Historische criminologie
Wat is geschiedenis?
De geestelijke vorm, waarin een cultuur zich rekenschap geeft van haar
verleden
Verleden is niet geschiedschrijving:
- De term ‘geschiedenis’ verwijst naar beide
- Fundamenteel onderscheid tussen verleden en wat historici daarover
schrijven. Historici schrijft hun versie over de geschiedenis.
Geschiedschrijving = constructie van taal en tekst. Elk historisch
werk heeft een bepaalde lezing van dat verleden.
- Bepaalde groepen en gebeurtenissen uit verleden afwezig of
‘verborgen’ in geschiedschrijving (bv. Vrouwen, minderheden, lagere
sociale klassen, …)
Rol van het verleden:
Rol van het verleden is belangrijk
- Ons persoonlijke verleden vormt ons, maakt wat wij zijn
- Ons bewustzijn: vanuit ons verleden gericht op toekomst =
menselijk bewustzijn altijd ‘tijdelijk’
- Naast ieder individu houdt ook iedere gemeenschap zich met haar
collectieve verleden bezig (sociale groepen en verbanden gaan zich
met hun verleden bezighouden)
Geschiedschrijving zonder nut:
Geschiedschrijving = de productie van historici
Historisch onderzoek is bedoeld om de mensheid in al haar facetten te
begrijpen.
- Sommige historici: nuttig zijn hoeft niet
Verleden bestuderen omwille van zichzelf: weergeven “wie es
eigentlich gewesen” (Ranke, vader geschiedwetenschap)
Verhalen maken die mensen amuseren en inspireren
Aangename bezigheid en status voor historici
- Voorbeeld: Daniel Smail, Harvard: “history is not a political science
designed to explain the present. It is an anthropological science
designed to help us understand humanity.”
- Postmoderne historici: ‘anything goes’
1
, Geschiedenis schrijven = verhalen schrijven > alle verhalen
kunnen
Niet ‘anything goes’:
- Geschiedschrijving niet onschuldig, niet alle verhalen gelijke stem en
impact zij doen alsof alle verhalen hetzelfde zijn. Niet alle
verhalen kunnen hetzelfde zijn en veel verhalen kunnen kwetsend
zijn (bv. Racisme, discriminatie, …)
- Gebruik/misbruik verleden: macht, controle, beïnvloeding
- Veel volkeren proberen zich ‘de’ geschiedenis toe te eigenen uit
ideologische motieven: “Owning history has become something of a
battleground, especially for those with ideological agendas that
arguably include most people who set out to record history (…) Jews
and Arabs tell very different stories about the creation of the State of
Israel and about the subsequent history of the Palestinian people”
Geschiedschrijving heeft wel nut:
1. Beschrijven
- Voorkomen dat we vergeten: bvb. de Holocaust
- Lessen trekken = voorbeeldfunctie van de geschiedenis
- Welke lessen precies, hangt af van historicus en tijdsvak
- Of leren we daar weinig uit? “The one thing we have learned from
history is that we don't learn from history” (Winston Churchill)
- Minstens complexiteit blootleggen = mythen doorprikken, nuanceren
Het doel is om inzicht te bekomen. Beschrijven van zaken in het
verleden om te voorkomen dat we ze vergeten, om er lessen uit te trekken
(wat meestal toch niet gebeurd) & complexiteit in te zien
2. Verklaren: via verleden om het heden beter te begrijpen
- Ontwikkelingen ontdekken en verklaren
- verandering: verschuivingen, omwentelingen, groei (bv.
Politiegeweld)
- continuïteit: terugkerende patronen, verbanden of ‘rode draad’
- Inzicht in samenhang & proces = besef complexiteit
- kritisch: wat zit er achter actuele fenomenen, hoe gegroeid?
- common sense (boerenverklaring) en stereotypen vermijden
- Mogelijke scenario’s voor de toekomst
hoe verleden het heden bepaalt = indicatie wat in toekomst zal
doorwerken
wat niet bepaald is door verleden = open voor keuze
2
,Beperkingen geschiedschrijving:
1. Historici zelf niet vrij van common sense en stereotypen
2. Geen pasklare antwoorden op vraag aan sociale wetenschappers
“what works?
3. Geen toekomstvoorspellingen, wel schetsen van (on)mogelijke
scenario’s
4. Opgelet voor determinisme: er zijn steeds alternatieve wegen
Historici, hun feiten en interpretatie:
De moeilijke relatie tussen feit en interpretatie = het kernprobleem in
de geschiedschrijving
Bij elke stap in de keten is er een interpretatieprobleem:
feit/
gebeurtenis verhaal
bron historicus
- belangrijke eerste stap/probleem is van feit naar bron is de selectie
van het verleden. (vb. twee oggetuigen die bij historische
gebeurtenis waren, als die van verschillende politiek kampen waren
gaan die in hun dagboeken (bron) andere verhalen schrijven
- aan de slag gaan met bronnenmateriaal, heel veel zijn moeilijk te
omschrijven. Fragmentalisch materiaal. Zal die dat volledig
begrijpen, kunnen oncijferen = moeilijke relatie tussen feit en
interpretatie.
- interpretatie van de historicus. Sommige historici gaan andere
klemtonen leggen dan anderen.
3
, - In welke mate dat verhaal van de historiscus overeen komt met het
verleden.
Waarnemen, registreren en interpreteren zijn de belangrijkste eerste
stappen!
Historici geen eigen waarneming: werken met sporen en bronnen
Alle mogelijke sporen/getuigenissen kunnen bronnen zijn
Bronnen zijn ook interpretaties of uitspraken over feiten
Bronnen kunnen verschillend gelezen of begrepen worden
Ordenen informatie uit bronnen in verhaal = weer interpretatie
Bronnen kunnen misleidend zijn of vals
Falsa en bronnenmanipulatie:
- Fake News is van alle tijden en in alle soorten
- Van kwaad opzet tot slordigheid
- Vervalsingen op het spoor komen is moeilijk
- Vals van echt onderscheiden (via het materiaal, taalgebruik,
technische kenmerken, inhoudelijke inconsequenties, …)
- Enkele beruchte voorbeelden (voorwerpen, teksten, beelden, kunst,
…)
Geschiedschrijving: allemaal interpretatie?:
Basis spelregels historische bewijsvoering
1. Kritische juxtapositie van de bronnen (= kruisen van verschillende
bronnen of onafhankelijke bronnen zijn bronnen die niet allemaal uit
dezelfde hoek komen.)
- Afwegen van getuigenissen = vergelijken van onafhankelijke
bronnen
- Principes van Bernheim & Langlois-Seignobos
- Valkuilen: mythe van de unanimiteit; woord tegen woord (bv. Israel
vs Palistina)
2. Redeneringen opbouwen
- Falsificatietechniek (Popper): een hypothese of mogelijke verklaring
is bewezen zolang ze niet wordt tegengesproken / ontkracht
- Redeneringen in het negatieve: het zwijgen van de bron als indicatie
- opzettelijk ‘zwijgen’ = betekenisvol? Probleem: bronnen ‘zwijgen’
wel vaker
College 2: Ontmoetingen tussen criminologen en historici
4