MATERIALEN, PRODUCTIE EN BEWERKING
INLEIDING
4 grote groepen waarin we materialen en hun eigenschappen in kunnen classificeren :
KERAMISCHE
METALEN METALEN
COMPOSIETEN
COMPOSIETEN
POLYMEREN
-> niet te theoretisch op ingaan soms gewoon classificeren
Materialen en hun eigenschappen worden ingedeeld in vier hoofdcategorieën.
8 groepen van materialen waarop we gaan ingaan tijdens de lessen :
1. Hout
2. Metaal
3. Kunststoffen
4. Glas en keramiek
5. Steen
6. Beton
7. Leder en textiel
8. Composieten
1
, 1. HOUT
1.1 OORSPRONG EN EIGENSCHAPPEN
• Natuurlijk materiaal:
o Hout wordt door de natuur geproduceerd en groeit vanuit een zaadje tot een
boom.
o Het houtige weefsel van de boom vormt zijn sterkte en structuur.
• Levende eigenschappen:
o De groeicyclus van de boom bepaalt de eigenschappen van het hout, waaronder
de tekening van de jaarringen.
• Beperkingen en duurzaamheid:
o Slechts een deel van de boom is bruikbaar voor productie.
o Bij houtverwerking wordt ook aandacht besteed aan duurzaamheid door het
gebruik van afval- en restmaterialen.
• Productie en verwerking:
o Hout wordt ontgonnen door de mens en verwerkt tot technische materialen die
breed toepasbaar zijn.
Lagen van de boom en hun functies
• Cambium:
o Een dunne, cirkelvormige laag tussen de
bast en het spinthout.
o Zorgt voor de groei van de boom door
constant nieuwe cellen aan te maken.
§ Aan de binnenkant: cellen
ontwikkelen tot spinthout en
uiteindelijk kernhout.
§ Aan de buitenkant: cellen vormen
de bast.
o Het cambium is de "motor" van de groei en
maakt het mogelijk dat de boom zowel in dikte als in hoogte toeneemt.
• Spinthout:
o Het actieve, levende hout dat verantwoordelijk is voor het opwaarts transport
van water en mineralen (van wortels naar bladeren).
o Zorgt voor de stofwisseling en voeding van de boom.
o Vormt kernhout aan de binnenkant naarmate de cellen verouderen.
• Kernhout:
o Dood, verdicht hout in het centrum van de boom.
o Zorgt voor sterkte en stabiliteit, waardoor de boom bestand is tegen externe
krachten zoals wind en gewicht.
o Niet meer betrokken bij vocht- of voedingsstoffenverkeer.
o Het kernhout is van hoge kwaliteit en wordt gebruikt voor meubels en andere
duurzame houtproducten.
• Bast:
o Levend weefsel dat neerwaarts transport mogelijk maakt van voedingsstoffen
(suikers) die in de bladeren zijn geproduceerd naar de wortels en andere delen
van de boom.
o Speelt een cruciale rol in de distributie van energie binnen de boom.
• Schors:
2
, o De afgestorven buitenlaag van de bast, die de boom beschermt tegen fysieke
schade, insecten en ziekten.
o Vormt een stevig "harnas" dat de levensprocessen van de boom ondersteunt.
Jaarringen
• Wat zijn jaarringen?
o Jaarringen ontstaan door de groei van het cambium, dat afwisselend lichte en
donkere lagen hout produceert.
§ In de lente en zomer: snelgroeiend, licht hout (lentehout).
§ In de herfst en winter: langzaamgroeiend, donker hout (herfsthout).
o Elke jaarring vertegenwoordigt één groeicyclus, meestal één jaar.
• Lezen van de jaarringen:
o De breedte en structuur van jaarringen vertellen het verhaal van de boom:
§ Brede ringen: gunstige groeiomstandigheden (veel zon, water en
voedingsstoffen).
§ Smalle ringen: ongunstige omstandigheden (droogte, schaduw, kou of
schade).
§ Vervormde of onderbroken ringen: bijzondere gebeurtenissen zoals een
takbreuk, brand of ziekte.
• Seizoensgebonden groei in gematigde gebieden:
o In West-Europa stopt de groei in de winter, en hervat deze in de lente.
o Door deze regelmaat ontstaan duidelijke jaarringen die de leeftijd van de boom
zichtbaar maken.
• Houttekening:
o Na het verzagen van de boom onthullen de jaarringen een karakteristieke
tekening die de esthetische waarde van het hout bepaalt.
Groei en structuur in de kruin
• Net als in de stam speelt het cambium een sleutelrol in de groei van takken.
o Nieuwe takken beginnen als groene scheuten en ontwikkelen zich tot houtige
structuren.
o Ook hier ontstaan bast, spinthout, en kernhout, waardoor takken stevig genoeg
worden om bladeren en vruchten te dragen.
Invloed van externe factoren op de groei
• Klimaat:
o Droge of koude perioden beperken de activiteit van het cambium, wat resulteert
in smalle ringen.
o Warme, vochtige omstandigheden bevorderen groei en creëren brede ringen.
• Omgeving:
o Nabijheid van andere bomen kan invloed hebben op de groei; schaduwrijke
bomen groeien bijvoorbeeld langzamer of in specifieke richtingen om licht te
bereiken.
o Bij schade aan de boom, zoals takbreuk, past de groei zich aan en is dit later
zichtbaar in de jaarringen.
3
, Soortelijk gewicht
= Het soortelijk gewicht geeft het gewicht van een kubieke meter (m³)
van een materiaal weer. Het is een nuttige maat om materialen
onderling te vergelijken.
Referentiepunt:
• Het soortelijk gewicht wordt vaak vergeleken met dat van water,
dat een standaardwaarde van 1000 kg/m³ heeft.
• Materialen zwaarder dan water (soortelijk gewicht > 1000 kg/m³) zinken, terwijl lichtere
materialen drijven.
Toepassing bij hout:
• Ebbenhout, een zeer dicht en zwaar hout, zinkt omdat het een soortelijk gewicht heeft
dat hoger ligt dan dat van water.
• De meeste houtsoorten hebben echter een lager soortelijk gewicht en blijven drijven,
zelfs als ze stevig genoeg zijn voor constructies.
Praktisch belang:
• Het soortelijk gewicht helpt om de eigenschappen van materialen te begrijpen, zoals
sterkte, duurzaamheid en draagvermogen.
• Lichte materialen met een relatief lage massa, zoals hout, kunnen toch worden gebruikt
voor sterke en duurzame constructies vanwege hun interne structuur.
Vezelrichting en anisotroop gedrag
• Vezelrichting: De vezels in hout lopen opwaarts, wat betekent dat het hout in die
lengterichting de grootste sterkte heeft.
• Anisotroop gedrag: Dit verwijst naar het fenomeen dat hout niet in alle richtingen
dezelfde eigenschappen heeft. De sterkte, buigzaamheid en weerstand tegen krachten
verschillen afhankelijk van de richting waarin het hout wordt belast (bijvoorbeeld langs
of dwars op de vezels).
o Langs de vezels: Het hout is sterk en kan zware lasten dragen.
o Dwars op de vezels: Het hout is veel zwakker en kan sneller breken.
• Bij het maken van houten producten wordt zorgvuldig rekening gehouden met deze
anisotropie om de sterkte en duurzaamheid te optimaliseren.
Loof vs naald bomen
Naaldbomen Loofbomen
Bezitten naald- of schubvormige bladeren en Hebben brede, platte bladeren en een
een puntvormige kruin. bredere kruin.
Zijn groenblijvend en behouden hun naalden Verliezen hun bladeren in de herfst en maken
het hele jaar door. de winter kaal door.
Groeien sneller, hebben meestal een rechte, Nieuwe bladeren groeien in de lente, en de
dunne stam en bevatten vaak hars. kruin bereikt zijn volle omvang in de zomer.
4