Het onderzoeken en wegen van scenario’s en het belang van alibi’s...........77
2.1. Alternatieve scenario’s............................................................................77
2.2. Een alibi als het startpunt van een alternatief scenario..........................79
2.3. De beoordeling van de geloofwaardigheid en waarachtigheid van een
alibi................................................................................................................ 80
2.4. Enkele kanttekeningen bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van
alibi’s en het onderzoek daarover..................................................................89
3. Het (ver)horen van betrokkenen...................................................................92
3.1. De centrale rol van verklaringen in procedures.......................................92
3.2. Verschillende verhoorstijlen en hun impact.............................................92
3.3. De noodzaak van toegenomen op best practices gebaseerde training en
opleiding...................................................................................................... 106
4. Kwetsbare personen.................................................................................... 115
4.1. Kwetsbaarheid en kwetsbare personen: what’s in a name?..................115
4.2. De kwetsbaarheid van verdachten........................................................125
4.3. Kwetsbare getuigen en slachtoffers......................................................135
4.4. Enkele reflecties bij de waarborgen voor kwetsbare personen in de
Belgische context......................................................................................... 139
5. Op zoek naar de waarheid: leugendetectie.................................................140
5.1. Concepten............................................................................................. 140
5.2. Fysiologische technieken: de polygraaf.................................................142
5.3. Verbale leugendetectiesignalen............................................................151
5.4. Een bijzondere vorm van ‘misleiding’ als obstakel van leugendetectie:
malingering.................................................................................................. 153
6. Het identificeren van daders: ooggetuigenherkenningen............................157
6.1. Meervoudige confrontaties (of lineup procedures)................................157
6.2. Verschillende procedures......................................................................157
6.3. De in acht te nemen variabelen om de kwaliteit van een lineup en de
uitkomst ervan te beoordelen......................................................................161
7. Het bekomen en beoordelen van informatie in enkele specifieke niet-
strafrechtelijke contexten................................................................................ 169
7.1. Familierecht: echtelijke geschillen en echtscheidingsprocedures..........169
7.2. Asielprocedures..................................................................................... 179
7.3. Conflicten met betrekking tot het merkenrecht (Zie tekst toledo)........186
Deel IV. Juridische besluitvorming en de totstandkoming en preventie van bias en
fouten................................................................................................................. 196
1. De psychologie over hoe mensen denken en beslissingen nemen..............196
1.1. Beslissingen in het dagelijks leven........................................................196
2
, 1.2. Rechterlijke en jurybesluitvorming........................................................198
2. Bias bij (juridische) besluitvorming.............................................................201
2.1. Heuristieken.......................................................................................... 201
2.2. Attributie............................................................................................... 203
2.3. Enkele specifieke biases onder de loep.................................................209
2.4. De invloed van psychologische mechanismen op de rechterlijke
straftoemeting............................................................................................. 220
2.5. Enkele bijkomende obstakels bij juridische besluitvorming...................224
3. De rol van deskundigen............................................................................... 237
3.1. De rol en meerwaarde van deskundigenexpertise................................237
3.2. Bias bij de besluitvorming door experts................................................239
3.3. De preventie van ondeugdelijke praktijken en bias...............................243
3
, Rechtspsychologie
Deel I. Een korte inleiding in de
(rechts)psychologie
1. De rechtspsychologie heeft Amerikaanse roots
Fout. Duitse roots.
2. Valse bekentenissen worden vooral afgelegd door mensen met psychische
problemen
Fout. Er zijn veel andere reden waardoor iemand een valse bekentenis aflegt
(b.v.d. situationele factoren). Het is vooral een minderheid van de valse
bekentenissen die door psychische problemen zijn veroorzaakt (verhoogt wel het
risico maar niet hoofdoorzaak).
3. Het is nodig om enige druk uit te oefenen tijdens een verhoor om
informatie te verkrijgen van een verdachte
Fout. Informatie zal gekregen kunnen worden maar het zal niet echt accuraat zijn
(kan ook weerstand hebben)?
4. Er zijn tot op heden geen onterechte veroordelingen in België
Ja en nee. Hangt fa van het perspectief. Officieel zijn er geen maar feitelijk (en uit
internationaal onderzoek) is het zeer onwaarschijnlijk dat er geen zijn. We weten
het niet omdat de procedure het niet toelaat om gemakkelijk boven water te
brengen en er is geen systematisch onderzoek in BE.
5. Traumatische herinneringen worden vaak verdrongen, maar blijven
onbewust wel een invloed uitoefenen op het functioneren van het individu
Fout. Het principe van verdringen is te omstreden omdat het niet strook met hoe
ins geheugen werkt (klinische psychologen gebruiken het maar dat is niet genoeg
om et zeggen dat het bestaat). Traumatische herinneringen kunnen bestaan
maar verder is het omstreden.
6. Geheugenverlies voor een delict is door de traumatische aard van de
feiten zeer courant bij verdachten
Fout. Het is niet zeer courant. De stelling zou kloppen als het om geveinsd
geheugenverlies wat zeer courant is bij verdachten (malingering).
7. Onschuldigen kunnen hun alibi meestal staven aan de hand van sterk
bewijs
Fout. Het is uitzonderlijk met sterk bewijs.
8. Inconsistente alibi’s worden nooit geloofwaardig geacht
Fout. In sommige gevallen is het wel geloofwaardig zelf is het inconsistent b.v.d.
als het om schaamte gaat. Uit onderzoek is het niet duidelijk wat de impact van
inconsistentie is. In sommige gevallen positief en in andere negatief. Nooit is fout.
9. De politie is beter in het detecteren van leugens dan gewone mensen
Juist. Als er gekeken wordt naar waar ze opletten maakt het geen verschil. De
ervaring veranderd niks, het blijft op kansniveau.
4
, 10.Het is mogelijk om op basis van non-verbaal gedrag leugens te detecteren
tijdens een verhoor
Fout. Uit onderzoek blijkt dat ze niet indicatief zijn. Er zijn geen waarneembare
verschillen omdat er geen uniek patroon is bij de mens (een trek van leugen bij
de ene kan een trek van waarheid zijn bij de andere). In een verhoorcontext is het
een no go.
11.Een polygraaf is de beste manier om leugens te ontmaskeren bij
verdachten
Fout. Het zijn andere alternatieve die beter (of even berer) zijn.
12.Het is nuttig om een ooggetuige een dader te laten identificeren op basis
van een foto van de verdachte
Het hangt er van af. In principe fout en is een show of niet nuttig (suggestief).
Maar het is wel nuttig als er geen twijfel is en louter een bevestiging is.
13.De waarneming en het geheugen van kinderen zijn geen goede bron van
informatie
Fout. Er is niets mis met hun geheugen en waarneming van kinderen. Moeten wel
goed opletten hoe we die informatie gaan verkrijgen
14.Er zijn verschillende goede criteria om de geloofwaardigheid van
verklaringen van asielzoekers te beoordelen
Fout. De vele criteria van de praktijk zijn gelinkt aan consistentie maar dat is
geen goede maat om de geloofwaardigheid van een verklaringen (van
asielzoekers) te beoordelen/in te schatten.
15.Het uiterlijk van de beklaagde beïnvloedt de straftoemetingsbeslissing
Juist. Het kan.
16.Rechters met meer dan tien jaar ervaring zijn minder vatbaar voor biases
in vergelijking met leken
Fout. Helpt bij besluitvorming maar bias gaat niet weggenomen worden (volledig
wegnemen is onmogelijk)
17.Het raadplegen van deskundigen in een procedure is een goed vangnet om
biases te voorkomen
Fout. Het gaat helpen in de besluitvorming maar bias is nooit uitgesloten.
Deskundigen gaan de persoonlijke biases niet wegenemen en zijn er zelf vatbaar
voor. Nooit helemaal uitgesloten.
18.Het gebruik van remote justice heeft hoofdzakelijk een positieve impact op
beklaagden
Fout. Als positief is het positief vooral voor getuigen en slachtoffers (situationele
impact). Voor beklaagden is het minder: minder participatie/oefening van hen
rechten en slechte impact op hen (meeste gevallen negatief)
19.De gesigneerde afstandsverklaring biedt afdoende zekerheid dat de
afstand vrijwillig en weloverwogen gebeurde
Fout. Het kan niet vrijwillig en weloverwogen zijn.
5
, 20.Deskundigen uit de gedragswetenschappen zijn vatbaarder voor biases in
vergelijking met deskundigen uit de forensische wetenschappen
Fout. Ze zijn beiden vatbaar. Er is geen reden om te zeggen dat de ene meer
vatbaar is dan de anderen. In gedragswetenschappen gaat het wel meer
uitdagend zijn om ze tegen te gaan.
6
,1. Een schets van de (rechts)psychologie
1.1. De oorsprong en geschiedenis van voor het recht relevante
psychologie
William Stern (grondlegger van de rechtspsychologie): Duister die zijn werk
grotendeels in de VS heeft uitgevoerd (maar de roots zijn niet in de VS maar in
Duitsland)
Deed ook in zij aula experimentjes om te kijken of het geheugen goed werkt (wat
kan je herinneren, hoe, hoelang, onder welke omstandigheden, …).
Een van de bekendste de mock crime experiment: mensen zijn getuigen
van een misdrijf en worden nadien gevraagd wat ze herinneren
=> veel resultaten
=> toepassing in rechtszakken/in de rechtbank waar getuigendeskundige was
(b.v.d.: een getuigen beweerd iets gezien te hebben vanop een lange afstand,
kan je de waarneming daarvan evalueren ?)
Hugo Münsterberg: is ook een Duister in de VS maar heeft zich als de
grondlegger laten kennen terwijl hij dat niet is en heeft ook Stern geplagieerd. Hij
was ook zeer scherp tegenover het recht (“domme juristen kijk ook ik het beter
kan).
Zijn psychologische inzichten werden dan niet echt gebruikt in het recht.
Dit is vandaag niet meer het geval
Focus : vooral op het geheugen en de feilbaarheid daarvan. Het geheugen is niet
perfect maar feilbaar maar is ook niet niks waard.
Werkt rechtspsychologie? Is het een geslaagd huwelijk?
De twee zijn complementair maar het is niet gemakkelijk om ze met elkaar te
verzoenen. Ze clashen omdat de aard van de 2 verschillend zijn.
- Descriptief (data) vs. prescriptief (regels) karakter
Psychologie is zeer beschrijvend: data verzamelen om de realiteit te beschrijven
zonder interpretatie (descriptief en retrospectief). Recht gaat veel meer om
regels te schrijven en zo gedrag reguleren die nog niet is gebeurd (prospectief).
- Onzekerheid (waarschijnlijkheden) & onduidelijkheden vs.
zekerheid & duidelijkheid
Psychologie gaat nooit kunnen zeggen wat er exact gebeurt is maar probeert het
zo goed mogelijk in te schatten. Psychologie gaat bijna nooit met zekerheid
kunnen stellen of iets fout/juist is (waarschijnlijkheid) Een rapport dat zegt dat er
met 100% iets is gebeurd, mag naar de vuilnisbak. Dit is lastig voor het recht dat
naar zekerheid/affirmaties streeft.
- Globale focus/groepsniveau/gemiddelden vs. individuele gevallen
7
, Psychologie spreekt zich uit met een focus op het groepsniveau/gemiddelden.
Maar in het recht moet het toegepast worden op één individu.
B.v.d.: uit een onderzoek op 300 studenten, is dit het gemiddelde resultaat. Wat
is de kan dat deze student di heeft gedaan/de waarheid zegt/het klopt wat hij
gezien heeft.
- Directional condition-probleem
De rechtspychologie probeert in te schatten wat de kans dat iets zich gaat
voordoen als de specifieke situatie - met bepaalde omstandigheden en stimulus
zoals licht, uur, ... - zich voordoet. In het recht is het omgekeerd, het resultaat is
er en er wordt gekeken naar de omstandigheden van voordien (Wat is de kans
dat mensen met … een misdrijf plegen? VS X heeft een misdrijf gepleegd, is de
omstandigheid Y de oorzaak?).
moeilijk om te verzoenen. Psychologie kan moeilijk zeggen of dat de
omstandigheden wel de oorzaak geweest zijn van het resultaat.
1.2. Rechtspsychologie als één van de verschillende op het
recht toegepaste en voor het recht relevante psychologische
disciplines
Hier worden een paar uitgelicht en de verhouding tussen elkaar uitgelegd
Rechtspsychologie – Forensische – Criminologische - (Sociale psychologie)
!!! In het Engels worden ze vaak verward of ondergebracht onder “Forensic
psychology”
Rechtspsychologie Forensische Criminologische
psychologie psychologische
Gegrond in Gegrond in klinische Gegrond in
functieleer: kennis psychologie over ontwikkelingen van
over waarneming, deviant gedrag van de algemene
geheugen en individuen psychologie
beslissingsprocessen In welke mate spelen
Een algemeen mentale stoornissen een
basiskennis van rol bij misdrijfplegers?
het geheugen is
noodzakelijk. Wat is afwijkend/deviant/
stoornis? “Normaal” is
cultureel en
tijdgebonden.
Niet alleen crimineel
deviant maar ook
psychologisch (b.v.d.:
mentale stoornissen).
Hoofdzakelijk Geen nadruk op Gesteund op
gesteund op empirisch onderzoek theorieën en
empirisch onderzoek (focus op individuele empirisch onderzoek
= het bestudeerd van de zaken)
werkelijkheid (b.v.d.: hoe = bestuderen of de
8
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper arnodeschuyffeleer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,98. Je zit daarna nergens aan vast.