SAMENVATTING ECONOMIE
HOOFDSTUK 1: WAT IS ECONOMIE
Waarom economie studeren?
1. Hulp bij het nemen van beslissingen in bedrijven, organisaties, gezinsverband, …
2. Een beter begrip van actuele problemen: lokaal, regionaal, nationaal, Europees en mondiaal
vlak
3. Beter voorkomen van toekomstige problemen: financiële crisissen, milieuproblemen, …
➔ efficiënte beslissingen zonder verspillingen
Wat is economie? Meningen verdeeld
Economisten bestuderen vooral cijfermateriaal, bv inflatie, balansen van de CB, opleiden van mensen
die financieel advies kunnen geven: obligaties, aandelen, beleggingen, … Klopt maar economie is
meer dan dat! Van het Grieks: Oikos nemein: orde in het huishouden. Betere beslissingen voor
gezinnen, bedrijfsleiders en beleidsmakers. Beslissingen dagdagelijks leven: weekbudget – veel
behoeften gedurende die week: optimale beslissingen?
Voorbeelden van problemen:
- Waarom hebben landen voordeel bij betere handelsbetrekkingen en economische
samenwerking?
- Wat bepaalt de levensstandaard in een land?
- Wat zijn de oorzaken van langdurige werkloosheid?
Beleid beoordelen:
Wat zijn de gevolgen van het gratis ter beschikking stellen van minimale hoeveelheden van bepaalde
goederen (bv openbaar vervoer, onderwijs)?
Het fundamenteel economisch probleem
= veelvuldige behoefte vs. schaarse middelen. In essentie:
spanning tussen behoeften (ook immateriële behoeften bv
onderwijs) en schaarse middelen (niet enkel geld ook tijd)
Je moet altijd kiezen: dat keuzeprobleem is wat we
bestuderen in economie. Als je kiest betekent het dat je
NIET kiest voor iets anders
- Opp. kost + nieuwe schaarse middelen: propere lucht,
water
Wie kiest geeft iets anders op: opportuniteitskost = de waarde van het beste alternatief dat men
opgeeft door deze keuze te maken. Als je kiest, kies je NIET voor iets anders, je geeft iets anders op
Bv weekbudget: nieuw kleedje of boek Alg Ec??? Keuze
Opp. kost wordt in economie altijd mee in rekening genomen (boekhouder doet dat niet).
Vb: studeren: baten? Kosten (tijd, geld)? Gederfd loon = opp kost.
1
,Ander vb: kost van avondje cinema als je eigenlijk moet gaan werken (bijles geven aan €25/uur,
restaurant). Baten = voordeel en als dit hoger de kosten ligt is het een goede beslissing.
Definitie van economie:
Economische analyse gaat na hoe beslissingsmakers (mensen, bedrijven, overheden, en allerlei
organisaties) keuzes maken en wat daarvan de private en maatschappelijke gevolgen zijn.
Micro-economie bestudeert gedrag van economische agenten
(consumenten, producenten)
- Individueel
- Onderling
- Bv. Toegepast op klimaatbeleid: Hoe veranderen consumenten
hun gedrag? Hoe veranderen producenten hun gedrag?
(H1 + H2)
Macro-economie bestudeert invloed van individuele beslissingen
op economische aggregaten zoals werkloosheid, bbp, inflatie,... (H7)
- Toepegpast op klimaatbeleid: Wat zijn de budgettaire gevolgen van ons klimaatbeleid? Wat zijn de
gevolgen op de werkgelegenheid?
→ Micro-economie en macro-economie: twee zijden van dezelfde medaille
Het productieproces
Productie: alle activiteiten waardoor goederen en diensten tot stand worden gebracht (economische
goederen = consumptiegoederen en kapitaalgoederen) en op gepaste tijd en plaats ter beschikking
worden gesteld van consumenten door inzet van schaarse middelen (de productiefactoren: arbeid,
natuur en kapitaal).
- Consumptiegoederen: onmiddellijk ter beschikking voor consumptie
- Kapitaalgoederen: goederen om andere economische goederen te produceren, bv
fabrieksgebouw, machine.
Productiefactoren:
- Arbeid (L): fysisch en intellectueel. Heel ruim geïnterpreteerd, op fysiek en intellectueel vlak.
Meeteenheid? Bv arbeidsuren ~ vergelijkbaar (bv personeelsdirecteur – kapper)? Wij doen dat.
Hoeveelheid arbeid is beperkt en wordt bepaald door institutionele factoren: pensioenleeftijd
stijgt
- Natuur (N): lle natuurlijke eigendommen zoals grond, lucht, olie, ruimte, klimaat
→ samen de primaire productiefactoren
- Kapitaal (K): gebouwen, machines, infrastructuur
→ afgeleide productiefactor
- Bijkomende productiefactor: ondernemersinitiatief. Dit is de creativiteit van de ondernemer,
manager – soms heel belangrijke input!
2
, Denk eraan: De pijlen illustreren eveneens belangrijke
stappen: vervoer, handel!
Wat wordt er geproduceerd?
- Kapitaalgoederen
- Consumptiegoederen: eenmalig gebruik (bv. Pils) vs.
Langdurig gebruik (bv. persoonlijke tapinstallatie).
Langdurig gebruik = duurzaam consumptiegoed.
Investeren komt wezenlijk neer op uitstel van consumptie.
KT: Consumptie en investering als alternatief
LT: Consumptie en investering als samenspel.
Ondernemersinitiatief wordt hier genegeerd. Primaire
productie factoren: leiden rechtstreeks tot
behoeftebevrediging. Afgeleide productie factor: leidt niet
direct tot behoeftebevrediging, indirect voor consument.
Productiefunctie:
= een technische relatie tussen de hoeveelheid productiefactoren (inputs) en de maximale
hoeveelheid exonomische goederen (output) die men daarmee kan produceren.
Cijfervoorbeeld:
Marginaal product = extra
productie door inzet van extra
eenheid arbeid.
3