Filosofische vraagstukken uit de hedendaagse cultuur
Inleiding (les 1 - 26 nov)
Wat is cultuur?
3 gangbare betekenissen:
1) Beschaving → idee uit de verlichting: er is vooruitgang in de geschiedenis
van de mens, waarbij deze laatste almaar ‘beschaafder’ wordt, d.i.
redelijker en moreel hoogstaander.
2) Het beste van wat er gezegd, gemaakt en gedacht is; vaak verengd tot
kunst met een grote K.
3) De collectieve manier waarop betekenis wordt verleend aan het
menselijk bestaan, afhankelijk van plaats en tijdstip. De mens grijpt in op
de natuur (kleren, landbouw, huisvesting, ...), maar denkt ook na over zijn
plaats in die natuur en creëert een ‘2de natuur’ (= cultuur), dit zijn
gewoontes en gebruiken die bv. seksualiteit organiseren, en die zin en
betekenis aan het bestaan geven.
Deze laatste definitie is vandaag de meest gangbare.
Cultuur: de manier waarop de mens zichzelf collectief begrijpt
Hoe begrijpen wij onszelf vandaag? Die vraag benaderen we vanuit een concreet,
wijdverspreid fenomeen: depressie.
1) World Heatlth Organisation spreekt van een ‘epidemie’ die tot 50% van de
wereldbevolking, voor langere of kortere tijd, kan treffen. Epidemie omdat
deze wijdverspreid is en over culturen heen voorkomt.
2) Hoeveel mensen nemen antidepressiva in België? Meer dan 1/10
Waarom binnen een opleiding sociaal werk?
1) Je zal met dit fenomeen – en afgeleiden zoals burn-out, chronische
vermoeidheid e.a. – worden geconfronteerd.
2) We gaan in op de psychologie van het fenomeen, maar situeren het vooral
in een socio-culturele context.
Wat is de socioculturele context?
• Het hedendaagse individu definieert zich niet binnen een sociale ruimte,
maar als een ondeelbaar ‘zelf’ dat in min of meerdere mate succesvol en
productief is. Het leven van het individu is een project waarvoor het als
lucide ondernemer alleen verantwoordelijk-heid draagt en waarbinnen
‘gelukkig zijn’ en ‘genieten’ als ultieme doelen gelden.
• ‘Depressie’ is een term ontleend aan de economie, en focust daarbij eerder
eng op het individu als een organisme met een tekort aan de
neurotransmitter serotonine. Hier verschijnt het depressieve individu als
volledig op zichzelf teruggeworpen, onthecht van betekenisvolle
sociale verbanden en tot biochemische processen herleid.
1
,Filosofische vraagstukken uit de hedendaagse cultuur
Materialen/achtergrond:
- BOEK De vermoeiende samenleving Byung-Chul Han
o google ‘de vermoeide samenleving’ en ‘pdf’, dan verschijnen er links
naar websites waarop je de eerste 17 bladzijden kan lezen
- ARTIKEL Bert van den Bergh: De malaise van de laatmoderniteit.
https://openjournals.ugent.be/deuilvanminerva/article/id/65587/ (pp. 19-24
onderaan)
o Zie ook https://www.dereactor.org/teksten/de-schaduw-van-de-
zwarte-hond-bert-van-den-bergh voor een bespreking van een boek
van dezelfde auteur, De schaduw van de zwarte hond.
- SERIE Black Mirror – Nosedive seizoen 3, aflevering 1
Bestond depressie vroeger dan niet?
Toch wel, maar de verschijningsvorm was anders en de verspreiding geringer.
- Vroeger bestond er wat schaamte rond dit gegeven
- Mentaal welzijn was een voorrecht om je mee bezig te houden als je tot
een bepaalde hogere klasse behoorde
De democratisering hiervan is vrij recent en daarnaast is er ook een toename
van de groep ‘patiënten’
De oudste term is melancholie.
Melancholie = depressie met de charme ervan
Het woord melancholie klinkt poëtisch en charismatisch, bij depressie blijft
enkel de harde kern overeind.
Wat is melancholie?
Melas (zwart) + cholè (gal): zwartgalligheid
Eén van de vier affectieve disposities van de mens, afhankelijk van het overschot
aan een bepaald lichaamsvocht (humores): zwarte gal.
Andere types (vgl. Hippocrates van Kos (460-370)):
- bloed – sanguinische type (vrolijke, altijd opgewekte)
- gele gal – cholerische type (opvliegend)
- slijm – flegmatische type (rustig, niet snel aangedaan)
Depressie vroeger en nu
Aristoteles (384-322)
Melancholie is een kenmerk van geniale, ‘bevlogen’ mensen.
Niet louter een weg te werken symptoom, maar wordt hier vrij positief
geplaatst. Melancholie is een neveneffect van een soort
creativiteit/intelligentie waar mensen van getuigen.
”Waardoor komt het dat alle mannen die uitzonderlijk zijn geweest in de
wijsbegeerte of de politiek of de literatuur of de kunsten, melancholici blijken te
zijn?”
2
,Filosofische vraagstukken uit de hedendaagse cultuur
Melancholie is dus een breder en/of positiever begrip dan ‘depressie’
Alleen mannen?
In de middeleeuwen: acedia
De hoofdzonde der hoofdzonden: de traagheid of acedia. Dit is onvoldoende het
goede willen/onvoldoende op God georiënteerd zijn.
Een zonde die vooral monniken trof. Waarom? Om die vraag te beantwoorden
moet je je afvragen wanneer ze het slachtoffer van acedia werden.
Trad op wanneer monniken zich afvroegen wat ze eigenlijk aan het doen
zijn door acede te doen van het normale, sociale leven met zijn plezier. Ik
zit hier, in barre omstandigheden, weinig aantrekkelijk om daar te
verblijven.
Dit was tussen 11-13u, een rustpauze omdat ze natuurlijk al vroeg
opstaan. Het moment waarop de zon op het hoogste punt stond en er dus
het minste schaduw is.
Melancholie werd hier omschreven als ‘de demon van de midi’ = het
zuiden of de middag, de gedachten waar ze zich afvragen wat de
zinvolheid is en wat ze eigenlijk doen
Wat zijn de kenmerken van deze gravure?
Albrecht Dürer, Melencolia I, 1514
- Isolatie van de figuur
- Figuur is engelachtig (tussen mens en God)
- Figuur is androgyn (tussen vrouw en man)
- Verwijzingen naar wetenschap en wiskunde
- Catastrofe heeft reeds plaatsgevonden (vgl. de film
Melancholia van Lars von Trier (2011))
De melancholicus heeft het gevoel al dood te zijn en deze te moeten overleven.
Deze persoon zit in het schemergebied tussen leven en dood, de dood heeft wel
al een grote plaats ingenomen. De tijd duurt eindeloos lang maar is ontzettend
kort.
De melancholicus gaat ervan uit dat het ergste al gebeurd is en dat de rest er
ook niet meer toe doet en beetje gemakzuchtig.
Auto immunisering = zichzelf immuun maken tegen de dingen die nog
zouden kunnen gebeuren
Moderne tijd
Mens is/wordt meester over de werkelijkheid, maar voelt zich van die
werkelijkheid uitgesloten.
Wiskunde is de taal van de natuur, maar daardoor verliest de natuur aan
betekenis.
Noot: de titel, Melencholia I verwijst naar de eerste vorm van melancholie,
die van de verbeelding en van de kunstenaars. Waarom dan die
verwijzingen naar wiskunde? Kunstenaars werden als
wetenschappers/onderzoekers beschouwd.
Het gevoel iets verloren te zijn, dat iets onherstelbaar gebroken is.
3
, Filosofische vraagstukken uit de hedendaagse cultuur
De winst die er is op vlak van wetenschap gaat ook gepaard met een
gevoel van verlies van verbondenheid met de natuur.
20ste eeuw: Sigmund Freud (1856-1939)
Waarom is zijn tekst over rouw en melancholie zo belangrijk?
Hij trekt een parallel tussen het normale van de rouw en de melancholie
als ziektebeeld,
Voor Freud werd de melancholie beschouwd als soort van ‘paranoïa’. Idee-
fixe = het hebben van strikte ideeën, bv. ik ga vergiftigd worden, er gaat
iets ergs gebeuren
Na Freud ziet men melancholie eerder als beeld van de rouw, de pijn die je
voelt wanneer je iets/iemand verliest en de tijd die nodig is om die pijn te
verwerken.
Hij is de eerste om melancholie te bespreken in vergelijking met rouw (zowel
gelijkenissen als verschillen)
Tekst: Sigmund Freuds 'Rouw en melancholie' (les
2 - 28 nov)
Gelijkenissen:
1) Beide zijn pijnlijk. (vraag: waarom is rouw pijnlijk? Wat is de functie van
die pijn?) Dit is nog altijd onduidelijk, hypothese: pijn die je kunt voelen
leert jou dat de band die je met mensen zou aangaan, dat die de moeite
waard moet zijn
2) Beiden hebben met een verlies te maken, maar rouw vinden we normaal,
melancholie niet (al mag rouw niet té lang duren; vgl. vandaag de DSM
criteria)
3) Beiden hebben met een verlies te maken (zie 1. hierboven), maar bij
melancholie is het verlies onbewust => je weet niet waarom je je zo voelt
Verschillen:
4) Het cruciale verschil is het verlies van eigenwaarde in de melancholie
5) ‘beweert nooit een beter mens geweest te zijn’ (p. 136)
6) ‘hij lijkt de waarheid alleen scherper te doorzien dan anderen’ => echo
van hetgeen wat we bij Aristoteles hebben gezien, de melancholicus heeft
misschien een somber beeld maar ook een juister, realistischer beeld. =
het depressief realisme
a. vgl. melancholie en ‘genialiteit’ of ‘scherpzinnigheid’
b. denk ook aan het geloof dat men hecht aan doemdenkers en
pessimisten, rond pessimisme is er een soort van aura van
scherpzinnigheid, je ziet de dingen beter dan de optimist (naïviteit,
dwaasheid)
c. auto-immunisering tegen het verlies, tegen tegenslag? =
uzelf immuun maken tegen elk soort mogelijk verlies/tegenslag, hoe
doe je dat? Door de positie in te nemen dat alles toch al om
zeep/verrot/corrupt is.
4