Les 1
Dia 3
In Leviathan van Thomas Hobbes wordt het idee gepresenteerd dat in de natuurlijke toestand (de
zogenaamde staat van natuur), mensen constant in conflict verkeren, waarbij geweld en de
dreiging van geweld centraal staan. Dit wordt vaak aangeduid met de beroemde uitspraak van
Hobbes: "de mens is de wolf van de mens" (homo homini lupus). In deze situatie is er geen
georganiseerde samenleving, en is er dus geen zekerheid of rechtvaardigheid.
Belangrijke concepten uit Leviathan
• Zwaard = geweld: Hobbes stelt dat het zwaard symbool staat voor de macht van geweld
die mensen in de natuurlijke toestand gebruiken om hun eigen belangen te beschermen
en conflicten op te lossen. In de natuurtoestand is er geen centrale autoriteit die dit
geweld in toom houdt.
• Georganiseerde samenleving: In een georganiseerde samenleving, die volgens Hobbes tot
stand komt door een sociaal contract, wordt geweld verboden. Het idee is dat mensen
een overeenkomst sluiten om hun rechten op geweld over te dragen aan een centrale
autoriteit, de staat, in ruil voor veiligheid en orde.
• Staat heeft geweldmonopolie: In Hobbes’ visie heeft de staat het exclusieve recht om
geweld uit te oefenen. Dit betekent dat de staat de enige is die legitiem geweld kan
gebruiken, bijvoorbeeld via politie of leger, om de orde te handhaven en wetsovertreders
te straMen. Door dit geweldmonopolie kunnen burgers in een rechtstaat hun rechten en
veiligheid beter waarborgen, in tegenstelling tot de chaos van de natuurtoestand.
Samenvattend: Hobbes ziet de staat als noodzakelijk om de mens te beschermen tegen de chaos
van de natuurlijke toestand, waarin iedereen in constante angst leeft voor geweld. Door het
opgeven van individuele rechten en het overdragen van macht aan een soevereine autoriteit, komt
er een georganiseerde samenleving die geweld verbiedt en waarbij de staat het enige legitieme
geweldmonopolie heeft.
1
,Dia 5
Oorlog van iedereen tegen iedereen (Hobbes)
In Hobbes' Leviathan is de natuurlijke toestand (zonder centrale autoriteit) een situatie van
constante conflict en geweld, waarbij elke persoon het recht heeft om geweld te gebruiken om
hun eigen belangen te beschermen. Dit creëert een "oorlog van iedereen tegen iedereen" (bellum
omnium contra omnes), waarbij er geen veiligheid of rechtvaardigheid is.
Verbod op eigenrichting
Het verbod op eigenrichting houdt in dat niemand het recht heeft om zelf gerechtigheid te
brengen door geweld te gebruiken, omdat dit leidt tot chaos en verder geweld. Dit is een belangrijk
principe in de rechtsstaat en voorkomt dat mensen hun eigen recht in eigen hand nemen, wat de
stabiliteit van de samenleving zou ondermijnen.
Geweldsmonopolie van de staat
In een georganiseerde samenleving, zoals Hobbes voorstelt, wordt het recht om geweld te
gebruiken overgedragen aan een centrale autoriteit (de staat). Dit geweldsmonopolie houdt in dat
alleen de staat legitiem geweld kan gebruiken om de orde te handhaven en wetten af te dwingen.
Het verbod op eigenrichting wordt hier dus een essentieel onderdeel van het functioneren van de
rechtsstaat: zonder deze centrale autoriteit zou het gewelddadige conflict tussen individuen
blijven voortduren.
Max Weber en het geweldsmonopolie
De Duitse socioloog Max Weber heeft het geweldsmonopolie verder uitgewerkt als een van de
fundamentele kenmerken van een soevereine staat. Volgens Weber is de staat alleen legitiem als
het het exclusieve recht heeft om fysiek geweld en dwang te gebruiken. Het geweldsmonopolie
maakt de staat eMectief in het handhaven van de wet en het garanderen van veiligheid en orde
binnen de samenleving.
2
,Samenvattend: In een samenleving zonder centraal gezag, waar iedereen geweld mag gebruiken
(zoals in de natuurtoestand volgens Hobbes), ontstaat er een situatie van constante oorlog en
chaos. Dit kan worden voorkomen door het verbod op eigenrichting, wat betekent dat niemand
zelf recht mag spreken of geweld mag gebruiken. De staat neemt dit recht op zich door
het geweldsmonopolie, wat volgens Max Weber een essentieel kenmerk is van een soevereine
staat. Alleen de staat mag geweld gebruiken om de orde te handhaven en recht te spreken, zodat
de samenleving kan functioneren zonder voortdurende conflicten.
Dia 5
Materieel recht
Materieel recht verwijst naar de inhoud van het recht. Het bepaalt wat iemands rechten en
verplichtingen zijn in een bepaalde situatie. Bijvoorbeeld: het recht om een contract te sluiten,
eigendom te bezitten, of schadevergoeding te eisen.
Voorbeeld: In een civiele zaak kan het materieel recht bepalen dat iemand recht heeft op
schadevergoeding vanwege onrechtmatige schade, of dat een huurder recht heeft op de woning
zolang hij de huur betaalt.
Gerechtelijk recht
Gerechtelijk recht heeft betrekking op de procedures en regels die bepalen hoe je deze materiële
rechten kunt afdwingen. Het gaat over de manier waarop rechtsgeschillen worden opgelost, de
organisatie van de rechtspraak, en de uitvoering van rechtsvorderingen.
Voorbeeld: De regels die bepalen welk type rechter de zaak behandelt, welke termijnen er gelden,
welke procedure gevolgd moet worden (bijvoorbeeld civiel recht, strafrecht, of bestuursrecht), en
hoe een uitspraak wordt uitgevoerd.
3
, Het gerechtelijk recht omvat ook de organisatie van de rechtbanken en de procedures die gevolgd
moeten worden om een rechtszaak af te handelen. Dit sluit af met het executierecht, dat betreft
de uitvoering van een rechterlijke uitspraak, bijvoorbeeld door beslag te leggen op goederen of
een persoon te dwingen tot naleving van een uitspraak (zoals in het geval van een huurder die zijn
huur niet betaalt).
Executierecht
Het executierecht is het sluitstuk van het gerechtelijk recht en betreft de uitvoering van een
rechterlijke uitspraak. In sommige gevallen wordt niet een persoon zelf gedwongen tot actie, maar
wel zijn vermogen. Bijvoorbeeld, in een burgerlijk geschil kan de rechter een uitspraak doen die
een schuldenaar verplicht zijn schulden te betalen. Als dit niet gebeurt, kan de rechter besluiten
om goederen van de schuldenaar te laten verkopen om de schuld te voldoen.
Echter, in andere gevallen kan de uitvoering wel op een persoon zelf gericht zijn, bijvoorbeeld als
iemand een bepaald pand moet verlaten. In dit geval kan de politie en de gerechtsdeurwaarder
fysiek de verhuurder uit het pand zetten, gebruikmakend van geweld indien nodig.
Verplichting van de staat
Elke staat heeft de internationale verplichting om een gerechtelijk apparaat te organiseren dat
goed functioneert. Dit is ook vastgelegd in het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de
Mens), artikel 6, dat het recht op een eerlijk proces en toegang tot de rechter garandeert. De staat
is dus verplicht niet alleen om materiële wetten te maken, maar ook om procedures te
waarborgen waarmee deze rechten kunnen worden afgedwongen.
4