deze samenvatting bevat examenvragen en discussievragen met daarbij het antwoord wat gevraagd gaat worden op het examen. het is erg uitgebreid met voldoende voorbeelden en verwijzingen naar het boek en de personen erin.
Inhoudsopgave
Twee aanklachten van Geert van Istendael (1999/2012).......................................................................................................7
Geert van Istendael wil dat vormgevers en scholen in vormgeving ermee stoppen. Waarom? Vind je dat hij
een punt heeft? Waarom wel, waarom niet?...................................................................................................7
In welke mate verschilt zijn lezing uit 2012 van zijn lezing uit 1999?...........................................................7
Geert van Istendael vindt o.a. dat we moeten stoppen met vormgeven omdat we alles al hebben. Maar dat
schreef hij meer dan 20 jaar geleden. Geef goede voorbeelden van design (uit je eigen vakgebied, dus geen
electronica) die er de laatste 20 jaar gekomen zijn en die we nog moeilijk zouden kunnen missen..............9
Discussievragen Geert van Istendael:...................................................................................................................................................................... 10
Hoe zou volgens Geert van Istendael design kunnen bijdragen aan een ecologisch verantwoorde
samenleving?.................................................................................................................................................10
Waarom is Geert van Istendael geen grote fan van vernieuwing? Verschilt zijn mening daarover in lezing 1
en 2?...............................................................................................................................................................10
Welke criteria maken dat een gebruiksvoorwerp goed is volgens Geert van Istendael? Ben jij het daarmee
akkoord?........................................................................................................................................................10
Wat denkt Geert van Istendael over de uitspraak "Form follows function"? Ontwerp jij met deze gedachte
in je achterhoofd? Waarom wel/niet?............................................................................................................11
Welke invloed denk je dat designonderwijs kan hebben op de producten die wij dagelijks gebruiken? Denk
je dat opleidingen hierin een grotere verantwoordelijkheid hebben om bij te dragen aan kwaliteit en
duurzaamheid?...............................................................................................................................................11
Stel dat je een product ontwerpt dat door veel mensen gebruikt gaat worden. Wat zou je belangrijker
vinden: het esthetische aspect of de functionaliteit van het ontwerp? Waarom zou dat aspect belangrijker
zijn voor gebruikers?.....................................................................................................................................11
Discussievragen Kaufmann.................................................................................................................................................12
Hoe kan design mooi zijn en toch goed werken volgens Kaufmann?...........................................................12
Welke dingen moeten ontwerpers volgens Kaufmann in gedachten houden om een product
gebruiksvriendelijk te maken?.......................................................................................................................12
Waarom is het belangrijk dat design ook inspeelt op gevoelens volgens Kaufmann?..................................12
Hoe kan een ontwerper rekening houden met de behoeften van de gebruiker in het ontwerp?....................12
Examenvraag: Wat is goed design volgens Kaufmann? Waarmee ben je wel akkoord/niet akkoord? Leg
bondig uit.......................................................................................................................................................14
Welke waarden of eigenschappen zou je belangrijk vinden in het design van alledaagse objecten? Denk
hierbij aan objecten die je vaak gebruikt.......................................................................................................14
Discussievragen George Nelson.............................................................................................................................................................................. 15
Wat bedoelt Nelson met het oplossen van problemen via design, en hoe verschilt dit van gewoon iets
moois maken?................................................................................................................................................15
Hoe kunnen ontwerpers vernieuwen zonder de bruikbaarheid van hun ontwerp te verliezen, volgens
Nelson?..........................................................................................................................................................15
Wat is de belangrijkste relatie tussen vorm en functie in design volgens Nelson?.......................................15
Hoe kan design het dagelijks leven van mensen beter maken volgens Nelson, en wat is de
verantwoordelijkheid van de ontwerper?......................................................................................................15
Examenvraag: Welke te hoge verwachtingen over design wil Nelson bijstellen en waarom?.....................15
Hoe beïnvloedt de omgeving waarin je leeft jouw keuze voor bepaalde ontwerpen of objecten? Wat zegt
jouw slaapkamer over jou?............................................................................................................................15
1
, Denk je dat design meer moet gaan over functionaliteit of over esthetiek? Waarom zou een balans tussen
beide belangrijk kunnen zijn?........................................................................................................................16
Discussievragen Dieter Rams.............................................................................................................................................16
Welk van de tien principes van Rams vind je het belangrijkst voor designers vandaag, en waarom?.........16
Waarom vindt Rams dat duurzaamheid belangrijk is in design, en wat betekent dit voor de ontwerper?....16
Wanneer is “minder is beter” niet van toepassing volgens Rams?...............................................................16
Hoe helpen Rams’ principes bij het maken van eenvoudige ontwerpen, en wat zijn de voor- en nadelen
hiervan?.........................................................................................................................................................16
Examenvraag: Wat bedoelt Dieter Rams met “Een goed ontwerp is zo weinig mogelijk ontwerp”?..........16
Examenvraag :Wat bedoelt Dieter Rams met “Een goed ontwerp is eerlijk”?.............................................17
Examenvraag :Welke criteria vergeet Rams volgens jou? Of is hij volledig?..............................................17
Wat zou voor jou een essentieel kenmerk zijn van een goed ontworpen product? Vind je bijvoorbeeld
duurzaamheid of eenvoud belangrijker, en waarom?....................................................................................17
Hoe zou “minder maar beter” volgens jou toegepast kunnen worden in de ontwerpen die je dagelijks
gebruikt? Wat zijn enkele voordelen van dit principe?.................................................................................17
10. Edgar Kaufmann jr........................................................................................................................................................19
Wat is goed design volgens Kaufmann? Waarmee ben je wel akkoord/niet akkoord? Leg bondig uit........19
12. George Nelson..............................................................................................................................................................19
Welke te hoge verwachtingen over design wil Nelson bijstellen en waarom?.............................................19
28. Dieter Rams..................................................................................................................................................................20
Wat bedoelt Dieter Rams met “Een goed ontwerp is zo weinig mogelijk ontwerp”?..................................20
b. Wat bedoelt Dieter Rams met “Een goed ontwerp is eerlijk”?.................................................................20
Welke criteria vergeet Rams volgens jou? Of is hij volledig? Leg bondig uit..............................................21
23 Simon Mari Pruys – schoonheid zonder opzet (1972)....................................................................................................22
Examenvraag: Wat bedoelen Geert Van Istendael en Simon Mari Pruys met schoonheid zonder opzet?...22
Discussievragen (23). Simon Mari Pruys................................................................................................................................................................. 24
Wat bedoelt Pruys met “schoonheid zonder opzet” en kun je voorbeelden noemen van objecten die
volgens jou deze eigenschap bezitten?..........................................................................................................24
Waarom denkt Pruys dat ontwerpen zonder bewuste esthetiek een langere houdbaarheid hebben? Ben je
het eens met deze gedachte?..........................................................................................................................24
In de tekst zegt Pruys dat designers geen kunst moeten maken. Hoe interpreteer jij deze uitspraak en vind
je dat design meer moet zijn dan functioneel?..............................................................................................24
Volgens Pruys is schoonheid een bijproduct van functionaliteit. Vind jij dat een goed ontwerp vooral
praktisch moet zijn of speelt esthetiek ook een belangrijke rol?...................................................................24
Heb je ooit een object gezien dat niet ontworpen lijkt om mooi te zijn, maar dat je toch esthetisch
aantrekkelijk vond? Waarin zit voor jou de schoonheid?.............................................................................25
Vind je dat functionaliteit belangrijker is dan schoonheid bij alledaagse objecten? Kun je een voorbeeld
geven van een object dat je gebruikt en waarin deze balans (of het gebrek eraan) opvalt?..........................25
29 Discussievragen Donald Norman...................................................................................................................................26
Wat betekent gebruiksvriendelijkheid volgens Norman, en kun je een product noemen dat volgens jou
hieraan voldoet?.............................................................................................................................................26
Norman stelt dat goed design aansluit bij de intuïtie van gebruikers. Wat bedoelt hij hiermee, en denk je
dat dit altijd mogelijk is?...............................................................................................................................26
2
, Waarom vindt Norman dat ontwerpers zich moeten richten op de logica en denkwijze van mensen? Vind
je dat ontwerpers dit genoeg doen in moderne producten?...........................................................................26
Denk aan een apparaat of gebruiksvoorwerp dat je lastig vond om te gebruiken. Wat maakte het moeilijk,
en hoe zou jij het verbeteren als je de kans had?...........................................................................................26
Welk product ziet er prachtig uit, maar werkt helemaal niet? Denk je dat gebruiksvriendelijkheid soms
wordt opgeofferd voor esthetiek? Waarom wel of niet?...............................................................................27
Examenvraag: wat bedoelt Norman met natuurlijke signalen? Kan je voorbeelden (van het ontbreken
ervan) geven?.................................................................................................................................................27
11 Discussievragen Vance Packard.....................................................................................................................................28
Examenvraag: Kan je bij elk van de acht antwoorden op emotionele behoeften die Vance Packard geeft
andere, meer actuele voorbeelden geven (die idealiter ook dichter aanleunen bij wat jullie ontwerpen:
interieurs en meubels)? Kan je nog andere soorten emotionele behoeftes bedenken?..................................28
Examenvraag: Vance Packard vindt het inzetten op emotionele noden van gebruikers door reclamemakers
verwerpelijk. Vind je dat hij gelijk heeft? Waarop zou reclame volgens jou moeten inzetten?...................29
Hoe beschrijft Packard het concept van “emotionele behoeften” in de context van design en marketing?..30
Op welke manieren spelen marketeers volgens Packard in op emoties zoals status en veiligheid?.............30
Hoe legt Packard uit dat producten worden geassocieerd met gevoelens, en wat is volgens hem het doel
hiervan?.........................................................................................................................................................30
Welke technieken gebruikt de marketing volgens Packard om in te spelen op de emotionele behoeften van
consumenten?................................................................................................................................................30
13. Ernest Dichter – de ziel der dingen (1960)....................................................................................................................32
Examenvraag: Wat bedoelt Ernest Dichter als hij zegt dat “dingen bezield zijn” en hoe beargumenteert hij
dat? Ben je het met hem eens? Waarom?......................................................................................................32
Discussievragen Ernest Dichter............................................................................................................................................................................... 33
Hoe verklaart Dichter dat mensen vaak meer waarde toekennen aan objecten dan hun functionele waarde?
.......................................................................................................................................................................33
Welke rol speelt emotionele waarde volgens Dichter in de manier waarop mensen objecten waarderen?. .33
Hoe legt Dichter uit dat gebruiksvoorwerpen ook een “spirituele” betekenis voor mensen kunnen hebben?
.......................................................................................................................................................................33
31. Mihaly Csikszentmihalyi – over emotionele gehechtheid 1 (1995)...............................................................................34
Examenvraag: Aan welke voorwerpen hechten de meeste mensen belang volgens de schrijver en waarom?
En al welke voorwerpen (smartphones en andere digitale apparaten niet inbegrepen) hecht jij belang of
vind je dat iedereen belang zou moeten hechten?.........................................................................................34
Discussievragen Mihaly Csikszentmihalyi............................................................................................................................................................... 35
Wat verstaat Csikszentmihalyi onder “emotionele gehechtheid” aan objecten?...........................................35
Welke rol spelen herinneringen volgens Csikszentmihalyi in de waarde die mensen hechten aan objecten?
.......................................................................................................................................................................35
Hoe legt Csikszentmihalyi uit dat bepaalde voorwerpen kunnen bijdragen aan ons gevoel van identiteit?.35
Welke redenen geeft Csikszentmihalyi voor het feit dat mensen vaak aan bepaalde objecten gehecht raken?
.......................................................................................................................................................................35
35. Donald Norman – over emotionele gehechtheid 2 (2003).............................................................................................36
Examenvraag: Hoe definieert Donald Norman kitsch, en hoe en waarom verdedigt hij kitsch?..................36
Discussievragen Donald Norman............................................................................................................................................................................. 37
Hoe verklaart Norman de rol van emoties in onze beoordeling van producten?..........................................37
Hoe legt Norman uit dat herinneringen bijdragen aan onze gehechtheid aan bepaalde objecten?...............37
3
, Welke manieren beschrijft Norman waarop ontwerpers kunnen inspelen op de emoties van gebruikers?. .37
41. Hilde Bouchez – Nabijheid (2017)................................................................................................................................38
Wat klaagt ze aan en waarin ziet zij de “bezieldheid” van dingen? Hoe sta jij tegenover wat ze aanklaagt?
.......................................................................................................................................................................38
Discussievragen Hilde Bouchez............................................................................................................................................................................... 39
Wat bedoelt Bouchez met het concept “nabijheid” in relatie tot mensen en producten?..............................39
Hoe verklaart Bouchez dat massaproductie volgens haar de afstand tussen mensen en producten vergroot?
.......................................................................................................................................................................39
p welke manier legt Bouchez uit dat producten een duurzame relatie met de gebruiker kunnen bevorderen?
.......................................................................................................................................................................39
Welke aanbevelingen doet Bouchez aan ontwerpers om een gevoel van “nabijheid” in hun ontwerpen te
creëren?..........................................................................................................................................................39
40. Ann Meskens - over Plastic (2010)...............................................................................................................................40
Examenvraag: Is het problematisch dat Barbie een ontwerp van plastic is?.................................................40
Externe examenvragen powerpoint: hoe wil jij als vormgever omgaan met genderverschillen? Wat
betekent inclusief ontwerpen in de genderkwestie en hoe zou jij dat aanpakken?.......................................40
Wat is de pink tax? Waarom bestaat deze? Ben jij daarmee akkoord? Waarom wel/niet?...........................40
Wat is jouw mening over de film Barbie? Waarom? Kan deze film iets leren over genderrollen en
feminisme? Onderbouw je mening met argumenten.....................................................................................40
15. Jane Jacobs – Trottoirballet (1961)...............................................................................................................................41
Wat gebeurt er bij een ‘trottoirballet’, welk punt wil Jane Jacobs maken?...................................................41
Waar moeten ontwerpers rekening mee houden bij het ontwerpen van buurten?.........................................41
kan je nog een vijftal voorbeelden opsommen van incidental design?.........................................................41
Wat vind jij van Huib Hostes ontwerpadviezen? Moet je als ontwerper überhaupt rekening houden met
genderverschillen? Waarom wel of waarom niet? Hoe zou jij als ontwerper met genderverschillen
omgaan?.........................................................................................................................................................42
Examenvraag: Wie is Jane Jacobs en waarom zou je een troittoir (=voetpad) bottum up ontwerpen? Wie
zou jij betrekken in het ontwerpproces?........................................................................................................42
22. Victor Papanek – Design voor de echte wereld (1971).................................................................................................43
Welk punt probeert Papanek te maken? Hoe kan jij als ontwerper aan zijn visie bijdragen (probeer in je
antwoord zo concreet en zo realistisch mogelijk te zijn?).............................................................................43
Kan jij nog voorbeelden geven van goed, relevant design voor iedereen wereldwijd, ook de
onbemiddelden? Van design for the real world?...........................................................................................44
Examenvragen: Waarom ontwerpen we volgens Papanek niet enkel voor minderheden? Deel jij dezelfde
visie? Waarom wel/niet?...............................................................................................................................45
Waaraan zou je 10 procent van je tijd moeten spenderen van Victor Papanek? Waarom? Voor welke
behoefte zou jij je ‘onbetaalde’ tijd willen inzetten? Waarom?....................................................................45
17. Simon Mari Pruys – Architectuur is méér dan foto’s (1965).........................................................................................46
Examenvraag: Welk punt maakt Simon Mari Pruys? Wat is jouw mening hierover, hoe kan je omgaan met
zijn waarschuwing?.......................................................................................................................................46
Discussievragen Simon Mari Pruys......................................................................................................................................................................... 46
Simon Mari Pruys stelt dat een fotograaf een interieur kan beïnvloeden. Hoe beschrijft hij deze invloed, en
in hoeverre denk jij dat foto’s een eerlijke weergave van architectuur kunnen bieden?...............................46
Simon Mari Pruys bekritiseert het beoordelen van architectuur op basis van foto’s. Wat is zijn bezwaar, en
zie jij toch waarde in foto’s voor het begrijpen van gebouwen?...................................................................46
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper izadevrindt. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €16,06. Je zit daarna nergens aan vast.
