1. WAT IS ACO?
1.1 TERMINOLOGIE
1.1.1 ALTERNATIEVE
A) WAT IS DAT?
− Buiten de rechtbank? → vroeger ging men steeds, nu meer bewust van alternatieven
o Bemiddeling: neutrale derde persoon gaat samen naar oplossing zoeken
o Arbitrage: neutrale derde persoon neemt bindende beslissing (geen rechter)
o Bindende derden beslissing: neutrale derde persoon gaat binnen ovk een bindende beslissing maken voor de
partijen
o Collaboratief onderhandelen: advocaat helpt partijen bij voeren van onderhandelingen
− Anders dan adversieel strijdmodel? → in RB worden partijen tegenover elkaar gesteld
o Bemiddeling: niet tegenover elkaar, er wordt gezocht naar hoe ze kunnen tegemoetkomen
o Collaboratief onderhandelen: verder kijken dan puur juridische argumenten
o Minnelijke schikking: rechter zoekt meer naar belangen dan juridische argumenten
→ afhankelijk van hoe we ‘alternatief’ invullen, vallen andere vormen van ACO er onder
B) BETEKENT VOOR ONS ‘APPROPRIATE’
Aandacht voor de noden van partijen + conflict & context → maatwerk → vertrekpunt van ACO
1.1.2 CONFLICT
Conflict VS Geschil
- Geschil: hetgeen men terugvindt in de wetgeving → het is een gejuridiseerd conflict
- Conflict: omvat niet alleen het gejuridiseerd conflict, ook subjectieve component (psychologie!)
Tussenpartijdig VS Bovenpartijdig
- Bovenpartijdig: partijen opteren enkel voor het oplossen van het geschil
- Tussenpartijdig: partijen willen verder gaan dan louter oplossen geschil
1.1.3 OPLOSSING
Meer dan enkel beslechten door een derde → een oplossing vinden is ruimer (meer dan enkel onderhandelen &
bemiddelen door de partijen)
1
,1.2 INDELING
Participatieve/tussenpartijdige Confl. Opl. Adversiële/bovenpartijdige Conflictbeslechting
Beslissingsautonomie = partijen Beslissingsautonomie = derde
→ ze kunnen enkel worden gebonden door iets waarmee → derde bevoegd om bindende beslissing te nemen
ze hebben ingestemd
Doelstelling = win-win Doelstelling = win-lose (‘gelijk’ halen)
Het gehele conflict oplossen staat centraal Het gejuridiseerd conflict (= het geschil) staat centraal
(niet alleen de objectieve component, vooral het
subjectieve)
Methode gericht op samenwerking / communicatie Methode gericht op verdedigen van standpunten &
/belangengericht onderhandelen winnen van argumenten
→ Belang van psychologie deskundigheid & succes hangt → succes hangt af van overtuigingskracht van de partijen
af van de partijen
Impact op toegang rechter/arbiter (m.u.v. voorlopige & Impact op toegang rechter (m.u.v. voorlopig & bewarende
bewarende maatregelen) → tijdelijk afgesloten, tenzij maatregelen) → definitief ontzegd, behoudens marginale
geen oplossing toetsing (als sommige waarborgen bv. onpartijdigheid,
gelijkheid… niet worden nageleefd: wel nog toegang)
Voorbeelden: bemiddeling, verzoening, minnelijke Voorbeelden: arbitrage, bindende derdenbeslissing
schikking, collaboratief onderhandelen
Geen zuivere tweedeling !! → er bestaan ook hybride mechanismen (bv. arb-med, med-arb…)
1.3 BELANG VOOR MASTERSTUDENTEN RECHTEN
1.3.1 WIJZIGENDE ROL ACTOREN VAN JUSTITIE
- De advocaat
o Infoplicht → resultaatsverbintenis (erg onduidelijk hoe dat moet gebeuren)
o Plicht om minnelijke regeling te bevorderen (niet gewoon promoten)
o Afdwingbaarheid → moeilijk! → fout & schade (+ verband) moeilijk aan te tonen
→ Dat het in de wet staat is vooral een signaalfunctie voor advocaten dat de plicht er is & voor de cliënten dat ze
er recht op hebben
- De gerechtsdeurwaarder → infoplicht
- De rechter
o Moet minnelijke oplossing bevorderen
o Kan partijen bevragen & inlichten
o Kan persoonlijke verschijning bevelen, kan zaak verdagen…
→ het behoort tot taak van de rechter om partijen te verzoenen
1.3.2 BELANG
PRO partijbelang CONTRA partijbelang
Snelheid Vertraging bij falen
Kostprijs Kostprijs (meestal geen overheidssteun)
Vertrouwelijkheid Mogelijk misbruik & gebrek aan transparantie
Partijen kunnen zelf bemiddelaar of arbiter kiezen obv Minder kwaliteitscontrole
expertise
Verhoogde eigen inbreng, herstel relatie primeert Geen garantie op succes als partijen niet meewerken
Verhoogde flexibiliteit/informaliteit Gebrek aan uitvoerbare titel
Maatschappelijk belang → afbouwen gerechtelijke achterstand & betere access to justice
2
,2. TUSSENPARTIJDIGE ALTERNATIEVE
CONFLICTOPLOSSING
2.1 PSYCHOLOGISCHE COMPONENT
- Belang multidisciplinaire benadering → verschillende perspectieven op 1 probleem → combineren van vakkennis
van verschillende domeinen om het probleem zo succesvol mogelijk aan te pakken (breder beeld)
- Appropriate v. ADR → out of court, niet adversieel, aandacht voor noden van partijen, conflict & context!
- Ijsberg → men kijkt vaak oppervlakkig naar het probleem (wat is juridisch juist) → vaak onderliggend probleem & bij
ADR/ACO heeft men daar meer aandacht voor
- Zelfdeterminatie → 3 elementen van belang die tegelijk evenveel aanwezig moeten zijn:
o Autonomie → voor een stuk, want tout court zou te veel van het goede zijn
o Betrokkenheid → het gevoel hebben niet alleen te zijn, deel uit te maken van systeem, relatie te hebben met
andere partij
o Competentie → gevoel hebben voldoende competent te zijn om de taken uit te voeren
2.1.1 WAT IS EEN CONFLICT? WAT DOET HET MET DE MENSEN?
A) TERMINOLOGIE
- “Men spreekt van een conflict tussen 2 of meer partijen wanneer minstens 1 zich gehinderd of gefrustreerd voelt door
de ander”
o De ander moet niet op de hoogte zijn van je frustratie
o Perspectief psychologie → je vertrekt vanuit hoe iemand zich voelt, ervaart, ziet… → subjectief !
(<-> juridisch kader vertrekt vanuit het objectieve: het geschil)
- Mensen verschillen sterk in de mate waarin ze conflict ervaren → ervaring is resultaat van interactie van:
o Persoon (bv. HCP meer in aanvaring met conflicten)
o Sociale situatie
- Groepsontwikkeling (Wheelan) → als je naar productieve groep wil evolueren, dan moet je door conflicten gaan
- Conflict is belangrijk om een groei door te maken & is niet positief noch negatief
- Vaak wacht men te lang om probleem aan te kaarten → vruchtbare bodem om conflict te laten escaleren
- Vaak gaat men mensen scheiden eerder dan ze in gesprek te laten gaan → we interpreteren die persoon verkeerd &
zetten vaak te veel onbewuste stappen in ons brein (bv. over iemands persoonlijkheid)
3
, B) WAT GEBEURT ER IN CONFLICT?
B.1 WAT VOEL JE?
- Emoties
o Stress → door cortisol (= stresshormoon) → chronisch kan je echt ziek van worden
o Adrenaline → vanaf brein dreiging voelt, begint proces: fight, flight or freeze
- Fysiologische gevolgen → brein functioneert minder goed → wij werken volgens het SOR model, maar bij conflict
werken voornamelijk de Stimulus & de Respons (niet de O: vermogen om na te denken)
- Psychische gevolgen → verminderde cognitieve capaciteit, moeilijk helder te blijven
- Verwerken van informatie → emotie-congruente info pikken we sneller op (boosheid & geluk)
B.2 BASISREACTIES
- Fight, flight or freeze
- Experiment met 2 opdrachten: 1 moeilijke, 1 gemakkelijke
o Gemakkelijk: activiteit in neocortex veel groter
o Moeilijk: activiteit in neocortex veel kleiner → door klein geschil ga je minder gaan nadenken
B.3 VIJANDIGE ATTRIBUTIEFOUT
We geven vaak zonder nadenken een attributie aan een gedrag → ons brein maakt sneller negatieve interpretaties
dan positieve (te wijten aan de ‘survival of the fittest’ → meer tendacy om gevaar te zien)
→ kan leiden tot vicieuze negatieve cirkel als het gedrag zich blijft voordoen
B.4 WAT IS DE AANLEIDING VAN EEN CONFLICT
Begint vaak klein (vaak gewoon een gevoel van onrechtmatigheid), maar als het blijft duren & gedrag herhaalt, wordt
onze veerkracht veel kleiner → we kunnen moeilijk om met onzekerheid, voelen ons ongemakkelijk & verliezen de focus
C) TYPES CONFLICTEN
- Taakconflict → het niet eens zijn over taak, opdracht, de bronnen, de lay-out…
- Relationeel conflict → gerelateerd aan interpersoonlijke relaties & vijandigheden
(een taakconflict wordt bijna altijd relationeel)
- Interpersoonlijk & intrapersoonlijk conflict → correlerend
- Statusconflict → ‘wie is hier de baas’ (vaak voorkomend voor HCP)
D) CONFLICTESCALATIE
D.1 VAN CONFLICT NAAR GESCHIL
- Naming → woorden geven aan hetgeen je voelt
- Blaming → het verwijten aan een ander → externe attributie (hier: rol van framing, je ziet je eigen aandeel niet)
- Claiming → actie ondernemen tav de ander, confrontatie aangaan
Conflict is passief, geschil is actief, maar in de realiteit weinig verschil
4