Deze samenvatting is bedoeld voor studenten van de eerste bachelor Handelsingenieur en TEW en bevat alle theorie uit de werkcolleges van het vak Markten en Prijzen. De inhoud is volledig gebaseerd op de werkcollegevideo's en de aanvullende uitleg tijdens de werkcolleges. Let op: deze samenvatting o...
Module 1: speltheorie & productie
Speltheorie: situaties analyseren waarbij de beslissingen voor beide spelers gevolgen hebben
- Proberen voorspellen hoe spelers zich gaan gedragen & hoe waarschijnlijk de uitkomsten zijn
Spel: spelers die elk hun strategie kiezen om een zo goed mogelijk resultaat te bereiken
Belangrijke veronderstellingen:
- Simultaan spel: 2 spelers beslissen op hetzelfde moment hun strategie
- Rationeel gedrag: eigenbelang nastreven
- Spelregels gekend
Onderneming Y 1) P v. verticale onderneming bekijken
P# P$ 2) Bij aanduiden kijken ‘Wat als de
P#
Cijfers geven de winst- aan v/d 800 – 600 700 – 700 onderneming Y zijn P…’ hoogste
onderneming als ze hun P aanpassen P kiezen voor Q
Onderneming X P$ 900 – 500 750 – 550
Dominante strategie: dezelfde strategie volgen ongeacht wat de andere doet beste resultaat volgen
- Evenwicht in dominante strategieën: zodra beide spelers een dominante strategie hebben,
zal de combinatie hiervan de verwachte uitkomst zijn
Verwachte uitkomst = niet ideaal
Is altijd het enige nash-evenwicht
Coöperatieve uitkomst = Beste gezamenlijke uitkomst door afspraken ze te maken & samen te werken
- Maar, afspraken niet stabiel & is dit evenwicht dus onstabiel
- Algemeen: nastreven v. individueel belang gezamenlijk belang
Coördinatie spel: om de uitkomsten te maximaliseren is het voor beide spelers best dat ze dezelfde
strategie kiezen, dus coördineren, want als speler 1 strategie 1 kiest & speler 2
strategie 2 is er geen voldoening (vb. battle of the sexes)
- Er zijn totaal geen dominante strategieën
- Kijken wat de beste strategie is voor elke speler is gegeven de strategie v/d andere
- Resultaat = nash-evenwicht, kunnen er 2+ zijn
Nash-evenwicht: een combinatie v. strategieën waarbij geen enkele speler aanleiding heeft zijn
strategie te willen wijzigen gegeven de strategie v. een ander
- Algemener evenwicht evenwicht in dominante strategieën is altijd een nash-evenwicht
(niet )
Prouctiemogelijkhedencurve: Verzameling v. alle goederenbundels die een persoon, bedrijf/land max
kan produceren wanneer alle beschikbare productiemiddelen efficiënt zijn ingezet
- Punten op de curve = optimaal
- Bundels onder curve kunnen ook geproduceerd w., maar hier productiemiddelen niet
optimaal benut (bv. Machine kapot, werknemer te veel op gsm…)
- Bundels boven curve: kunnen niet bereikt w., door beperkte middelen = schaarste (werkuren,
Q machines…)
= productiemogelijkhedenverzameling
Opportuniteitskost: Q goed dat de onderneming minder kan produceren door het produceren v. 1
extra ander goed
, Gemiste opbrengst v/d beste mogelijke alternatieve aanwending v/d beschikbare
productiemiddelen
Kiezen is verliezen
- Vorm v/d curve: toont hoe de opportuniteitskost verandert indien we al meer v/e goed hebben
Concaaf: opportuniteitskost indien het goed (natuurlijke vorm)
Lineair: opportuniteitskost constant naarmate het goed (uitzonderlijk)
- Relatieve waarde aangezien het w. uitgedrukt in termen v/e ander goed
Productiemogelijkheden:
Q uren/eenheid textiel Q uren/eenheid wijn
Engeland 100 120
Portugal 90 80 Absoluut kostenvoordeel
Kan eenzelfde hoeveelheid wijn & textiel telkens produceren met minder uren de Engeland 8
100 5
Opportuniteitskost v/e eenheid textiel Engeland: =
120 6
- Voor 1 extra eenheid textiel zijn er 100 uren nodig gaat ten koste
100
v/d wijnproductie dus kunnen er ofwel 5/6 eenheden minder
120
wijn gemaakt w.
- Waarde = relatief: w. telkens uitgedrukt in termen v/e ander goed
- Rico curve = opportuniteitskost
Opportuniteitskost textiel Opportuniteitskost wijn
Engeland 5 6
eenheden wijn eenheden textiel
6 5
Portugal 9 8
eenheden wijn eenheden textiel
Portugal is relatief beter in het maken8v. wijn = comparatief voordeel
9 in het maken v. wijn
Engeland is relatief beter in het maken v. textiel = comparatief voordeel in het maken v. textiel
(opportuniteitskost hier het kleinst)
Internationale handel:
Specialisatie: landen gaan zich specialiseren in het goed waar ze een comparatief voordeel in hebben
Engeland zal een deel v. haar textiel ruilen voor wijn aan een ruilvoet: hier ruilvoet = 1
- 1 eenheid textiel = 1 eenheid wijn
- Specialiseert zelf in textiel & geg. is dat ze max 3600 eenheden
textiel kan produceren & zo ook consumeren
Zo kan engeland max. 3600 eenheden wijn consumeren
Consumptiemogelijkhedencurve: rico v. deze curve = 1 = ruilvoet
Module 2: Vraag & aanbod
Algemene vraagfunctie: schrijft de V als f(x) v. verschillende factoren waar deze afhankelijk aan is
- bv. P/e v. andere opties, inkomen, het weer, reclame…
Partiële vraag = V(p): de vraag in verband met de P & de gevraagde Q waarbij we alle andere factoren
constant houden (Ceteris Paribus)
- Oppervlakte onder deze curve = de totale bereidheid tot betalen
Reservatieprijs = maximale bedrag dat iemand wil betalen voor een goed
, De wet v/d vraag: Hoe hoger de prijs, hoe lager de vraag (negatief verband)
Consumentensurplus: verschil tussen de Q men bereid is te betalen & de werkelijke kost
Totale bereidheid tot betalen – totale uitgaven = oppervlakte boven de werkelijke kost
De marktvraag = V(q): vloeiende dalende curve, waar bij een hogere P minderen goederen w. gevraagd
Marginale bereidheid tot betalen = bereidheidheid tot betalen v/d consumenten voor het laatste
goed dat verkocht w.
Inverse vraagfunctie
Prijszetting afhankelijk v. verschillende factoren: productiekost, huur, loon hebben invloed op de P
Aanbodfunctie = A(p): functie die voor elk mogelijk prijspeil een aangeboden hoeveelheid goederen
geeft ceteris paribus (alle andere factoren veranderen niet)
- Geeft indirect ook de kostencurve weer
- Positief verband tussen P & aangeboden Q: Hoe hoger de P, hoe hoger de aangeboden Q
- Oppervlakte onder deze curve geeft de totale kost weer
- Inverse aanbodfunctie = marginale kost
Reservatieprijs: minimale bedrag waarvoor een producent zijn goed voor wil aanbieden, geeft
kostprijs/goed weer voor het produceren v. 1 eenheid
Producentensurplus:
Totale opbrengsten v/d producent – totale kost = oppervlakte tussen A(q) & werkelijke kost
Marktaanbod = A(q): vloeiende stijgende curve, waar bij een hoge P meer w. aangeboden
Marginale kost = de extra kost voor de producent die de laatste eenheid produceert
- Stijgt naarmate er meer eenheden aangeboden w.
Prijszetting: A = V evenwicht met evenwichtsprijs & evenwichtshoeveelheid
pV(q) = pA(q) of V(p) = A(p)
- Zodra hieronder: vraag > aanbod vraagoverschot, er is een opwaartse druk op de P
- Zodra hierboven: vraag < aanbod aanbodoverschot, er is een neerwaartse druk op de P
Overschotten zullen P terug doen laten evolueren 8
Variabelen die de V/A-curve kunnen doen verschuiven: P alternatieven, consumentenbudget, reclame…
Comparatieve statica: de analyse v/h effect op het evenwicht v. verschuivingen v. vraag & aanbod
Module 3: Elasticiteiten
Prijselasticiteit: Hoe gevoelig is de vraag naar een goed t.o.v. een prijswijziging
Eigen prijselasticiteit v/d vraag: meet de relatieve verandering in de vraag naar een goed bij een
relatieve verandering v/d P in dat goed
q1−q0
% ∆ Vraag q0
- EVp = = = – … altijd negatief & dimensieloos
% ∆ Prijs p1− p 0
p0
- Betekenis uitkomst: “Als de prijs v/h goed met 1% stijgt daalt de vraag met …%”
- Boogelasticiteit = de elasticiteit tussen 2 punten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elines1128. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,06. Je zit daarna nergens aan vast.