INLEIDING OVER PREVENTIE
ILLUSTRATIES TER INLEIDING
1. Tools of the mind: kleuterklas
Programma dat executieve functies stimuleert bij kinderen via spel, onderliggend aan
gedragsregulatie
Doel: focus & lichaamsbeweging
Tegelijk vriezende houding innemen waarmee de effortful control wordt gestimuleerd
en op die manier wordt de dominante respons onderdrukt in plaats van subdominante
respons
2. Mindfulness op school bij adolescenten
Voorbeeld van preventie op scholen
KERN VAN PREVENTIE
Voorkomen is beter dan genezen
Maatregelen nemen is beter dan het nadien te genezen bv. maatregelen covid/kinderen
leren tanden poetsen, weinig snoepen ipv tanden trekken later
KB 26.04.2019 - CRITERIA TOT ERKENNING ALS KLINISCH PSYCHOLOOG
“De onderscheidende kennisdomeinen zijn domeinen die specifiek zijn voor de klinisch
psycholoog. Het gaat om volgende domeinen:
1. Klinische psychologie met focus op verschillende doelgroepen, benaderingen en
referentiekaders;
2. Gezondheidspsychologie en psychosomatiek;
3. Psychopathologie en psychiatrie;
4. Psychologisch assessment, psychodiagnostiek en psychometrie;
5. Klinisch psychologische interventie en preventie en het klinisch onderhoud;
6. Stages en andere vormen van werkveldintegratie.”
WAT IS PREVENTIE? VORMEN VAN PREVENTIE?
WAT IS PREVENTIE?
Voorkomen van (ernstiger worden van) problemen door vooraf in te grijpen
o Door gericht ingrijpen op risico- en protectieve factoren voor problemen en
positieve factoren te versterken
Wortels in geneeskunde
o Lichamelijke ziekten
o Later: psychische stoornissen (Caplan)
Ontwikkelde methodieken om grote groepen mensen verder te helpen
indien ze worstelden met problemen, maar nog geen stoornis hadden
Epidemiologie: studie frequentie van voorkomen en verspreiding van ziekten en
stoornissen in populatie
Doel preventie: zo laag mogelijke prevalentie van ziekten, stoornissen en problemen in
populatie
Doorgaans gericht op groepen
VORMEN VAN PREVENTIE
1
,Indeling Caplan
Op basis van ernst van probleem:
Primair
o Wat? Voorkomen van stoornis vooraleer symptomen optreden
o Wie? Totale populatie
o Voorbeeld: de organisatie kind & gezin vaccineert kinderen op jonge leeftijd, ze
testen lichaamsfuncties om problemen op latere leeftijd te voorkomen OF het
organiseren van campagnes langst weg tegen alcohol of gsmgebruik
Secundair
o Wat? Voorkomen van verdere ontwikkeling van een stoornis waarvan eerste
symptomen vertoond worden
o Wie? Groep die deze symptomen vertoont
o Voorbeeld: mindfulness in video richtte zich op jongeren die symptomen
uitspraken, proberen voorkomen van problemen
Tertiair
o Wat? Voorkomen van negatieve gevolgen van stoornis
o Wie? Groep die deze stoornis vertoont
o Voorbeeld: Suïcide voorkomen bij mensen met depressie
Kritiek op indeling Caplan:
Tertiaire preventie = preventie?
o Te breed gemaakt, zo kan alles preventie zijn
o Als er sprake is van een stoornis kan je het beter niet meer stoornis noemen
Dekt niet volledige domein van preventie
o Initiatieven voor risicogroepen die nog geen symptomen vertonen?
o Jongeren zonder symptomen, maar verhoogde risico’s bv. kinderen in kansarme
buurt
Sterke nadruk op stoornis/ziekte
o Gezondheid meer dan afwezigheid ziekte
o Doel = ziekvrij leven?
o Aanname dat betrouwbare diagnoses van stoornissen mogelijk zijn
Minder ‘objectief’ voor psychische stoornissen
o Ook kennis nodig over oorzaken/antecendenten om ze te kunnen verhelderen
Belangrijk element, maar past minder bij indeling
o Doel: voldoende veerkracht en welbevinden nastreven, niet per se het ‘niet ziek
worden’
Indeling US institute of Medicine
Committee on the Prevention of Mental Disorders
Stand van zaken preventieonderzoek geestelijke gezondheid
Preventie beperkt tot dienstverlening voor psychisch stoornis
o Wanneer stoornis: remediëring/behandeling
2
, Op basis van doelgroep
o Universele preventie
Wie? Hele populatie, geen onderscheid volgens individueel risico
Maar hoe bereik je iedereen die je wilt bereiken?
o Selectieve preventie
Wie? Groep met verhoogd risico
Voorbeeld: kinderen uit kansarme buurten, kinderen met ouders met
psychische problemen
o Geïndiceerde preventie
Wie? Personen die symptomen vertonen maar nog niet (volledig)
beantwoorden aan de diagnostische criteria van de stoonis
Voorbeeld: kleuters die veel storend gedrag vertonen, maar waarbij er nog
geen sprake is van een stoornis
Kritiek op indeling US Institute of Medicine:
Blijft uitgaan van ‘deficit’ model
o Alternatief Weisz et al. (2005): mental health intervention framework
Wellness promotion
Universal prevention
Selective prevention
Indicated prevention
Therapeutic intervention
2009: Toevoeging van ‘promotion of mental health’
GEZONDHEIDSPROMOTIE
In rijpe landen zijn de klassieke ziektes onder controle, maar hier duiken dan weer
nieuwe welvaartsgerelateerde ziektes op bv. eetstoornissen, depressie, burn-out
o Ook in rijke landen gezondheid zoveel mogelijk blijven stimuleren!
Formeel geïntroduceerd door WHO in 1986 (Ottawa charter)
WHO definitie: “Het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld
worden om meer controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid,
en zo hun gezondheid te verbeteren” (vertaling I. Van Diest)
Actieterreinen
o Healthy public policy
o Supportive environments
o Community involvement
3
, o Individu
o Reorient Health Services
OMSCHRIJVING EN VORMEN VAN PREVENTIE: TOT SLOT
Begrippenkader ‘in ontwikkeling’
Meer kennis over behandeling dan over preventie
o Wanneer er al problemen zijn dan is het apel op het professionele veel groter
Invloed medisch model
o Begrijpelijk, omdat preventie vaak vanuit dat beleidsdomein gefinancierd (ook in
Vlaanderen)
o Dit vak: vooral geïnspireerd op Youth Prevention Science
(PREVENTIEF) BELEID: RICHTEN NAAR VERSCHILLENDE NIVEAUS
Stepped care benadering
Gericht naar meeste gezinnen, maar sommigen hebben meer aangepast en uitgebreider
aanbod nodig
Voorbeelden
o Interventiespectrum
o Three tier model in US onderwijs
o Zorgcontinuüm in Vlaams onderwijs (M-decreet)
o Aanbod mentaal welbevinden studenten KU Leuven
Tree tier model US
Op basis van ‘response-to-intervention’ benadering
Niveau 1: universeel aanbod voor alle jongeren op
school
Volstaat voor grote meerderheid (85%)
Niveau 2: indien niet voldoende
Niveau 3: meer gespecialiseerd
M-decreet
Fase 1: verhoogde zorg in reguliere werking
Bv. extra beloningssysteem
Eerste twee fases zijn preventie, vanaf fase 2 eerder
behandeling
MoodSpace
4
,Voorbeelden preventieve interventies of activiteiten voor kinderen en jongeren
Bv. leren leren op school, move tegen pesten, kangeroeklas, SO
PREVENTIE VOOR KINDEREN EN JONGEREN
BELANG VAN PREVENTIE IN KINDERTIJD/ADOLESCENTIE
Hoge prevalentie van problemen
Mentale stoornissen wereldwijd in stijgende lijn
Meta-analyse Polanzynck et al.
o 241 000 000 kinderen en adolescenten (13.4%)
o Vooral
Depressie
Angst
Externaliserend gedrag
ADHD
Impact covid?
Samji et al.
o 116 studies
o Bijna 130 000 k&j
o Covid-gerelateerde angst
o Meer angstige en depressieve symptomen dan pre-covid
o Meer problemen bij oudere adolescenten, meisjes en ‘neurodiverse’ jongeren en
jongeren met chronisch fysieke problemen
Jaarverslag CLB’s 2020-2021
o Stemmings- en angstproblemen vooral sterk gestegen
Jaarverslag CLB’s 2021-2022
o Problemen beetje gedaald, maar zeker niet naar het niveau van voor covid
o Veel jongeren zijn kwetsbaarder geworden door corona
Gevolgen van problemen
o Korte termijn
Psychosociale problemen leerproblemen Bv. storend gedrag minder
concentratie mindere prestaties
Psychosociale problemen andere psychosociale problemen bv. meer
angstig op T1 meer depressief en eenzaam op T2
Psychosociale problemen druk op gezin
Psychosociale problemen meer risico op sterfte door suïcide of
ongeval
o Lange termijn
Soms voorbijgaand
Vaak voorspellend voor latere mentale problemen
Voorbeeld: mentale problemen ontstaan in jeugd ingrijpendere gevolgen
dan mentale problemen ontstaan in volwassenheid
Grafiek
DALY = verlies van jaren
door vroegtijdig sterven
omwille van ziekte/stoornis
5
, of door leven met beperkingen als gevolg van stoornis/ziekte bv.
suïcide
Verlies van jaren groter door stoornissen die op jonge leeftijden
zijn ontstaan (vooral tussen 15-19 jaar)
Daarom: preventie op jonge leeftijd belangrijk, hersenen zijn
plastischer en jongeren hebben meer leerpotentieel
Take home message
• Kindertijd en adolescentie kritische periode voor preventie van (mentale)
gezondheidsproblemen
THEORETISCHE KADERS
Durlak (2009): Preventieve programma’s voor kinderen en jongeren in scholen vaak gebaseerd
op één of meer van onderstaande kaders
1. Ecologisch paradigma
Ontwikkeling van persoon beïnvloed door omgeving
Meerdere (interagerende) omgevingsniveaus: micro, meso, exo,
macro
o Micro: relaties met gezin, klasgenoten
o Meso: interacties tussen microniveaus bv. school en gezin
die samenwerken om ontwikkeling kind te bevorderen
o Exo: bredere gemeenschap, relatief lokale gemeenschap bv.
buurt, ruimere familie en werkcontext ouders
o Macro: culturele waarden, wetten, normen, politiek van ruimere samenleving
waarvan kinderen en jongeren deel uit maken
Wisselwerking tussen kind en omgeving
Preventie: inwerken op omgeving en/of persoon/omgeving interacties,
omgeving/omgeving interacties
Noot
o Later bio-ecologisch paradigma
o Bijdrage biologische/kindfactoren in ontwikkeling sterker erkend
o Als ‘potentieel’ van kind
Interactie met omgeving bepaalt verdere ontwikkeling
2. Risico- en protectieve factoren paradigma
Risicofactor: verhoogt kans op negatieve uitkomst
Protectieve factor: verlaagt kans op negatieve uitkomst
Op niveau individu of omgeving
Cumulatie/interactie risico- en protectieve factoren
Zelden dan een risicofactor leidt tot een negatieve uitkomst, bijna altijd cummulatie en
interactie die ontwikkeling in positieve of negatieve richting stuurt
Preventie: inwerken op risico- en/of protectieve factoren en hun interactie
Risicofactoren
Kind/jongere
o Vroege gedragsproblemen
o Vroege academische problemen
(relatie met) leerkrachten
6
, o Conflictvolle relatie met leerkrachten
o Weinig ondersteuning/structuur/autonomiebevordering door leerkrachten
Relatie met peers
o Verwerping door peers/victimisatie
o Omgang met deviante peers
Zo ontstaan groepen met probleemgedrag die elkaar daarin versterken
Gezin/woonomgeving
o Weinig ondersteuning/structuur
o Armoede
o Gedesorganiseerde buurt
Protectieve factoren
Kind/jongere
o Verbondenheid met de school
o Persoonlijke en sociale competenties
Zelfregulatie (emoties/gedrag)
Probleem- en conflictoplossingsvaardigheden
Relatie met leerkrachten
o Warme relatie met leerkrachten
Schoolklimaat
o Veilige en gestructureerde schoolcampus
o Ondersteunend en zorgend schoolpersoneel
o Hoge academische verwachtingen
o Uitdagend curriculum
Gezin
o Ondersteuning/structuur door ouders
o Betrokkenheid van ouders bij schoolse ontwikkeling
o Sterk partnerschap van school met ouders
Risico en protectieve foutenparadigma
Ontwikkelingspsychopathologie: gedifferentieerder onderscheid in factoren
Risicofactor negatieve uitkomst
Bevorderende factor positieve uitkomst
Spreken in ontwikkelingspsychopathologie van bevorderende factoren in plaats van
protectieve factoren
o Protectieve factor die in geval van risico ervoor zorgt dat er een minder
negatieve uitkomst zal zijn (interactie)
o Welke factoren kunnen effect van risicofactoren bufferen?
7
,3. Competentiebevordering
Nadruk op ontwikkeling van competenties (i.p.v. preventie van pathologie)
o Fysiek
o Cognitief
o Sociaal
o Emotioneel
Wordt beschouwd als ‘doel op zich’
Onderzoek: leidt tot vermindering van latere problemen
Preventie door promoten van competenties bij kinderen en jongeren
Bv. kinderen leren zwemmen zodat ze niet zouden verdrinken of omdat het leuk is, focussen op
competenties is preventief ten aanzichte van problemen
Samenvattend
Meeste hedendaagse benaderingen van preventie (in schoolse context) erkennen:
o Dat de omgeving (klas, school, gezin, buurt, …) een invloed heeft op de
ontwikkeling van kinderen en jongeren en dus relevante target is voor preventie
o Dat preventie gericht moet zijn op het verminderen van risicofactoren en het
maximaliseren van protectieve factoren voor de ontwikkeling
o Dat competentiebevordering (focus op positieve ontwikkeling) belangrijk en
nuttig is
Biglan, Flay, Embry & Sandler (2012): “Nurturing environments”
Belang van nurturing environments
IOM-rapport (2009):
o Institute Of Medicine
o Veel gedrags-, emotionele en mentale problemen hangen samen
o Komen voort uit gelijkaardige oorzaken
Biglan et al. (2012):
o Problemen gezamenlijk aanpakken door creëren van “nurturing environments”
Wat zijn nurturing environments?
Omgevingen die positieve ontwikkeling bevorderen
Wat kenmerkt die omgevingen?
Literatuurstudie
Criteria voor bepalen van de kenmerken:
o Aangetoonde link met positieve of problematische ontwikkeling
o Onderzoek naar werkingsmechanismen van effecten (idealiter)
o Onderzoek waaruit blijkt dat veranderen van kenmerk impact heeft op één of
meer ontwikkelingsaspecten
Meer gewicht: kenmerken met lange termijn-effecten op meerdere
ontwikkelingsuitkomsten (zonder negatieve neveneffecten)
1. Minimaliseren toxische condities
Biologisch toxisch
o Bv. blootstelling aan lood, schadelijke voedingsstoffen, foetale blootstelling aan
alcohol/drugs/tabak
8
, o “Kinderen die in de buurt van de Umicore-fabriek in Hoboken wonen, hebben
veel meer lood in hun bloed dan een half jaar geleden… Langdurige
blootstelling aan lood kan schade aan het zenuwstelsel, gedragsproblemen en
verminderde intelligentie veroorzaken.”
Sociaal-toxisch
o Bv. mishandeling, geweld, verwerping, gepest worden
o Niet enkel psychologische, maar ook fysieke gevolgen
o Zie college preventie van pesten
Armoede
o Bv. "Brood(doos)nodig": gevecht tegen lege brooddozen in Sint-Truiden
2. Onderwijzen, promoten en bekrachtigen van prosociaal gedrag
Jongeren uitrusten met de vaardigheden, interesses en gewoontes die nodig zijn om
een gezond, gelukkig en productief leven te leiden in zorgende relaties met anderen
Prosociality = koepelterm om deze visie weer te geven
Basis: cognitieve, sociale, fysieke en zelfregulatievaardigheden
Bevorderen en bekrachtigen van positief gedrag, zorgen en helpen van anderen
Zie gastcollege TOPspel
3. Monitoren van en beperken van kansen op probleemgedrag
Probleemgedrag zoveel mogelijk beperken
o Je kan nooit heel het probleemgedrag beperken
o Minimum aan probleemgedrag proberen bereiken
Bv. duidelijke regels bepalen
Bv. verbinden van negatieve consequenties aan probleemgedrag
Zie ook gastcollege TOPspel
4. Promoten van ‘mindful psychological flexibility’
Psychologische flexibiliteit
o “being clear about one’s values and mindful of one’s thoughts and feelings
and acting in the service of one’s values, even when thoughts and feelings
discourage taking valued action.”
o Bevordert emotieregulatie
Aanmoedigen dat jongeren hun waarden ontdekken, expliciteren en ernaar leven
Stimuleren van bewustzijn van eigen gedachten en gevoelens
Kan op zijn beurt relaties versterken
o Leidt tot het meer respectvol met elkaar omgaan
Kinderen en jongeren bewust maken van hun gevoelens, dingen die ze willen
nastreven, ze promoten dit in situaties waarin gevoelens en gedachten een andere
richting uitgaan dan je waarden
Samenvattend
Minimaliseren van toxische condities
Bevorderen en bekrachtigen van prosociaal gedrag
Monitoren en beperken van kansen op probleemgedrag
Bevorderen van ‘mindful psychological flexibility’
Studie over nurturing environments
Empirische test van het kader
Nurturing environments
o Hangen samen met minder geweld in etnisch diverse steekproeven van
adolescenten uit landelijke en stedelijke omgevingen
9