X (onderaan): landen
Y: Gini coëfficiënt: meet de ongelijkheid
➔ Cijfer tussen 0 (geen ongelijkheid) en 1 (ongelijkheid)
Zwarte lijntjes: hoe het was in 1985 en geeft aan hoe het geëvolueerd is
België: ongelijkheid is vrij stabiel gebleven
Intermezzo: gini-coëfficient
= meet de ongelijkheid in een cijfer tussen 0 en 1
➔ Hoe hoger curve, hoe hoger ongelijkheid
1
,VERDELING VAN BELASTBAAR INKOMEN IN BELGIË (2012)
• Deciel 1: laagste inkomens huishouden in België
• Deciel 10: hoogste inkomens huishouden in België
➔ Moest er geen ongelijkheid zijn dan zou er in het aandeel in totale netto belastbaar inkomen
overal 10% staan (2de kolom)
• Deciel 1: -2,1% hebben een negatieve belasting (krijgen geld terug omdat ze te weinig geld
hebben verdiend)
• Deciel 10: hoe meer je verdiend hoe hoger het belastingtarief is
➔ Aandeel in totale betaalde belastingen: wie betaald het grootste aandeel in bijdrage
belastingen
Progressief belastingsysteem: zwaarste schouders zullen de zwaarste lasten dragen (rijken zullen
meer belastingen betalen)
BELASTBAAR INKOMEN: FOCUS OP SUPERRIJKEN (2012)
Percentielen 91-100: verdelen van de hoogste inkomens, is daar ook ongelijkheid tussen?
➔ Ook in de rijkste categorie heb je aanzienlijke ongelijkheid
ONGELIJKHEID (GINI) VOLGENS INKOMENSBRON
Zie opname
• Transfers zorgen ervoor dat de ongelijkheid gecompenseerd word doordat de overheid
vervangingsinkomens heeft
• Hoogste staafje: bruto inkomen (wat bedrijf betaald) bv: Griekenland is hoogste balkje nog
hoger: betekend dat er meer ongelijkheid is
• Midden: pensioen
• Laagste balkje: ….
BRUTO MAANDLOON VAN VOLTIJDSE WERKNEMERS VOLGENS GESLACHT, REGIO EN
ONDERWIJS (2012)
• Bruto maandloon van mannen ligt een stukje hoger dan bij vrouwen
• Bruto maandloon ligt hoger in Brussel dan in Vlaanderen en Wallonië
➔ Veel mensen die in Brussel loon uitbetaald worden, wonen niet in Brussel (pendelaars)
➔ Bruto maandloon ligt hoger bij mensen die hoger opgeleid zijn
➔ Groot verschil in universitaire opleiding
2
,Vermogensongelijkheid: kunnen gezinnen in armoede terugvallen op vermogen?
• Grote bezittingen bv: huis
• Vermogen: dingen die je bezit die geld
waard zijn
• Boxplot: hoeveel vermogen hebben
ze
• Wit steepje: mediaan
Laagste decentiel hebben ook weinig
vermogen (laag inkomen wordt dus niet
gecompenseerd door hun vermogen)
Deciel 1: mediaan ligt op 0 wat betekend dat er een heel groot deel geen vermogen heeft, een deel
heeft wel wat vermogen bv: een huis
➔ Weinig mensen met een eigen huis
➔ Deel dat wel een huis heeft (gekocht niet gehuurd)
Laagste decielen: de personen met een vermogen kunnen het niet inzetten vb: huis, ze wonen er in
en kan je niet inzetten
2. WAT IS SOCIALE ONGELIJKHEID? EEN (VOORLOPIGE) DEFINITIE
Sociale ongelijkheid verwijst naar:
- Ongelijke verdeling van schaarse maat maatschappelijk gewaardeerde middelen
Vb: geld, toegang tot diensten & kennis, erkenning, macht
- En de ongelijke behandeling van individuen en groepen op basis van hun sociale positie
➔ Voorlopige definitie: uit te werken obv sociologische theorie & empirisch onderzoek
SOCIOLOGISCHE VISIE OP ONGELIJKHEID
• Specificiteit van sociologische blik op ongelijkheid
➔ Manier hoe sociologen naar ongelijkheid kijken = specifieke blik
• Ongelijkheid gaat niet enkel over (graduele) verdeling van middelen over individuen,
maar over maatschappelijke verhoudingen tussen sociale groepen
➔ Kijken naar graduele verdeling is niet genoeg voor sociologen, ook kijken naar
maatschappelijke groepen bv: mannen en vrouwen
➔ Kijken naar de maatschappelijke verhouding tussen groepen in die ongelijkheid
• Ongelijkheid wordt niet geanalyseerd vanuit individuele posities & capaciteiten,
maar vanuit sociale posities die mensen in samenleving innemen
• Sociale posities worden ge(re-)produceert door maatschappelijke organisatie
van economie, verdeling van maatschappelijke waardering, en organisatie van politieke
besluitvorming (= wie krijgt welke plaats in de besluitvorming)
➔ Hoe komt het dat die positie anders is in alle maatschappelijke organisaties
➔ Koppelen aan groepsdynamieken in de maatschappij
3
, • Ongelijkheid heeft gevolgen voor:
- individuele levenskansen
- én maatschappij als geheel
bv. criminaliteit, onderling vertrouwen, publieke ruimte, etc.
➔ Hoe de maatschappij kan functioneren
3. SOCIALE ONGELIJKHEID ALS SOCIAAL PROBLEEM
SOCIAAL PROBLEEM
• Sociale ongelijkheid bijna even oud als samenleving zelf,
maar lange tijd niet als sociaal probleem beschouwd
➔ Sociale ongelijkheid is er altijd geweest maar is niet altijd een probleem geweest: recent over
beginnen reflecteren
• Situaties niet inherent of vanzelfsprekend problematisch, maar sociaal geconstrueerd (=
alleen ongelijke verdeling van middelen is geen enige reden waarom dat het een probleem
is) als probleem
- Objectieve conditie op zich onvoldoende om tot sociaal probleem te maken
- Ook subjectieve dimensie nodig: als probleem beschouwd (moet als een probleem
beschouwd worden)
• Pas dan wordt situatie een ‘sociaal probleem’ (en komt het op agenda van politiek,
beleidsmakers, onderzoekers & breder publiek)
• Pas sociaal probleem na sociaal proces
➔ Iets word pas een probleem wanneer bepaalde groepen in de samenleving zeggen dat het
een probleem is (subjectieve dimensie)
• Sociale ongelijkheid pas sociaal probleem bij discrepantie tussen:
- objectieve conditie (bv. gebrekkige inkomens, ongelijke onderwijskansen of toegang tot
gezondheidszorg)
- en bepaalde maatschappelijk gedeelde waarden (bv. menselijke waardigheid, empathie,
gelijkheid): moeten weten vanwaar dat die waarde komt
• Als dysfunctioneel of onaanvaardbaar gezien door ‘relevante groepen’ in samenleving
• Én indien beschouwd als ‘aan te pakken’ op maatschappelijk niveau
• Ongelijkheid (o.a.) geproblematiseerd door historisch veranderende ideeën over armoede
- tot 18e eeuw niet gezien als sociaal probleem waar maatschappij verantwoordelijk voor is
• 16e tot 18e eeuw: mercantilisme beschouwt armoede als goed
- mercantilisme: economische filosofie (je moet een deel van de bevolking arm houden om
het land rijk te houden) gericht op maximalisatie export door goedkope input (i.e.
arbeidskracht)
➔ als land zoveel mogelijk exporteren en zo weinig mogelijk importeren
- armoede garandeert goedkope & gehoorzame arbeidskrachten
• Onderwijs voor brede bevolking gezien als verspilling,
want ontmoedigt inzet van arbeid
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jadeschurmans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €18,26. Je zit daarna nergens aan vast.