Preventieve mondzorg
1. Principes van gezondheidspromoties
1.1 Mondgezondheid, een maatschappelijk probleem
Mondziekten
- Groot wereldwijd probleem voor volksgezondheid
- Hoge prevalentie
- Negatieve gevolgen voor individuen, gemeenschappen en samenleving.
Mondziekten zijn onevenredig van invloed op armere en gemarginaliseerde groepen in de
samenleving, omdat ze nauw verbonden zijn met de socio-economische status en bredere sociale en
commerciële determinanten.
Toenemende consumptie van vrije suikers leidt tot:
- Toename van cariës
- Obesitas
- Diabetes
Meest voorkomende mondziekten wereldwijd zijn:
- Tandcariës → 35% v.d. wereldbevolking
- Parodontitis
- Tandverlies
- Kankers in lippen en mondholte
Deze en andere gegevens over ziektelast kwamen uit 186 studies met in totaal 3.265.546 personen 5
jaar of ouder in 67 landen.
Tussen 1990 en 2010 → de wereldwijde leeftijd gestandaardiseerde prevalentie bleef stabiel op
ongeveer 35%.
2010 → de gestandaardiseerde incidentie bedroeg 27.257 gevallen per 100.000 persoonsjaren, wat
niet significant verschilde van de schatting uit 1990 van 28.689 gevallen per 100.00 persoonsjaren.
Prevalentie bereikte hoogtepunt in 1990 en 2010; de eerste en grootste piek was op de leeftijd van
25 jaar en een tweede kleinere piek vond plaats rond de leeftijd van 70 jaar, met de latere piek
waarschijnlijk verklaard door verhoogde wortelcariës.
De meest recente gegevens uit 2015 bevestigden dat onbehandelde cariës in het permanente gebit
wereldwijd de meest voorkomende gezondheidstoestand bleef (34,1%).
In 2010 was ernstige parodontitis de 6e meest voorkomende gezondheidstoestand, die wereldwijd
10,8% van de mensen, of 743 miljoen mensen, trof.
De wereldwijde gestandaardiseerde prevalentie en incidentie zijn sinds 1990 stabiel gebleven: in
1990 was de prevalentie 11,2% en de incidentie 696 gevallen per 100.000 persoonsjaren, vergeleken
met een prevalentie van 10,8% en een incidentie van 701 gevallen per 100.000 persoonsjaren in
2010.
,2.2 Het concept (mond)gezondheid
Socio-demografische verschuivingen, digitalisering van de informatiekanalen samen met sociale
media maken daarenboven dat mensen meer geïnteresseerd zijn in hun gezondheid en het beheren
van die gezondheid. Ze zijn mondiger geworden en hechten meer belang aan het concept van
kwaliteit van leven.
Eerder dan enkel te focussen op pathologie, ziekteprogressie en behandeling heeft een breder bio-
psycho-sociaal model de plaats ingenomen van het biomedisch/biotechnisch model en dat heeft zijn
weerslag op het klinisch handelen, onderzoek en beleid.
"Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet
slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken."
Ottawa Charter: om gezond te blijven, een individu of een groep in staat moet zijn zijn/hun
verwachtingen inzake gezondheid te identificeren en te realiseren. Het is belangrijk dat zij de
noodzakelijke middelen ter beschikking hebben die hen in staat stellen controle te hebben over de
zaken die hun gezondheid bepalen. Deze middelen worden als factoren gelinkt aan sociale,
economische en fysieke omgeving en de persoonlijke kenmerken en het persoonlijk gedrag, dit alles
gedefinieerd als determinanten van gezondheid
Positieve gezondheid: Gezondheid wordt niet enkel gezien als de af- of aanwezigheid van ziekte,
maar als het vermogen van mensen om met de fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om
te gaan en zoveel mogelijk eigen regie te voeren. Het gaat om het vermogen om met veranderende
omstandigheden om te kunnen gaan
6 gezondheidsdimensies om het gezondheidswelzijn te meten:
1. Lichaamsfuncties: medische feiten, medische waarnemingen, fysiek
functioneren, klachten en pijn, energie.
2. Mentale functies en -beleving: cognitief functioneren, emotionele
toestand, eigenwaarde/zelfrespect, gevoel controle te hebben,
zelfmanagement en eigen regie, veerkracht.
3. Spiritueel/existentiële dimensie: zingeving/meaningfulness,
doelen/idealen nastreven, toekomstperspectief, acceptatie.
4. Kwaliteit van leven: kwaliteit van leven/welbevinden, geluk beleven,
genieten, ervaren gezondheid, lekker in je vel zitten, levenslust,
balans
5. Sociaal maatschappelijke participatie: sociale en communicatieve
vaardigheden, betekenisvolle relaties, sociale contacten,
geaccepteerd worden, maatschappelijke betrokkenheid, betekenisvol
werk.
6. Dagelijks functioneren: basis Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL), instrumentele
ADL, werkvermogen, health literacy.
5 typerende kenmerken van gezondheid uit een verzameling van defenities van Vlaams instituut
Gezond Leven.
1. Lichaam, geest en sociale relaties - Er zijn verschillende dimensies van gezondheid.
2. Gezond zijn en gezond voelen - Objectief meetbare gezondheid en subjectief welbevinden
zijn beide belangrijke aspecten van gezondheid.
3. Gezondheid als positief begrip - Gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte.
, 4. Gezondheid als middel tot zelfrealisatie - Gezondheid maakt het mogelijk om persoonlijke en
haalbare doelen te bereiken.
5. Een onderdeel van een breder geheel - Gezondheid wordt gezien als een dimensie van
welzijn. - Gezondheid wordt gezien als pijler van duurzame ontwikkeling.
De 4 grote gezondheidsdeterminanten
1. Biologische factoren
2. Leefstijl
3. Omgevingsfactoren
4. Organisatie van de gezondheidszorg
Bedenkingen bij het concept positieve gezondheid
- Het is eerder een model van individueel welzijn dan van gezondheid
- Mogelijk beperkte invulling van gezondheidsbevordering door de te eenzijdige focus op het
individu en het niet benoemen van het belang van de omgeving.
- Te weinig wetenschappelijk onderbouwd
Projectie op mondgezondheid
Door FDI werd een bruikbare definitie voorgesteld waarbij een wat alles omvattend framewerk
mondgezondheid behandelt als een dynamische staat van welzijn, rekening houdend met fysieke,
mentale en sociale aspecten en met inachtneming van basis levensverwachtingen en dagelijks
functioneren. Dit beschrijft de interactie tussen drie kernelementen van mondgezondheid en een
reeks sturende determinanten en modererende factoren
1. De gezondheidsconditie van de mond, wat refereert naar de mogelijke aanwezigheid en
ernst van ziekte en de progressie ervan.
2. Het fysiologisch functioneren, wat refereert naar het vermogen een reeks acties te
ondernemen zoals spreken, kauwen, lachen, slikken, smaken
3. De psychosociale functie, wat op zijn beurt refereert naar het verband tussen
mondgezondheid en mentale status.
De sturende determinanten zijn:
- Genetische en biologische factoren
- Sociale omgevingsfactoren
- Fysieke omgevingsfactoren
- Gezondheidsgedrag
- Toegang tot zorg
Modererende factoren (el. Die bep. Hoe een persoon aankijkt tegen mondgezondheid)
- Leeftijd
- Cultuur
- Inkomen
- Ervaringen
- Verwachtingen
- Aanpassingsvermogen
,Rood staat hierbij voor ziektestatus in de mond, blauw is de ziektestatus van de mond en groen is
psycho-sociaal welzijn
Kenmerken van mondgezondheid:
- Het is een fundamenteel onderdeel van gezondheid en het fysiek en mentaal welzijn
- Het weerspiegelt de fysiologische, sociale en psychologische kenmerken die essentieel zijn
voor de kwaliteit van het leven
- Het wordt beïnvloed door persoonlijke aspecten zoals ervaringen, waarnemingen,
verwachtingen en aanpassingsvermogen
Gebaseerd op de definitie van mondgezondheid zal het bevorderen van mondgezondheid tot doel
hebben het bekomen en behouden van een functionele, pijn- en infectie vrije, esthetisch en sociaal
aanvaardbare dentitie, dit voor het leven en voor zoveel mogelijk mensen.
2.3 Hoe gezondheid bevorderen?
Belangrijkste determinanten voor het bevorderen van de gezondheid:
- De menselijke biologie
o Genetische factoren: erfelijke factoren hebben een aanzienlijke invloed op onze
gezondheid. Naast het bepalen van onze uiterlijke kenmerken zoals haarkleur, spelen
ze ook een rol in onze fysiologische eigenschappen, intelligentie en
persoonseigenschappen.
o Biologische factoren: dit zijn eveneens factoren binnen de mens, vaak fysiologisch
van aard, die mee het ontstaan van bepaalde gezondheidsproblemen in de hand
kunnen werken.
- Het persoonlijk gezondheidsgedrag & leefstijl
o Hieronder vallen alle gedragingen die een positieve of negatieve invloed hebben op
de gezondheid
- De organisatie van de zorg en de toegang ervan
o = alle gezondheidsvoorzieningen
o Hierin staan factoren die gericht zijn op hvh, kwaliteit, organisaties en relaties van
mensen
- De omgevingsfactoren
o Fysieke omgeving: dit is de bodem, het water, de lucht, het klimaat en de ons
omringende organismen. Deze factoren kunnen een rol spelen in het ontstaan van
gezondheidsproblemen al is het vaak moeilijk te achterhalen wat het effect is van
specifieke stoffen op de mens. Dit komt door verschillende manieren van
blootstelling alsook door het feit dat elke persoon anders reageert op verschillende
stoffen.
o Maatschappelijke omgeving: omvat de invloed van werk, school en gezin,
sociaaleconomische status, sociale omgeving en etnische achtergrond op onze
gezondheid.
Afhankelijk van de nadruk die men legt op 1 of meer van bovengenoemde determinanten kan de
aanpak bestempeld worden als 1. Medisch technisch, 2. Gedragsmatig of 3. Socio-omgevingsgericht.
Het Biomedisch/medisch-technisch model
. Vanuit de vaststelling dat het stromen van het bloed door het lichaam een mechanisch gebeuren is
ontstond de idee het lichaam te gaan beschouwen als een machine. Dit werd versterkt door het
, Cartesiaans dualisme waarbij er een strikte scheiding werd gemaakt tussen lichaam en geest. Ziekte
wordt dan ook beschouwd als een falen van het mechanisch functioneren van delen van dit lichaam.
Mond en mondaandoeningen worden hierbij als volledig gescheiden van het lichaam gezien.
Het bio-psychosociaal model
Waar het biomedisch model zich beperkt tot het lichamelijk patiënt niveau werkt het bio-
psychosociaal model op het geestelijke en omgevingsgericht niveau. Klinische biomedische gegevens
van de patiënt worden aangevuld met op het eerste gezicht subjectieve ervaringen van de patiënt. In
de mondgezondheid betekent dit model een belangrijke conceptuele verschuiving van een
‘stroomafwaartse’ biomedische/gedragsbenadering naar een ‘stroomopwaartse’ benadering met als
doel zich te richten naar bredere determinanten van mondgezondheid of met andere woorden
oorzaken van de oorzaken.
2.4 Gezondheidspromotie
‘’Gezondheidspromotie is het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld
worden om meer controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid, en zo hun
gezondheid te verbeteren.”
→ Doel om infectieziekten te reduceren door het gezonder maken van de omgeving en het
promoten van de persoonlijke hygiëne.
→Houdt meer in dan acties per individu. Het betrekt gemeenschappen, groepen binnen de
gemeenschap, organisaties zoals scholen of werkplekken etc.
5 brede terreinen van het Ottawa Charter:
1. Zorg voor een gezonde ondersteunende leefomgeving
a. Link tussen leefomgeving en gezondheid
b. Een omgeving die maakt dat de gezondste keuzes de gemakkelijkste keuzes zijn
2. Bouw een politiek beleid op met oog voor de gezondheid
a. Beleidsniveaus moeten rekening houden met het potentieel gezondheidseffect van
hun beslissingen
3. Versterk de maatschappelijke actie
a. Het werkt pas goed wanneer er acties worden ondernomen die nagaan wat de
prioriteiten zijn die bij de mensen leven en die polsen naar de strategieën die best
zullen aanslaan bij de betrokken mensen.
4. Ontwikkel de persoonlijke vaardigheden van mensen
a. Goede informatie en onderwijs
b. Zorgen voor het maken van goede keuzes die hun gezondheid ten goede brengen
5. Heroriënteer de dienstverlening in de gezondheidszorg.
a. Van curatief omschakelen naar preventief
Beleidsdomeinen die essentieel zijn voor verbetering van mondgezondheid op populatieniveau:
- Voeding en gezondheidsbeleid voor reductie van suikerconsumptie
- Gemeenschappelijke aanpak voor verbeteren van lichaams- en mondhygiëne
- Beleid voor stoppen met roken
- Beleid voor ongevallen preventie
- Beleid voor waterfluoridering
- Verzekeren van toegang voor passende preventieve thk zorg