Samenvatting voor het vak rechtsvinding gegeven door Frederik Peeraer. De samenvatting is gemaakt aan de hand van de slides, mijn notities en het boek.
DEEL I. Twee perspectieven op (juridische) uitlegging......................................3
Titel I. Wat is (juridische) uitlegging................................................................................3
HOOFDSTUK 1: Uitlegging (begripsomschrijving)........................................................3
Hoofdstuk 2: Juridische uitlegging...............................................................................6
Titel II. Twee visies en de aantrekkingskracht van volledig heteronome uitlegging........9
Hoofdstuk 1: Twee visies.............................................................................................9
Hoofdstuk 1: Twee visies........................................................................................... 10
Hoofdstuk 2: Aantrekkingskracht van het syllogisme en volledig heteronome
rechtsvinding............................................................................................................. 15
DEEL II. Uitlegging in staatkundig perspectief...............................................15
Titel I. Drie pijlers: democratie, rechtstaat en mensenrechten.....................................15
Hoofdstuk 1: Democratie........................................................................................... 17
Hoofdstuk 2: Rechtstaat............................................................................................ 17
Hoofdstuk 3: Mensenrechten.....................................................................................17
Hoofdstuk 4: Onderlinge verhoudingen en spanningen.............................................17
Titel II. Twee visies op de verhouding tussen staatsmachten........................................18
Hoofdstuk 1: Klassieke visie van Montesquieu..........................................................18
Hoofdstuk 2: Radicale visie van de Franse Revolutie.................................................21
Titel III. Verhouding tussen wetgever en rechter vandaag............................................22
Hoofdstuk 2. Macht en tegenmacht in België............................................................22
DEEL III. Het (onmogelijke) onderscheid tussen rechtsfeiten en rechtsregels. .25
Titel I. Relevantie (en noodzaak) van het onderscheid.................................................25
Titel II. Hoe moeten rechtsfeiten en rechtsregels van elkaar worden onderscheiden?..25
Hoofdstuk 1: Positivistisch paradigma.......................................................................25
Hoofdstuk 2: Constructivistisch paradigma...............................................................25
DEEL IV. De contructie van rechtsfeiten.........................................................29
Inleiding........................................................................................................................ 29
Titel I. Belangen begrijpen............................................................................................ 31
Hoofdstuk 1: Subjectieve versus objectieve belangen...............................................32
Hoofdstuk 2: Oppervlaktebelangen versus dieptebelangen......................................33
Hoofdstuk 3: Algemeen belang.................................................................................33
Hoofdstuk 4: Hoe kunnen we belangen kennen?.......................................................35
Titel II. Gebeurtenissen en situaties begrijpen..............................................................35
Hoofdstuk 1: De bouwstenen van het verhaal...........................................................35
Hoofdstuk 2: Het brengen van het verhaal (feitenvoorstelling).................................37
Hoofdstuk 4: Juridische waarde van het verhaal........................................................39
DEEL V. De constructie van rechtsregels........................................................40
Inleiding........................................................................................................................ 40
1
, Titel I. Formeel-positivistische visie op de constructie van rechtsregels.......................41
Titel II. Exegetische visie op de constructie van rechtsregels.......................................41
Hoofdstuk 1: Uitleggingsdoel- en voorwerp...............................................................41
Hoofdstuk 2: Uitleggingsmethode.............................................................................43
Hoofdstuk 3: Methode om interpretaties van interpretanda op elkaar af te stemmen
.................................................................................................................................. 47
Titel III. Onthullende kritiek........................................................................................... 47
Hoofdstuk 1: Kritiek op uitleggingsdoel- en voorwerp...............................................47
Hoofdstuk 2: Kritiek op uitleddingsmethode..............................................................50
Hoodstuk 3: Kritiek op afstemmingsmethode............................................................52
Titel IV. Onthullende visie op de constructie van rechtsregels......................................52
Hoofdstuk 1: Uitleggingsdoel- en voorwerp...............................................................52
Hoofdstuk 2: Methode om interpretanda op zich te interpreteren.............................67
Hoofdstuk 3: Methode om interpretanda op elkaar af te stemmen...........................82
Hoofdstuk 4: Verhouding tussen interpretatie en afstemming van interpretanda.....83
,INLEIDING
Rechtsvinding kunnen we vergelijken met het maken van pannenkoeken.
Om deze te kunnen maken moet je beschikken over twee zaken: de
materiële bevoegdheden en kennis. Een recept kan helpen bij deze zaak,
dit is namelijk een methode die kan worden gebruikt om een bepaald
resultaat te bereiken = rechtsvinding.
DEEL I. Twee perspectieven op (juridische)
uitlegging
Titel I. Wat is (juridische) uitlegging
HOOFDSTUK 1: Uitlegging (begripsomschrijving)
Afdeling 1. Uitlegging in het algemeen
We spreken van een intuïtieve omschrijving. Dit is de uitlegging of
interpretatie van iets. We onderscheiden drie elementen:
o Interpretandum
o Interpretans
o Activiteit
Het interpretandum is de brandstof voor interpretatie, het is het
interpretatievoorwerp. De interpretans is de interpretatie die je aan het
interpretandum geeft, het is het doelgeheel. De activiteit is de handeling
die wordt gesteld.
We kunnen interpretatie ook vergelijken met het begrip definitie. Waarbij
de definiendum het interpretatievoorwerp is en de definiens de
interpretatie van wat we willen begrijpen.
Afdeling 2. Concrete vormen van interpretatie
Vier vormen:
o Semantische (1)
o Pragmatische
- Explicaturen (2)
- Implicaturen (3)
- Rechtsgevolgeninterpretatie (4)
3
, Onderafdeling 1. Semantische interpretatie
§1. Begrip
De semantische interpretatie is de letterlijke interpretatie. De semantiek is
de studie van de semantische betekenis. Dit zijn betekenissen van
uitdrukkingen los van de context.
De interpretans is beperkt tot cognitieve handelingen. Dit is een
handeling die louter bestaat uit het koppelen van het vermogen met de
effectieve kennis. Er worden dus geen eigen keuzes (volitieve
handelingen) gemaakt. Cognitieve handelingen resulteren in
onweerlegbaar juiste interpretatieresultaten. De handelingen bevatten
cognitie. Dit is het vermogen om iets te leren of om ergens kennis van te
nemen, dit is nodig om de semantische betekenis te bepalen.
Er wordt gebruik gemaakt van deductieve redenering. Anders verwoord
wil dit zeggen dat het semantisch interpretatieproces, mechanisch of
algoritmisch is. Het is een redenering waarbij je tot een (ondubbelzinnig)
juiste conclusie komt, louter door kennis te hebben van relevante
conventies.
De semantische interpretatie is een verifieerbare uitspraak, het is
ondubbelzinnig juist. Uitspraken die noodzakelijkerwijze juist zijn (in
eender welke context, want daarmee wordt geen rekening gehouden),
noemen we ook wel apodictische uitspraken (2+2=4).
Onderafdeling 2. Pragmatische interpretatie
§1. Begrip
De pragmatiek is de studie van de pragmatische betekenis. Het zijn
betekenissen van uitdrukkingen (woorden en zinnen) in een concrete
context. De zinnen of woorden worden niet geïsoleerd, men gaat echt
kijken naar de betekenis voor de concrete gebruiker (zender/ontvanger).
Het brengt in kaart wat er met een bepaalde uitlegging wordt bedoeld.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper shirleyvk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,86. Je zit daarna nergens aan vast.