Hoofdstuk 1: de strafwet
Afdeling 1. Het legaliteitsbeginsel
§1. Wettelijke bepalingen
- Nullum crimen sine lege; Nulla poena sine lege: geen misdrijf zonder wet, geen straf zonder wet
o Art. 1 nieuw Sw. (+ art. 2 oud Sw.)
o Art.12, tweede lid GW
o Art. 14 GW
o Art. 7 EVRM
o Art. 15 IVBPR
o Art. 49 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie
- Nurembergclausule
o Art. 1 nieuw Sw.
o Art. 15 IVBPR
o Art. 49 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie
o Art. 7 EVRM
- MAAR: Ratificatie Statuut Internationaal Strafhof + art. 82 e.v. Nieuw Sw. (genocide, misdaden tegen de
mensheid, oorlogsmisdaden)
- Nog belang bij extraterritoriale rechtsmacht
§2: De draagwijdte van het beginsel
A. De vormelijke vereiste van een wet
- Legaliteitsbeginsel: enkel een wet van een bepaalde gedraging kan een misdrijf maken en de straf(fen) kan
bepalen die hieraan kan worden gekoppeld strafrecht is dus een geschreven wet
- Art. 14 Gw.: geen straf kan worden ingevoerd dan “krachtens een wet” dus ook UM heeft reglementaire
bevoegdheid
- W.M.
o Internationaal niveau
Europese richtlijnen
o Federale wetten
o Decreten en ordonnanties
Zie art. 11 Bijzondere Wet 8.8.1980/Wet 16.7.1993 m.b.t. Hervorming van de instellingen
Binnen de grenzen van hun bevoegdheid
Afwijkingen op Boek 1 Sw. Mogelijk maar niet op veralgemeende wijze
Eensluidend advies van federale ministerraad als nieuwe straf of strafbaarstelling waarin
Boek 1 Sw. Niet voorziet
- Gemeenten en provincies
o Overtredingen van hun reglementen met bestuurlijke sancties of strafrechtelijke straffen (art. 4 § 3
Wet van 24 juni 2013 betreffende gemeentelijke administratieve sancties)
o Maar: enkel politiestraffen (die werden afgeschaft met nieuw Sw.): inhoudsloos?
- Burgemeester
o Art. 134 § 1 Nieuwe Gemeentewet
o Politieverordening
o Oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige stoornis van openbare rust of andere onvoorziene
omstandigheid
o Nadien bekrachtiging door gemeenteraad
o Max. Politiestraffen -> inhoudsloos?
o Ook art. 187 van de Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid: straf van niv. 1
- Provinciegouverneur
o Art.1 wet 6 maart 1818
1
, o Besluiten met betrekking tot openbare rust, veiligheid en gezondheid
o Straf van niv. 1
B. Inhoudelijke vereisten aan de wet – het lex certa-beginsel
- Iedereen wordt geacht de strafwet te kennen
- Lex certa = invulling door zowel EHRM, GWH als Hof van Cassatie
- Duidelijke en precieze omschrijving van de constitutieve en verzwarende bestanddelen van het misdrijf en
van de bestraffing
- Redelijk voorzienbaar = de persoon op wie de strafbepaling van toepassing is moet op grond van de
strafbepaling en zo nodig met behulp van de uitlegging ervan gegeven door de rechtspraak en de
doelstellingen van de wetgever en de wetsgeschiedenis (ratio legis), de handelingen en verzuimen kennen
die zijn strafrechtelijke verantwoordelijkheid meebrengen. Rekening mag worden gehouden met subjectieve
elementen (bv. Bijzondere hoedanigheid of functie)
- Legaliteitsbeginsel in strafzaken: wetgever moet de constitutieve of verzwarende bestanddelen van het
misdrijf duidelijk en precies omschrijven, net zoals de straffen die kunnen worden opgelegd
- Verplichting tot strikte interpretatie bij onduidelijkheid
o Authentieke interpretatie door strafwetgever
Cf. Conceptuele autonomie van het strafrecht
o Buitenwettelijke interpretatiemiddelen zijn mogelijk:
Ratio legis (parlementaire werkzaamheden)
Doctrinale interpretatie
Jurisprudentiële interpretatie
o Als geen strijdige aanwijzingen in de wet: gewone betekenis van begrippen
- Verbod analoge interpretatie in nadeel van beklaagde
o Bv. Door rechtspraak gecreëerde rechtvaardigingsgronden, schuldontheffingsgronden, gronden van
niet-toerekeningsvatbaarheid, verschoningsgronden, strafrechtelijke immuniteiten
o Alleen als geest van de wet niet kan worden doorgrond, uitleggen in de voor de beklaagde meest
gunstige zin
o ≠ toegelaten evolutieve (of extensieve) interpretatie
- Codificatie evolutieve interpretatie = toegelaten extensieve interpretatie
o Feiten die de wetgever volstrekt onmogelijk kon voorzien ten tijde van afkondiging
o Wil van de wetgever om dat soort feiten tot misdrijf te maken is zeker
o Feiten kunnen onder de wettelijke omschrijving van het misdrijf vallen
- Weigeren recht te spreken = misdrijf rechtsweigering (art. 633 N.Sw.)
- ≠ In dubio pro reo (enkel m.b.t. De schuldvraag)
Afdeling 2. De toepassing van de strafwet in de tijd
- Artikel 2 Sw.: bevestigt principe van de niet-retroactiviteit van de strafwet
- Art. 7 EVRM bekrachtigt dit
- Iedere wet treedt in werking de tiende dag na zijn publicatie in BS
- Strafwet heeft bindende kracht zolang ze niet is opgeheven
o Kan impliciet of expliciet door nieuwe strafbepalingen
- Inwerkingtreding van de strafwet
o Publicatie in BS + 10 dagen na publicatie tenzij andere datum
- Opheffing van de strafwet
o Uitdrukkelijk
o Stilzwijgend
Onverenigbaarheid: « lex posterior derogat lex priori »
Verdwijnen van omstandigheden ter rechtvaardiging van de totstandkoming strafwet
(tijdelijke, gelegenheidsstrafwetten)
o Geen rechtsverwerking
2
, - Veronderstelde kennis van de strafwet
o Iedereen wordt geacht de strafwet te kennen
§1. Het principe van de niet-retroactiviteit van de strafwet
- Strafwet kan enkel betrekking hebben op gedragingen en situaties die zich nog moeten voordoen en niet op
het verleden
o Men moet zich dus plaatsen op het tijdstip van het feit om te bepalen of het strafbaar is
o Bestaat er een wetsbepaling dan is de toepasselijke straf de straf die ten tijde van het misdrijf was
bepaald
- Uit het legaliteitsbeginsel volgt dat indien de wetgever een misdrijfomschrijving heeft gewijzigd na het
plegen van het misdrijf, de rechter een beklaagde in beginsel slechts schuldig kan verklaren indien hij
vaststelt dat dit misdrijf strafbaar is zowel onder de oude als onder de nieuwe wet
§2. De uitzondering: de retroactieve toepassing van de mildere strafwetten (lex
mitior)
- Nieuwe strafwet is van toepassing op alle gevallen waarover nog geen definitieve rechterlijke uitsprak werd
geveld indien de nieuwe strafwet gunstiger is voor de beklaagde dan de oude
o Kan niet indien de rechterlijke uitspraak definitief is of kracht van gewijsde heeft
- Het beginsel van de retroactieve werking van de mildere strafwet is van toepassing alles wat de situatie van
de beklaagde of de beschuldigde gunstiger maakt
- Verbod analogie in nadeel van beklaagde
o Bv. Door rechtspraak gecreëerde rechtvaardigingsgronden, schuldontheffingsgronden, gronden van
niet-toerekeningsvatbaarheid, verschoningsgronden, strafrechtelijke immuniteiten
o Alleen als geest van de wet niet kan worden doorgrond, uitleggen in de voor de beklaagde meest
gunstige zin
o ≠ toegelaten evolutieve (of extensieve) interpretatie
- Enkel van toepassing op straffen in de strikte zin
o Niet op
Beveiligingsmaatregelen die betrekking hebben op de bescherming van algemeen belang
Bestuurlijke sancties
Wetten betreffende de bevoegdheid en de rechtspleging
- Bij opheffing kan overtreder nog steeds worden vervolgd en bestraft voor feiten gepleegd op tijdstip bestaan
van de wet
o Gelegenheidsstrafwetten
o Tijdelijke wetten: gelegenheidswetten met uitdrukkelijke opname van geldigheidsduur
o Uitvoeringsreglementering zonder wijziging blanco strafwet
Afdeling 3. De toepassing van de strafwet in de ruimte
- Art. 3 Sw.
- In BE enkel voor nationaal rechtscollege
- Van zodra misdrijf op Belgisch grondgebied: strafwet op iedereen van toepassing ongeacht nationaliteit
- MAAR: Non bis in idem
o Art. 54 SUO
o Art. 50 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie
- Toepassing van BE strafwet in de ruimte volgt dezelfde regels als diegene die de territoriale (en
extraterritoriale) bevoegdheid van de BE rechter bepalen
§1. De misdrijven gepleegd op het Belgisch grondgebied: het
territorialiteitsbeginsel
A. Het beginsel van de toepassing van de Belgische strafwet op en de bevoegdheid van
de Belgische rechtscolleges over misdrijven gepleegd op het Belgisch grondgebied
- Art. 3 bevestigt het territorialiteitsbeginsel in het strafrecht
3
, - Alle misdrijven gepleegd op het BE grondgebied worden bestraft overeenkomstig de BE wetten, ongeacht de
ernst van het misdrijf, de nationaliteit van de dader of het slachtoffer
- Basisprincipe: alle Belgen gelijk voor de wet
B. De omschrijving van het Belgisch grondgebied
- Grondgebied: de gebieden die zich binnen de grenzen van het Rijk bevinden, het continentaal plat, de
territoriale zee (12 mijl vanaf de kust) en het luchtruim
- Reëel grondgebied
o Gebied binnen de landsgrenzen (landsgebieden, rivieren, kusten)
o Continentaal plat
o Territoriale zee ( = 12 mijl vanaf de laagwaterlijn)
o Luchtruim boven het grondgebied + territoriale zee
- In territoriale wateren = Belgisch grondgebied
o Vreemde oorlogsschepen = onschendbaar
o Vreemde koopvaardijschepen + vissersvaartuigen
België bevoegd = misdrijf heeft gevolgen op Belgisch grondgebied of verstoort de openbare
orde op Belgisch grondgebied of in de Belgische territoriale wateren; door de kapitein of
consul is hulp van de plaatselijke autoriteiten ingeroepen; misdrijf houdt verband met
onrechtmatige handel in verdovende middelen
Als bemanningsleden aan land misdrijven plegen, is België bevoegd
- Belgische luchtvaartuigen = “vlaggenstaat”
- In het buitenland geïmmatriculeerd luchtvaartuig:
o Extraterritoriale toepassing strafwet (cf. Infra)
o Dader of slachtoffer heeft Belgische nationaliteit of toestel land na misdrijf in België (art.36 wet 27
juni 1937)
C. Uitzonderingen
- Misdrijven gepleegd op BE grondgebied en die onder het toepassingsgebied van de BE strafwet vallen
kunnen onttrokken worden aan de rechtsmacht van de BE hoven en rechtbanken, hetzij wegens de
hoedanigheid van de dader van het misdrijf, of wegens de bijzondere plaats waar het misdrijf gepleegd is
- Bestaan ook immuniteiten: vormen een vervolgingsbeletsel
- Staatsrechtelijke immuniteiten
o Onschendbaarheid van de Koning
Absoluut
Niet voor andere leden van de koninklijke familie
o De parlementaire immuniteiten + immuniteiten van federale ministers, staatsecretarissen en leden
van een gemeenschaps- of gewestregering (art.58, 59, 101, 104,120, 124, 126 GW)
Absoluut: niet n.a.v. Een mening of een stem in de uitoefening van de functie uitgebracht
Voor andere misdrijven: machtiging Kamer/Senaat voor bepaalde onderzoeksdaden tijdens
zittijd
Niet voor verhoren, confrontaties, vorderen gerechtelijk onderzoek; niet bij
heterdaad
- Volkenrechtelijke immuniteiten
o Buitenlandse staatshoofden, regeringsleden en autoriteiten
Absolute immuniteit bij verblijf in België en in de uitoefening van hun functie
Art. 1bis § 1 V.T. Sv.
o Diplomatieke ambtenaren
Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer
Diplomatieke vertegenwoordigers + vergezellend officieel personeel & familieleden
Als misdrijf in België kan diplomatieke ambtenaar door uitzendnatie worden teruggeroepen
of kan immuniteit door uitzendnatie worden opgeheven
o Ambtenaren van supranationale of internationale organisaties
4