Deel 1: MICRO ECONOMIE
HC 1 Wat is economie
Welvaart bestuderen en zoeken naar de efficiënte oplossingen
Definitie: menswetenschap die het keuzegedrag bestudeert wanneer er veel behoeften zijn,
maar slechts beperkte middelen. Consument doet aan nutsmaximalisatie en de producent
aan de winstmaximalisatie
Opportuniteitskost: waarde van het beste niet-gekozen alternatief
Adam Smith: David Ricardo:
Grondlegger van vrije marktsysteem arbeidsspecialisatie in internationale handel
arbeidsverdeling en -specialisatie, rol comparatieve kostentheorie
eigenbelang en vrije markt
absoluut kostenvoordeel
Autarkie->zelfvoorzienend: productie=consumptie
Internationale handel-> productie=niet consumptie
Een land heeft het meeste voordeel bij specialisatie met internationale handel
indien de eigen nationale ruilvoet het meest afwijkt van de internationale ruilvoet.
Vrije marktsysteem:
- Individuele rationaliteit leidt tot collectieve rationaliteit – A.Smith
- Onzichtbare hand = prijsmechanisme
Formele analyse: wetten vraag en aanbod
- Maximale welvaart
Marktvraag: Marktaanbod:
- totale hoeveelheid die alle consumenten - Totale hoeveelheid die alle producenten
samen willen kopen van een bepaald samen willen verkopen van een bepaald
product in een bepaalde periode product in een bepaalde periode
- q= V(p, inkomen y, reclame, smaak, - Determinanten= q=A(p, lonen, intrest,
verwachtingen,…) technologie, taksen,…)
- ceteris paribus: prijs verandert en de - POSITIEF verband
rest blijft constant - Reservatieprijs = marginale kosten
- NEGATIEF verband - Beweging langs: prijs is de oorzaak
Substitutie-effect en inkomenseffect - Verschuiving van: andere determinant,
- Reservatieprijs = niet p
betalingsbereidheid
- Beweging langs: prijs is de oorzaak
- Verschuiving van: andere determinant,
niet p
Marktevenwicht: V=A dus q vraag=q V p q aanbod
p>pevenwicht = A-overschot dan moet + + + p dalen
p<pevenwicht = A-tekort dan moet p V- p- q- stijgen
wetten van vraag en aanbod A p- q
evaluatie vrijemarktsysteem + +
voordeel: A- p q-
- Vrijheid van consumptie en productie
+
- Allocatieve efficiëntie: geen structurele overschotten of tekorten
- Maximale welvaart
- Realistisch mensbeeld
Nadeel:
- a-etische
- vrijheid om foute dingen te doen
- marktfalingen -> overheidsingrijpen HC 2 en 3
micro-economische welvaartsmeting
Vraag Aanbod Marktuitkomst
- f(prijs, inkomen, smaak, - f(prijs, kosten, - v=a of MB=MK
alternatieven,…) technologie,…) - evenwichtsprijs,
- negatieve relatie - positieve relatie evenwichtshoeveelhei
tussen prijs en tussen prijs en d = magneet
gevraagde hoeveelheid gevraagde - geen permanent
- betalingsbereidheid=Ma hoeveelheid overschot of tekort
rginale private baat - minimaal - pareto efficiënt
(welke voldoening het gewenste - CS+PS =
, je geeft) ontvangst= max.welvaart in pc
- Consumentensurplus marginale private zonder oh-ingrijpen
kost
- producenten
surplus
OH: waarom?
Ethisch, maatschappelijk, protectionistisch, inkomsten genererend, gebruik afremmen of
stimuleren
Dilemma: gebruik afremmen/ belangrijke inkomsten -> afweging belangrijk bij ontwerpen
belastingsstructuur
Marktconform: overheid grijpt in -> nieuw evenwicht (belasting, subsidies)
Niet-marktconform: overheid grijpt in-> onevenwicht
- minimum-en maximumprijs
minimum: producent berschermen -> A-overschot = welvaartsverlies,
belastingbetaler: consument indien
OH overschot opkoopt,… i.p.v. dat de producent anticipeert op lagere qvraag, pmin
groter dan pe = bindend
maximum: consument beschermen -> V-overschot = welvaartsverlies, wachtrijen,
zwarte markt mogelijk
pmax kleiner dan pe = bindend
prijscontrole
invoerrechten: protectie: land treft maatregelen om haar land te beschermen
- importtarief
- hoeveelheidsbeperking
- procedures
Ons land beschermen:
- douanerechten
waarderechten (% van de ingevoerde waarde)
specifieke rechten (forfaitair bedrag/eenheid) binnenland ontvangt douanerechten,
prohibitief invoerrecht
- contingenten/invoerquota: quotumwinst voor exporteur= geen inkomsten voor
de oh, dus voorkeur op de invoerrechten boven quota
vrijwillige exportrestricties = VER (vaak bij invoerquota)
- niet-tarifaire handelsbelemmeringen
- invoervergunningen
- hoeveelheidsbeperking/productiequota
producerende landen maken afspraken om hoeveelheid te beperken, om kunstmatig de
prijs hoog te houden vb OPEC landen
(in)directe belastingen
Directe belasting= zelf aan OH betalen
Indirecte belasting= niet rechtstreeks aan OH betalen
Vb ad valorem/waardebelasting(21%btw)
accijnzen …per liter/kg etc : effect op A- dus A naar L, nieuw evenwicht
Consumentenprijs +
producent krijgt wat consument betaalt -21% vd btw
Afwenteling belasting op consument via prijsstijging, prijsstijging is niet taks, del
afgewenteld door consument en deel gedragen door producent (prijsgevoelige C:
taks gedragen door P) (prijsongevoelige C: takst gedragen door C)
Afwenteling hangt af van elasticiteit (zie og1)
Subsidies = omgekeerde van de indirecte belastingen
- Aan producenten gegeven
- Verbruik te stimuleren, producenten ondersteunen A naar R
OG 1 Marktwerking bij perfecte competitie
Prijselasticiteit bij de VRAAG
- Formule en interpretatie:
- Wetten vraag en aanbod geven welke richting p en q wijzigen doordat een determinant
verandert, maar niet de grootte van de wijziging; dat doet de prijselasticiteit