Bouwconstructies 1
Grondsoorten in België
Rots Grind Zand
Hoog-België, onder vorm Overal in België Vlaanderen en Kempen
van zand, kalk en leisteen Loskorrelig, sterk Loskorrelig, matig
Gesloten structuur, hard waterdoorlatend. In zee, waterdoorlatend.
Funderingsbodem: rivier -of berggrind Zee,rivier, berg – of
- Niet verweerd of Funderingsbodem: duinzand
verweerbaar is - Grindlaag min 3m Funderingsbodem:
- Laagdikte 2 m dik - Min 3m dik
- Geen holten - Niet schuin - Genoeg afgezet
afhellend - Niet uitspoelbaar
Loopzand, drijfzand
Water in poriën:
verandering
grondwaterstand en
verhoogde waterspanning
ontstaan. Druk korrels
verminderd
Grindzand Mergel Klei
Kempisch plateau Grens Nederland Limburg Ieper, kortrijk, Condroz en
Loskorrelig materiaal, grind en Z België Lotharingen
en zand Zacht gesteente uit leem en Sterk samenhangend, fijn
Funderingsbodem: kalk. Verweekt dr water korrelig, zwelt en krimpt dr
- Bank voldoende Funderingsbodem: water
dicht en vast - Laagdikte min 3 cm Funderingsbodem:
afgezet is - Onttrokken aan - Min 3m
indringend water - Onttrokken aan
- Niet schuin lopend watertoevoer en
afvoer
- Niet schuin lopend
Leem Zavel Slib
Z Vlaanderen, Brabant, Zand met 10-30% klei/leem Fijne kleideeltjes afgezet in
Haspengouw, Ardennen Vaster dan klei water
Klei met veel zandkorrels, in Funderingsbodem: Dik vloeiend
droge toestand - Als de laag Funderingsbodem:
samenhangend voldoende dik en - Niet geschikt
Funderingsbodem: vast is afgezet
- Min 3m
- Onttrokken aan
waterafvoer en
afvoer
Teelaarde Veen
Dunne bovenlaag met Ardennen, hoge venen,
plantaardige bestanddelen moeras
Goede voedingsbodem Ontbindende verkerende
Funderingsbodem: planten, vezelachtig en
- niet geschikt samenhangend
Funderingsbodem:
, - niet geschikt
Grondonderzoek en grondwerk
1. Start
INITIATIEFASE: bouwheer, advies geven
ONTWERPFASE: architect, advies geven (vergunning)
PRIJS EN CONTRACT vorming
UITVOERING
• Ruwbouwfase
○ Graven
○ Aardingslus
○ Fundering
○ Rioleringswerken
○ Nutsvoorziening: alle zaken die we nodig hebben die via buiten naar binnen stromen
(water, gas, elektriciteit)
○ Muren
○ Dakconstructie
• Wind en waterdicht
○ Dak bekleding
○ Gevel bekleding alles om onze buitenmuur te beschermen van externe factoren
○ Buitenschrijnwerk, alle buitendeuren en ramen
• Installaties
○ Water/gas/elektriciteit/lucht/sanitair
• Afwerkingsfase
OPLEVERING door aannemer, zal gebouw aanvaarden
ONDERHOUD EN BEHEER vastgoedbeheer/ syndicus
Technische installatie en nutsvoorziening
Nutsvoorziening is binnen het huis, aannemer voert ze niet uit
, 2. Kenmerken en eigenschappen van de grond
Gedrag van grond is moeilijk aan te geven
▪ Korrelgroottes
Bepaalt de naam van de grondsoort, maar ook:
- Doorlatendheid
- Samendrukbaarheid
- Plasticiteit
- Samenhang
korrelverdeling of granulometrie via granulometrische analyse
▪ Pakking-poriënvolume- doorlaatbaarheid
◌ Pakking
- losse pakking: tssn de korrels zitten vele holtes (water,lucht)
- vaste pakking: korrels liggen in elkaar geschoven (holleruimtes met lucht of water)
◌ Poriëngehalte
De verhouding tssn het volume van alle poriën, welke aanwezig zijn in een bepaalde grond tot het
volume ervan
◌ Doorlaatbaarheid
Door druk van bovenaf zal de grond dichter tegen elkaar worden gedrukt. Dit zorgt ervoor dat de
grondkorrels dichter bij elkaar worden geschoven en er minder plaats is voor water en lucht.
Zandlagen zijn goed doorlaatbaar, klei niet
▪ Consistentie of samenhang
Water kan zich door de werking van adhesieve krachten hechten aan het opp. Vb. klei en leem
worden samengehouden door de waterbuisjes die onderling hun cohesieve krachten uitwerken
◌ Consistentiegrenzen: overgang van een korrelmassa van vaste naar plastische of vloeibare
toestand overgaan. Overgang van vloeibaar naar plastisch= bovenste plasticiteitsgrens en overgang
plastisch= vast is onderste plasticiteitsgrens
◌ Vloeigrens: w bepaald door het app van Casagrande. Grondmonster wordt in schoteltje geplaatst,
groef in gesneden. Op en neer bewegen schoteltje om te zien hoe snel groef sluit
◌ Uitrolgrens: Grond tot een homogeen balletje vormen, uitrolt over het opp tot cilinder met een
verminderde diameter.
Proef: wnr de cilinder begint te verbrokkelen bij diameter 3mm dan is het watergehalte te klein, wnr
de draad breekt bij 3mm= watergehalte dat gelijk is aan uitrolgrens
, ◌ Plasticiteitsindex ?
Het verschil tssn het watergehalte bij vloei- en uitrolgrens is een maat voor het plastisch gebied
Maat om aan te tonen of grond plastisch of niet plastisch is (hangt niet aan elkaar) niet alle gronden
zijn helemaal zand achtig of plastisch
▪ Classificatiegrond
Nomenclatuur= op systematische wijze voorwerpen benoemen
Benaming grond gebaseerd op korrelverdeling, plasticiteitsindex en humus-kalkgehalte
▪ Draagvermogen
Grond moet voldoende weerstand kunnen bieden. Berekenen via sondering
3. Start grond bewerken
• Grond heeft eigenschappen (korreldiameter, water, lucht)
Bepalen: grondboring (grondsamenstelling) en FO
• Grond heeft welbepaalde draagkracht (grond moet gewicht huis aankunnen)
Bepalen: sondering en FO
Hoe dieper hoe beter de grond de kracht kan dragen
Draagkracht: hoeveel de grond kan dragen, hoe hoger hoe beter
▪ Freatisch opp/ water
De hoeveelheid water dat een grondsoort kan opnemen= berging
Het grondwater dat in een poreuze bodem, onder invloed van wateraanvulling of
onttrekking vrij kan stijgen/dalen= FW (vlak waar we het aantreffen is FO)
Poreusheid bepaalt hvlh water in grondsoort, waterdoorlatendheid
Grondwaterspiegel of FO bepalen: graven van put, niveau waarbij put gevuld wordt is de
ligging. (oppervlakte gaat naar boven als het regent)
Maaiveld
Als het een maaiveld is zal de regen ervoor zorgen dat het freatisch opp stijgt. Wanneer er huizen op
worden gebouwd zal er geen water meer in de grond kunnen komen. Hierdoor worden vaak
regenputten gezet. Grond moet vruchtbaar blijven.
Grondwerken
0M Droge grond
FO
Natte grond
In natte grond kan je niet graven