RELIGIE, ZINGEVING EN LEVENSBESCHOUWING
Levensbeschouwelijke achtergrond KUL maakt dat men een les heeft, voordien
“Vraagstukken uit de godsdienstwetenschappen” genaamd, nu “Religie, zingeving en
levensbeschouwing” (komt beter overeen met de brede inhoud van het vak). Het is geen
introductie van het christendom. Het doel is om ons aanzetten tot het denken.
De doelstellingen van dit vak
• Universiteit en persoonsvorming: De opleidingen binnen de KULeuven zouden niet
alleen moeten bijdragen tot het maken van specialisten maar ook bijdragen tot het
maken van uw persoon. Onderwijs moet meer zijn dan de creatie van vak-idioten.
Een brede vorming die bijdraagt aan een bredere reflectie over het leven. Wat is
eigenlijk een persoon en waarom gaat men anders om met mensen dan met
dingen?
• Het onderwijs van de KULeuven moet gericht zijn tot de disciplinary future self.
Bijdragen dat men ons beroepsleven op een goede manier kunnen doen. Hoe
speelt dit vak daar een rol. Men zal zien dat in dit vaak een bepaalde positie wordt
verdedigd, met name een soort kritiek op het rationalisme (het idee dat je moet
leven vanuit rationele principe). Het hele leven is een voortvloeisel van rationele
ideeën die worden geïmplementeerd in onze maatschappij. Dat is een zeer
enggeestige visie. Het is belangrijk voor rechtenstudenten aangezien wij ook
geconfronteerd worden om zaken rationeel te bekijken vanuit beginselen,
rechtsbeginselen. Maar men zal altijd merken dat het leven complexer is dan
beginselen.
o Bv. Mensenrechten in de gevangenis. Als het leven in de gevangenis, de
houding van de cipiers, enz. als die niet vatbaar worden, dan trekt het op
niets, loopt het fout, worden rechten geperverteerd. Laat gevangenen
denken dat ze minderwaardig zijn. Zoals het verstrekken van medische
zorgen een machtsdynamiek is. Men moet beseffen als juridische
denkende mensen dat er rationele juridische principes zijn maar dat het
leven van mensen een prioriteit blijft ten aanzien van die beginselen. De
realiteit, het leven, is weerbarstig.
Overzicht van de lessen
1. Cognitieve, manipulatieve en zingevende interesse
2. Religie, wetenschap en zingeving
3. Religie, secularisatie en redelijkheid
4. Woede en straf: Opdracht forum 1
5. De goddelijke en menselijke wet: Deadline forum 1 + opdracht forum 2
6. Levenseinde: levensbeschouwing in de publieke sfeer
De opdrachten
1
,Men wordt opgedeeld in groepen van 10 studenten en men moet online in gesprek gaan.
Er is een tekst en men moet een tekst te schrijven en reageren op de meningen van onze
groepsgenoten. Er zijn punten te verdienen.
Het cursusmateriaal
Alles wat in de les wordt gezegd moet gekend zijn. Men moet al dat studeren. Daarnaast
zullen er teksten op Toledo worden gezet die gelezen moeten worden. Vragen daarover
kunnen gesteld worden. Geen detailvragen maar men moet de teneur van die teksten
kennen.
Lesopnames
Ze worden ter beschikking gesteld voor iedereen, tenzij de aula leegloopt.
Evaluatie
Schriftelijk examen op 18 punten. Zes punten van de 18 zijn meerkeuzevragen met
bestraffing van foute antwoorden (-1/3). Er bestaat steeds de mogelijkheid om niet te
antwoorden. 12 van de 18 punten zijn open vragen, essay-vragen. Men vraagt telkens naar
een toepassing of in verband stellen met de cursus. Als men bijvoorbeeld een bepaald
context hebben zoals politiek liberalisme moet men dit kennen en er ook over kunnen
nadenken. Lees goed de vragen. Als er staat becommentarieer, dan moet er
becommentarieerd worden! Niet enkel zeggen wat de tekst over gaat of wat erover werd
gezegd tijdens de les. Er zijn ook twee punten voor de discussiefora. Voor dat bestaat er
een “alles of niets”-logica. Oftewel participeert men op tijd en krijgt men 2, oftewel zijn
we te laat en is het 0/2.
Opdracht Discussielijn Deadline
1 6/11 13/11 27/11
2 27/11 4/12 11/12
2
,I. COGNITIEVE, MANIPULATIEVE EN ZINGEVENDE INTERESSE
A. Wetenschap, betekenis, leefwereld
Kern: “De relatie tussen de leefwereld en de wetenschap, i.e. de vorm van weten die we
het meest associëren met rationaliteit”.
De centrale vraag hier is: “Wat doet wetenschap en hoe verhoudt het zich tot het leven?”
Filmpje: Cosmic Eye. Dit filmpje zegt iets over de wetenschap. De bedoeling van de is om
iets groots te tonen, het universum. Maar het zegt nog iets anders over wat wetenschap is
en doet.
Edmund Husserl (1859-1938), bekende filosoof van joodse origine. Zijn geschriften liepen
het gevaar om vernietigd te worden. De nalatenschap van de filosoof heeft dat dus uit
Duitsland gesmokkeld en naar Leuven gebracht, nu nog steeds bestudeerd. Zijn hele
filosofische stroming is de fenomenologie. Een centraal idee van Husserl is de leefwereld.
Wanneer hij probeerde te begrijpen wat de wetenschap precies doet, vertrok hij van het
begrip de leefwereld (het leven waarin wij leven).
Dat is niet zo evident, want die leefwereld heeft bepaalde karakteristieken, met name die
is intersubjectief, i.e. die wordt gedeeld door andere. Het is niet alleen mijn wereld, het is
onze wereld. Wij zitten samen en wij hebben vormen van relaties met elkaar. In onze
leefwereld hebben wij allerlei relaties met elkaar. Onze leefwereld is ook persoonlijk en
betekenisvol. Dat wil zeggen dat de dingen die wij ontmoeten in onze leefwereld, zijn
dingen die in de eerste plaats betekenis hebben voor ons en die verwijzen naar personen.
Bijvoorbeeld, de stoelen in de aula zijn geen objecten, het zijn betekenisvolle dingen, ze
verwijzen naar personen die daar gaan zitten. Een computer heeft betekenis omdat ik
daarmee communiceer met mensen, lesgeef en lesgeven geeft betekenis voor mijn leven.
De objecten rond ons zijn allemaal vol betekenis. Het kan ook verwijzen naar onze afkeer
of liefde voor multinationals. In ieder geval, dingen hebben om te beginnen betekenis. Ze
zijn niet zomaar dode voorwerpen. Ze betekenen iets voor ons persoonlijk en als
persoonlijk en relationeel weven.
Wat doet wetenschap? Wetenschap vertrekt van de leefwereld. Alle wetenschappen
vertrekken van bepaalde aspecten van de werkelijkheid die betekenis hebben. Bv.
Psychologie vertrekt van het hoogst betekenisvolle feit dat wij gedachten hebben, psyché,
gedragingen. De biologie vertrekt van het feit dat er levende dingen bestaan naast dode
dingen. De dierkunde, dieren zijn in de eerste plaats betekenisvolle wezens die rondlopen
in onze leefwereld (stinken/mooi/lelijk/schrik/enz.). In tweede instantie gaat de
wetenschap die ook bestuderen. De rechtswetenschap vertrekt van het feit dat er wetten
bestaan in de samenleving en gaat deze bestuderen.
3
, Maar wat gaat de wetenschap doen? Dat geldt in hoge mate voor de
natuurwetenschappen: de wetenschappen maken abstractie van de leefwereld. Dat
betekent dat ze dingen niet meer gaan bekijken als betekenisvolle dingen maar als
objecten. (Terwijl dingen in de eerste plaats betekenisvol zijn en slechts in de tweede
plaats objecten). De wetenschap maakt daar objecten van en creëert zo een soort
subject-object verhouding noemt in de filosofie. En de wetenschap gaat naar de objecten
kijken vanuit een zekere onpersoonlijke afstandelijkheid. Het beste voorbeeld daarvan: de
anatomie, een wetenschap die vertrekt vanuit het feit dat er lichamen bestaan en dat er
delen bestaan in ons lichaam. Anatomie gaat deze lichamen bestuderen. Ze gaan daar
lijken opensnijden. Daar mag dat, terwijl het opensnijden van lichamen in andere
contexten illegaal en immoreel zou zijn. In het normale leven zijn onze lichamen hoogst
betekenisvolle dingen. Men moet daarvoor respect voor hebben. Maar wat doet de
wetenschap? De wetenschap gaat dat hoogst betekenisvolle ding beschouwen als een
afstandelijk onpersoonlijk subject en deze nuchter bestuderen. Dat is wat de wetenschap
doet. Alle wetenschappen doen dit: de abstractie, afstandelijk kijken naar iets. Maar het
is slechts een tijdelijke opschorting van de normale omgang met de leefwereld. Indien
men daarbuiten komt (weg van de les anatomie), en men een lijk ziet en opensnijdt dan
doet men iets moreel gruwelijk want er is een betekenisvolle relatie. De betekenisvolle
relatie wordt opgeschort enkel tijdelijk, tijdens de bestudering, daarna keert men terug
naar de leefwereld.
Als men denkt aan het filmpje van daarnet, dan ziet men daar een mens liggen, waarvan
men vermoedt dat ze een vrouw is. Ik denk daar van alles over. Het is een betekenisvol
gegeven. Ik kan er alles over denken (mooi/lelijk/sympathiek kijkt/enz.) Ik zie een mens en
ik kleef daar betekenis aan. Daarna zoomt de camera uit en toont het universum in al haar
onpersoonlijkheid, met name een massa sterren, sterrenstelsel beheerst door een
onpersoonlijk aantal wetten. Maar ik keer terug naar de mens en als ik haar terugziet dan
denk ik niet: ik zie een stof in het universum. Nee, ik zie Louise. Daarna zie ik binnen Louise
op een onpersoonlijke manier en dan weer zie ik Louise, niet een hoopje stof. Ze gaat
onpersoonlijke aspecten laten zien van het bestaan maar eigenlijk keren we altijd terug
tot de leefwereld. Dan is de vraag: Wat is de relatie van de wetenschap tot de leefwereld?
Hoe moet men de twee verhouden. Bv. Moeten we leren? Is dat onze taak om meer
rationeel te kijken naar elkaar, als conglomeraten van moleculen? Een meer
wetenschappelijke leefwereld? Of maakt dat niet uit? Moet men streven naar een
autonome leefwereld, waar de wetten van de betekenis gelden, waar we elkaar zien als
mensen en we die betekenisvolle relaties hun eigen dynamiek laten hebben of moeten
die meer verwetenschappelijk worden?
Natuurlijk is onze leefwereld al meer wetenschappelijk geworden. Bv. Datingsites. Wat er
daar gebeurt is dat iets uit de leefwereld: elkaar leren kennen. Nu is er de invloed van de
wetenschap. De vraag is: Hoe ver moet deze gaan? Hoe mogelijk en wenselijk is het om
meer wetenschappelijk om te gaan met elkaar? Belachelijk voorbeeld om aan te tonen
4