100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Open assay vragen histologie €9,36
In winkelwagen

Tentamen (uitwerkingen)

Open assay vragen histologie

 0 keer verkocht

Dit zijn de open assay vragen die gegeven werden door de prof en opgelost aan de hand van de ppt's en eigen notities.

Voorbeeld 3 van de 32  pagina's

  • 20 januari 2025
  • 32
  • 2024/2025
  • Tentamen (uitwerkingen)
  • Vragen en antwoorden
Alle documenten voor dit vak (39)
avatar-seller
AnoniemeStudent1999
HISTOLOGIE

HART EN BLOEDVATEN
1) Bespreek de functionele histologie en voorkomen van de verschillende types capillairen.
Functionele histologie
Capillairen zijn buizen met diameter van 7-9µm, gevormd door een enkele laag van aaneensluitende
endotheelcellen. Ze maken de uitwisseling tussen bloed en omgevend weefsel mogelijk. Erytrocyten
passen net in de capillairen en zullen in een nauw capillair de natuurlijke rustvorm moeten
aanpassen. Dit kan eenvoudig en snel door de afwezigheid van een cytoskelet en kern. Een witte
bloedcel zal de doorgang van een capillair kunnen blokkeren (10-15µm, weinig vervormbaar,
cytoskelet en kern aanwezig). Door de grootte van sommige bloedcellen, zal bij passage door nauw
capillair, een masserend effect worden uitgeoefend op de vaatwand. Dit kan belangrijk zijn voor het
bewegen, mengen en uitwisselen van pericapillaire vloeistoffen.

De wand van de capillair wordt gevormd door een of meer op elkaar aansluitende endotheelcellen.
Bij aanhechting van twee endotheelcelranden ontstaan soms randplooien (‘marginal folds’). In en
rond endotheelcellen kunnen structuren voorkomen die het type en functie van een capillair
bepalen. Deze structuren kunnen in verschillende combinaties voorkomen.
a) Rond het capillair kan een lamina basalis liggen, deze wordt door het endotheel zelf gevormd
en sluit aan op het omgevende collageen.
b) Aanwezigheid van fenestrae (poriën). Deze zijn meestal in groepjes gelegen en vormen op
die manier ‘zeefplaten’, die een porositeit van de wand kunnen veroorzaken. Deze poriën zijn
ongeveer 100-150nm en nemen ongeveer 10% van het oppervlak van de endotheelwand in.
c) Fenestrae zijn soms voorzien van een diafragma, dat als dun membraan de vrije doorgang
van vloeistof en/of deeltjes beperkt

Verschillende typen capillairen
a) Continue capillairen hebben een niet gefenestreerd endotheel, lamina basalis en gelijke
dikte van wand. Vb Spier en zenuwweefsel.
a. Ze beperken de doorgang van grote moleculen en cellen, wat zorgt voor een
gecontroleerde uitwisseling van stoffen

b) Gefenestreerde capillairen (met of zonder diafragma) hebben een gefenestreerd endotheel
en een lamina basalis. Vb endocriene organen, GI-tractus, nier.
a. Ze fasciliteren een verhoogde uitwisseling van water, ionen en kleine opgeloste
stoffen

c) Sinusoïdale capillairen hebben een aaneengesloten gefenestreerd endotheel, geen lamina
basalis en een verwijd lumen. Vb lever, milt, bijnier.
a. Uitwisseling van grote moleculen en cellen

d) Discontinue sinusoïden zijn aanwezig in hemopoëtische organen, zoals beenmerg en milt.
Deze hebben grotere gaten of spleten tussen het endotheel, waardoor er makkelijk een
uitwisseling van cellen tussen bloed en weefsel plaatsvindt

e) Lymfecapillairen zijn niet gefenestreerd, tamelijk los endotheel begrensd, zonder
aanwezigheid van een lamina basalis




2) Bespreek de cellen in het hart die bloeddruk en hartfrequentie bepalen.
1

, HISTOLOGIE

Sinoatriale knoop/ sinus knoop/ sinusknoop van Keith-Flack
Subepicardiaal (buitenkant) gelegen ter hoogte van de overgang van de vena cava cranialis in het RA
tussen uitminding vena cava superior en inferior
 Pacemaker cellen (regelt de snelheid waarmee het hart klopt)

Atrioventriculaire knoop/ Aschoff-Tawara
Subendocardial (binnenkant) gelegen in de wand van het RA bij het interatriaal septum
 Weefsel bestaat uit hartspiercellen met weinig myofirbillen, veel mitochondriën en
glycogeen
 SA-knoop is verbonden met AV door internodale banen

Bundel van His
Ontspringt uit AV-knoop en splitst in 2 takken: crus dexter en crus sinister. Beide verlopen
endocardiaal of oppervlakkig in het myocard aan weerszijde van het interventriculair septum en
rafelen uit in de vezels van Purkinje (= verantwoordelijk voor snelle prikkeloverdracht en verzorgen
contracties en HR, bevatten glycogeen + door nexusverbinding elektrisch gekoppeld, veel
mitochondriën, weinig myofibrillen).
 Hartspiercellen kunnen spontaan contraheren
 Innervatie via PS (HR ↓) en OS (HR ↑)
 Bloeddruk kan ook gemoduleerd worden via baroreceptoren (gelegen in a. carotis
communis) -> bestaat uit vrije zenuwuiteinden en worden gestimuleerd door rekking
 Ook hormonen zoals andrenaline en noradrenaline kunnen HR en contractie beïnvloeden

3) Bespreek de chemoreceptoren ter hoogte van het carotislichaampje.
Carotislichaampje is gelegen in adventitia tegen de a. carotis communis die zich splitst in de a. carotis
interna en externa.

De chemoreceptoren reageren op veranderingen in drie parameters in het arteriële bloed: zuurstof,
kooldioxide en pH. Bij hypoxie (lage O 2-spanning) sluiten zuurstofgevoelige kaliumkanalen wat leidt
tot depolarisatie van de celmembraan. Dit activeert spanningsgevoelige calciumkanalen, waardoor
calciumionen de cel instromen en de afgifte van NT wordt gestimuleerd.
Een verhoogde CO2-concentratie of een daling in pH verhoogt de gevoeligheid van de glomuscellen.
CO2 diffundeert makkelijk in de glomuscellen, waar het via het enzym koolzuuranhydrase wordt
omgezet in bicarbonaat en waterstofionen, wat leidt tot intracellulaire acidose. Dit proces versterkt
de depolarisatie van de celmembraan en stimuleert de afgifte van NT. De NT worden afgegeven en
activeren zenuwvezels van de n.glossopharyngeus  AH-frequentie en CO2-afgifte worden
verbeterd.

De chemoreceptoren initiëren reflexen die gericht zijn op het herstel van normale O 2, CO2 en pH-
niveaus:
- Hypoxie: verhoogde AH-frequentie (hyperventilatie) om meer zuurstof binnen te krijgen
- Hypercapnie en acidose: stimulatie van de AH en verhoogde hartslag om CO 2 sneller te
elimineren en de pH te normaliseren
- Hypotensie (lage BD): reflexmatige verhoging van de sympatische activiteit, wat leidt tot VC
en een verhoogde hartfrequentie




2

, HISTOLOGIE

4) Vergelijk de structuur van de arteria en vena femoralis.
= musculeuze arterie en grote venen

Arterie Venen
Tunica intima - MEI - Bevat kleppen, goed ontwikkeld
- Subendotheliaal BW - Dun subendotheliaal BW
Tunica media - Goed ontwikkeld, dik - Dunner, meer BW en GSC
- GSC - Minder spierweefsel of elastine
- Collageen + elastine vezels vezels
tussen spiervezels
Tunica adventitia - MEE - Grootste deel
- Longitudinale vezelbundels - Longitudinale bundels GSC

LYMFOÏDE ORGANEN
5) Bespreek de structuur van de milt aan de hand van het verloop van de bloedvaten.
De miltarterie (a. lienalis) komt via het hilusgebied de milt binnen, loopt via het BW-kapsel en vertakt
in de trabekels (= trabekelarteriën). Wanneer aftakkingen van de trabekelarteriën de BW-
tussenschotten verlaten en het parenchym binnendringen worden ze omgeven door een PALS (=
Peri-Arteriolaire LymfocytenSchede). Gezien hun centrale ligging in het PALS worden de arteriolen op
dat moment centrale arteriolen genoemd. Het geheel van PALS en centrale arteriolen is de witte
pulpa. Aan de rand van de PALS liggen follikels, die uit de centrale arteriole een eigen voorziening
hebben. Deze mondt uit in de marginale sinus, van waaruit het bloed vrijelijk het reticulair BW van de
rode pulpa instroomt.
Wanneer de lymfoïde schede dunner wordt, deelt het BV zich in een aantal uitwaaierende recht
verlopende terminale arteriolen, de penseelarteriën. De penseelarteriën lopen vervolgens verder als
gewone capillairen. De meeste hiervan eindigen in het reticulum van de strengen van Billroth (open
circulatie). Strengen van Billroth bestaat uit reticulumcellen, macrofagen, lymfocyten en RBC. Het
bloed verloopt dan door deze strengen waarna het in de veneuze sinussen (= sinusoïden) wordt
verzameld (gesloten circulatie). Er bestaat hier dus geen verbinding tussen het arteriële en veneuze
systeem. Het geheel van de strengen van Billroth en BV is de rode pulpa. Vanuit de veneuze sinussen
wordt het bloed afgevoerd naar de venen die zich tot grote BV verenigen en als trabekelvenen in de
BW-trabekels van de milt gaan verlopen in de richting van de hilus, waar zij als vena lienalis de milt
verlaten.

6) Bespreek de plasmacellulaire reactie en de follikelcentrumreactie in de lymfeknoop.
Beide reacties zijn onderdeel van een humorale of cellulaire immuunreactie bij ontsteking in het
drainagegebied in de drainerende lymfeknoop.

Plasmacellulaire reactie
Voor de meeste AG geldt dat ze thymus afhankelijk zijn, wat wil zeggen dat de hulp van de helper T-
lymfocyten nodig is om B-lymfocyten te activeren tot proliferatie en differentiatie. De T-lymfocyt zal
lymfokinen uitscheiden nadat deze met zijn T-celreceptor het AG en de MHC-II moleculen op de
celmembraan van een APC heeft herkend. Die initiëren de B-celproliferatie en differentiatie. B-
lymfocyten tranformeren daarbij tot plasmablasten op de grens van de diepe en buitenste
schorszone, aan de onderzijde van de follikel. De plasmablasten zullen zich enkele malen delen via
klonale expansie en differentiëren achtereenvolgens tot onrijpe en tot rijpe plasmacellen. Die komen
in grote getallen in de mergstrengen te liggen en geven aan de langsstromende lymfe
immuunglobulinen (AL) mee.



3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AnoniemeStudent1999. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,36. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62774 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,36
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd