LES 1
SOCIALE RECHTVAARDIGHEID ALS SOCIAAL-POLITIEK EN
HANDELINGSKADER VOOR HET SOCIAAL WERK
SOCIALE RECHTVAARDIGHEID ALS ‘ESSENTIALLY CONTESTED CONCEPT’
Rechtvaardigheid: krijgen waar men recht op hee6, zodat volwaardig kan deelgenomen worden aan de
samenleving.
Sociale rechtvaardigheid: zorgen dat iedereen binnen een sociale structuur rechtvaardig behandeld
wordt
® Hoe gaan we de sociale structuur aanpassen om sociale rechtvaardigheid te verkrijgen
® Gericht op (ongewenste) ongelijkheden in onze samenleving = onrechtvaardig
® hoe gaan we onze sociale structuur aanpassen om sociale rechtvaardigheid te verkrijgen
= gaat dus over de verdeling van rechten en plichten, middelen en kansen in onze samenleving om te
komen tot (meer) sociale gelijkheid.
RECHTVAARDIGHEID = GELIJKHEID?
Rechtvaardigheid kan intuïEef ingevuld worden als ‘iedereen gelijk voor de wet’
• ‘Eerlijke verdeling’: iedereen hetzelfde
• Gelijke kansen
Toch ongelijkheden in samenleving?
ð Vaak is het idee van SR intuïEef = eerlijke verdeling, iedereen een stuk taart
ð Sommigen hebben misschien veel honger, anderen weinig = verdelen in funcEe van
ongelijkheid
CASUS – recht op studeren met gehoorstoornis
ð Tolk, live onderEtels, …
ð Rol vd overheid om dat te steunen?
ú Overheid is ook GECONTESTEERD!
CASUS – Welke overheidsintervenEe?
Gelijke verdeling = Energiepremie voor alle gezinnen
Ongelijke verdeling = Premie aankoop elektrische auto (MaYheus)
= ‘Straf de armen’
= Gemeentedecreet -> Andere gemeenten dan
Gent/Antwerpen bedrag per inwoner lager
SOCIALE RECHTVAARDIGHEID IS SOCIAAL-POLITIEK
Rol van de overheid: welke rol moet een overheid spelen binnen sociale rechtvaardigheid?
• Specifieke aandacht voor de meest kwetsbaren of is een overheid er net voor alle burgers?
• Tegenover welke rechten staan plichten, wat verwacht een overheid van haar burgers?
• Kan het niet nemen van verantwoordelijkheid in de samenleving gesancEoneerd worden?
• Welke verhouding innemen tegenover burgeriniEaEeven en acEes uit het middenveld?
ú Overheid trekt zich terug op aantal domeinen = problemen blijven bestaan, wordt
ingevuld door andere actoren
1
,Rol van sociaal werkers?
Sociaal werkers: vormen buffer tussen burger en samenleving
• Zorgen dat burgers aan en tot hun recht komen
• Zorgen voor sociaal rechtvaardige verdeling door beleid (zorgen voor sociaal beleid)
‘Mensen ongelijk behandelen voor meer gelijkheid’
Essen%ally contested concept: eens over de waarde van het concept, maar onenigheid over de
invulling
• PoliEek-filosofisch – verEcale relaEe (burger-overheid)
® Verscil met solidariteit: tussen burger – horizontaal
• Proces, streven naar ideaal van sociale gelijkheid
• Te meten via verschillende factoren – verschillende invullingen
- De verdeling van rijkdom
- De verdeling van kansen tot persoonlijke ontwikkeling en ontplooiing
- De verdeling van sociale voordelen
- De verdeling van mogelijkheden tot parEcipaEe in de samenleving
SOCIALE RECHTVAARDIGHEID ALS SOCIAAL-POLITIEK KADER VOOR
HET SOCIAAL WERK: DE ONTWIKKELING VAN ‘GUNST’ NAAR ‘RECHT’
VAN TEKORTKOMINGEN NAAR MOGELIJKHEDEN ‘Mogelijkheden’: Zie ook the capability approach
de de
18 -19 eeuw:
• Medisch model: deficit-benadering
≈ sociaal werk: ‘sociale tekortkomingen’ = de onaangepastheid van een individu of een groep
van mensen aan de burgerlijke waarden en normen in onze samenleving
§ Vertrekt vanuit tekorten – iets wat fout is, dat we moeten herstellen
• Beschavingsoffensief: ‘classes laborieuses et classes dangereuses’
§ Hen leren hoe zich te gedragen, zouden anders proberen de macht te grijpen
• Rol sociaal werk: beschaving bijbrengen, bv. via de eerste kinderweYen
– Wet op het Verbod op Kinderarbeid (1889)
– Wet op de Kinderbescherming (1912)
– Wet op de Leerplicht (1914)
2
,Na WOII:
• Ondersteunende benadering.
Startpunt = mogelijkheden van mensen, vertrekken vanuit wat men wél nog kan!
Vb.: eigen kracht, herstelgericht werken, ervaringsdeskundigen in de hulpverlening,
zelforganisaEes bij armoedebestrijding
• Naast individuele ook structurele focus: hoe maatschappelijke structuren aanpassen zodat
mensen met een beperking toch kunnen deelnemen?
Het %jdperk van de mogelijkheden?
Aandacht voor tekortkomingen verdwenen?
Oude gedachtegoed is niet weg!
• Vb: nudging bij mensen in armoede => kleine stapjes om gedrag te manipuleren
ú Sms’je ‘hou er rekening mee dat je deze maand die factuur moet betalen’
• Vb: vooroordelen en stereotyperingen
ú Strijd Clinton en Trump => Clinton deed uitspraak over de ‘deplorables’ (sukkelaars)
die op Trump zouden stemmen = zeer sEgmaEserend!
VAN SOCIALE CONTROLE NAAR EMANCIPATIE
18de-19de eeuw:
• Doel sociaal werk: sociale controle.
§ Bv. heropvoedingsmaatregelen in de jeugdzorg, programma’s van sociale hygiëne of
arbeidsmarktbegeleiding: ze dienen tot sociale cohesie of reintegraEe in de samenleving
• ‘sociale controle-logica’ = instrumentalisering van het sociaal werk (inzeYen voor de realisaEe
van doelen die gelegen zijn buiten haar eigen prakEjk).
DNA van het SW zeer sterk op dit spanningsveld! à Ontstaan als instrument om arbeidersklasse te
controleren, gericht op de orde in de SL te hanteren.
ð Zie kolonies van Wortel – landlopers werden hier opgevangen, waar ze jobs konden aanleren,
in een poging bepaalde groepen in de SL te controleren.
Na WOII:
• Jaren 60: maatschappelijke contestaEebeweging
• Van verEcale naar horizontale ondersteuningsrelaEes: focus op onderhandeling
• Doel sociaal werk: emancipaEe = kriEsche analyse van machtsrelaEes die beleYen dat mensen
(of groepen) tot hun recht komen en deze machtsrelaEes ombuigen in een groter respect voor
de menselijke waardigheid.
ú EmancipaEe verving langzaamaan sociale controle à mensen moeten zelf kunnen
uitmaken wat ze willen in het leven (SW moet ingrijpen als ze worden onderdrukt)
Geëmancipeerd sociaal werk?
• Sociale controle en emancipaEe: 2 kenmerken van het sociaal werk doorheen de geschiedenis.
• Sociaal werk begee6 zich op spanningsveld tussen beiden
= dubbelkarakter van het sociaal werk: sociaal werk is tegelijk controlerend en
emanciperend
Zie sociale huisvesEng:
ð Recht op wonen: Overheid voorziet burgers in hun materiële basisbehoe6en (emancipaEe)
ð Verantwoordelijkheid om Nederlandse taal te leren als middel tot sociale integraEe (sociale
controle)
3
, ð Voorwaarden aan mensenrecht!
Ook vandaag is sociale controle weer helemaal terug à Veel maatregelen om ouders te sancEoneren
als kinderen niet naar school gaan (toezicht ligt bij leerkrachten én bij SW)
VAN (OVERHEIDS)PATERNALISME NAAR GEBRUIKERSPARTICIPATIE
18de-19de eeuw:
• Sociaal werker als expert en vertegenwoordiger van een superieure moraal
ú Weten wat goed is: burgers die werken, opgeleid zijn, juiste taal spreken, …
• Cliënten als ‘objecten’ van zorg’
• Aanbodsgerichte logica: cliënt past zich aan aan de structuren van het sociaal werk à wij
verzinnen het aanbod, cliënt moet erin passen
Na WOII:
• Recht op zelqeschikking
• Democra=sche welzijnsbenadering:
– Mede-actorschap van cliënten
– Dialogische relaEe tussen sociaal werker en cliënt
– ParEcipaEeve opvarng
• Ontwikkeling naar vraaggerichte prakEjken in het sociaal werk
Jac = 1 v/d eerste prakEjken specifiek voor jongeren, gingen jongeren niet betuYelen, maar namen hen
ernsEg. Er was een parEcipaEeve houding.
Klant is koning?
• Vraaggericht werken respectvoller?
ú Afwezigheid zorgvraag betekent niet afwezigheid zorgbehoe6e
ú ‘bemoeizorg’, ‘aanklampende zorg’: nieuwe vormen van paternalisme?
• Pamflet Paul Kuypers en Jos van der Lans: “Naar een modern paternalisme” en Evelien
Tonkens: “Handboek moraliseren: burgerschap en ongedeelde moraal”
• Zorgwekkende zorgmijders zijn eigenlijk zorgvuldige zorgzoekers
ú Let op taalgebruik! Ze ‘mijden’ zorg, wij vinden het ‘zorgwekkend’ => Ze mijden geen
zorg, ze mijden bepaald aanbod à het is niet aangepast aan hun behoe6e
ú Vb: Verslaafde jonge vrouw die hulp zoekt, maar zich niet goed voelt bij psychiatrische
opname = opdracht om gepaste hulp te vinden ligt bij de hulpverlener!
VAN PRIVAAT NAAR PUBLIEK
18de-19de eeuw:
• Ontstaan sociaal werk vanuit caritas en filantropie = private actoren (kerk)
ú Overheid toen vooral bezig met sociale orde garanderen (poliEe), nachtwakersstaat
• Kenmerken = gunstkarakter
ú Niet omdat je er recht op hebt, maar uit welwillendheid/uit mijn geloof
ú Neo-filantropie daagt SW opnieuw uit!
Na WOII:
• Ontwikkeling verzorgingsstaat: overheid verantwoordelijk voor de uitbouw van sociale
arrangementen à ziet sociaal beleid nu wel als haar kerntaak = publieke taak
4