100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Woordenlijst neuroanatomie €7,48
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Woordenlijst neuroanatomie

 0 keer verkocht

Woordenlijst waarin alle woorden in Latijns en Nederlands omschreven en goed uitgelegd staan. Alles rondom de hersenen.

Voorbeeld 4 van de 48  pagina's

  • 25 januari 2025
  • 48
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
annelies92
Woordenlijst neuroanatomie
Afgelei
Woord Uitleg Synoniem
de
Inleiding: brein in 3 delen
Brein in 3 delen - Reptielenbrein (zit centraal)
- Limbische brein (emotionele of dierlijke brein)
- Neocortex (buitenste laag)
Reptielenbrein - Overleving
- Voortplanting
- Instincten
- = oudste gedeelte, eerste brein
- Bevat hersenstam en hypothalamus
- Staat in voor primaire lichamelijke functies:
ademhaling, hartslag, temperatuurregeling,
honger, dorst, hormooncontrole.
- Primitieve (oer)driften: ‘automatismen zoals
vluchten/vechten bij gevaar, schrikken bij iets
onverwachts, maar ook seksualiteit bevindt zich
op dit niveau van de hersenen. Bv schrikken bij
eerste vuurwerkknal.
Homeostase Zorgt ervoor dat een aantal factoren die
schommelen binnen de waarden in ons bloed niet te
hoog of te laag zijn.
Limbische brein - Emoties
- Woede, angst
- Plezier, liefde
- …
- =Tweede brein
Neocortex - Intellect
- Leervermogen
- Geheugen
- Taal
- …
- = derde brein
- Grootste deel van het menselijk brein
- Belangrijk voor hogere functies (bv betekenis
geven aan wat je ziet, of als je een stem hoort,
weet je wie het is…)
- Executieve functies: doelgericht handelen,
plannen maken, problemen oplossen, bewust
zijn van emoties, zelfreflectie en zelfsturing…
- Vooruit denken: als de wekker gaat weten of je
tijd hebt om nog even te blijven liggen.
- Mogelijkheid om adequaat gedrag kiezen: bv je
hebt last van je tand dus je gaat naar de
tandarts. Tandarts zegt dat de tand eruit moet.
In reptielenbrein wordt er misschien angst
aangegeven en je gaat ‘vechten’ met je
tandarts. Adequaat gedrag is dat je toch gaat
blijven zitten, dat het vervelend is maar dat je
het toch gaat toelaten  je gaat die reflexen

, onderdrukken. Kinderen met bv ADHD zijn
helemaal uitgeput als ze adequaat gedrag
stellen.
Functies van het zenuwstelsel
1. Regulatie en - Organen en weefsels worden geremd (inhibitie) of
coördinatie van gestimuleerd in hun activiteiten wanneer
weefsels, organen veranderingen in of buiten het lichaam daartoe
en vegetatieve aanleiding geven. Inhibitie = afremmen van
weefsels organen of weefsels in d productie van stoffen of
activiteit. Bv hard wegrennen in
levensbedreigende situaties, hartslag neemt toe
bij sporten,… .
- Weefsels en organen moeten in hun werking
nauwkeurig op elkaar afgestemd zijn. Het doel
daarvan is dat er een optimale samenwerking tot
stand komt tussen weefsels innen een orgaan of
tussen organen onderling. Bv spreken is een
complex proces, waarbij borstkas, stembanden,
keel-en mondholte, tong en wangen
samenwerken.
- Vegetatieve functies zijn functies die nodig zijn
om te overleven zoals circulatie, spijsvertering,
uitscheiding, ademhaling. De vegetatieve stelsels
moeten in nauwe samenwerking hun werk doen.
Regulatie en coördinatie van de vegetatieve
functies gebeuren buiten de wil om, je kan er
geen of slechts zeer weinig invloed op uitoefenen.
2. Coördinatie van Bewustwording van omstandigheden in de
contacten met buitenwereld en er eventueel op reageren zijn
buitenwereld noodzakelijk voor zelfbehoud. Bv keuze kledij o.b.v.
weer. Bij ris weer doe je een jas aan en in de zomer
niet.
3. Coördinatie van de Binnen deze taak worden aan het zenuwstelsel
psychische eigenschappen toegekend die te maken hebben met
functies bewustzijn en zelfbewustzijn, met leren en
herinneren, met stemmingen en emoties, met
denken, dromen en fantaseren, met driften en
beheersing, met talent en creativiteit. Cliënten
verschillen afhankelijk van hun mogelijkheden in hun
zenuwstelsel. Bv bij driften: sommigen hebben daar
heel veel moeite mee, bij anderen gaat dat wat
vlotter.
Werking van het zenuwstelsel
3 functionele fasen - Sensorische
input
- Verwerking
- Motorische
output
1. Sensorische input - = opvangen van prikkels door sensoren
- Prikkels: smaak, geur, visueel, inwendige
prikkels (aangeven van een volle blaas)
- Afferente zenuwbanen: opstijgend naar of in de
richting van het centrale zenuwstelsel (CZS)
- Sensoren zijn gespecialiseerde cellen, verwant

, aan een zenuwcel. (smaakcel is gemaakt om
smaken te registreren).
- Functie: opvangen en doorgeven van info
(verandering) van buitenaf of uit het lichaam
- Sensor wordt door de verandering geprikkeld, hij
‘vertaalt’ de prikkels in impulsen (elektrische
signalen), en stuurt ze via zenuwen naar het
centrale zenuwstelsel.
- Een sensor wordt afhankelijk van zijn ligging een
exteroreceptor (gevoelig voor stimuli buiten het
lichaam) of interoreceptor (gevoelig voor stimuli
binnen het lichaam) genoemd
Eigenschappen van - Uniforme omzetting: prikkel wordt door elke
sensoren sensor omgezet eenzelfde soort impuls
- prikkeldrempel: prikkel moet minimale waarde
(drempelwaarde) hebben om door sensor in
impuls omgezet te worden. Bv de ene voelt een
kledingetiket heel erg zitten en de ander niet.
- adequate prikkel: elk soort sensor heeft een
passende prikkel. Bv visus bij oog. Het kan er wel
wat van afwijken. Stel je duwt op je oog, dan zie je
sterretjes. Als je een tast of drukprikkel geeft op je
oog door te duwen, dan gaat die dat zelf
registreren, maar dat gebeurt op een aparte
manier. Als je het op een niet adequate manier
doet, komt het anders toe.
- specifieke gewaarwording: ook soort prikkel
brengt bij sensor bijhorende gewaarwording
teweeg.
- adaptatie of aanpassing: per prikkel aanbod
neemt gevoeligheid na een tijdje toe of juist af. Bv
als je werkt met kinderen met autisme. Etiket dat
in je kledij zit. Je kan dat even voelen, maar je
gaat je aanpassen (je gaat dat niet meer voelen
omdat je eraan gewend geraakt). Als die adaptatie
niet goed gebeurt, gaan ze de hele dag door die
prikkels voelen en continu die hersenen daarbij
betrekken om de prikkels te verwerken.
- onderscheidingsdrempel: minimaal verschillen in
prikkels sterkte dat nog waargenomen kan
worden. Bv gehoorsdrempel. Ze gaan je piepjes
geven in verschillende toonhoogtes en dan gaat
men zeggen wat de drempelwaarde is waarin je ze
toch nog kan horen.
- discriminatievermogen: vermogen om prikkels
gescheiden waar te nemen. Bv je dient 2 prikkels
toe op je handen met een naald. Als je die steeds
dichter gaat plaatsen, ga je niet meer het
onderscheid kunnen maken en ga je denken dat je
maar 1 prikkel voelt in plaats van 2. Afhankelijk
van de plaats op het lichaam, gaat dat
discriminatievermogen ook enorm verschillend
zijn. Je vingertoppen zijn bv veel gevoeliger dan
de rug. Bij de rug denk je sneller dat het er maar 1

, is i.p.v. 2.
Exeroreceptoren Klassieke zintuigen (tastzin, smaakzin, gehoor,
reukzin en gezichtsvermogen. Liggen aan de
buitenkant van het lichaam. Maar ook de prikkels die
binnenkomen, komen van buiten het lichaam.
Interoreceptoren Liggen in het lichaam. Spieren, pezen, gewrichten,
vestibulair systeem of evenwichtssysteem. Bv
voelen hoe je positie van het hoofd is binnen de
ruimte, kind wat graag ondersteboven hangt.
Voorbeelden: bloedvaten, urinewegen, blaas,
darmkanaal, longen,… . proprioceptie: voelen van je
eigen lichaam in de ruimte, gewaarworden van het
bewegingsapparaat (hoe de spieren, pezen,…
verhouding hebben met elkaar. Daar zijn specifieke
sensoren in elk van die structuren om info door te
voeren. Als je bv de arm naar boven brengt, zelfs
met de ogen dicht weten ze waar de arm zich in die
ruimte bevindt. Ze kunnen ze ook zelf terugbrengen
naar waar jij ze had gepositioneerd.
Evenwichtsorgaan: je voelt dat de lift start en stopt,
zwaartekracht, draaibewegingen,… . Om kinderen
proprioceptie te laten verder ontwikkelen en
waarnemen, is schommelen een goede optie.
2. Verwerking Als de sensorische info binnengekomen is, dan gaat
het in de richting van de hersenen, en daar zal het
verwerkt worden. Je zal er bewust of onbewust (bv
etiket dat je niet meer voel) mee omgaan. Bv
autorijden: die eerste momenten wordt er veel
bewuste info gevraagd (hoe je moet schakelen bv).
Na verloop van tijd gaat het zo vlot dat je zelf voelt
zonder dat je kijkt hoe je moet schakelen. Daardoor
denken we te snel dat we is een berichtje kunnen
sturen tijdens het rijden. als de zaken binnenkomen
in het centraal zenuwstelsel heeft dat nog geen
betekenis. Bv als je een stem hoort geef je er pas
een betekenis aan als je ‘beseft’ dat het je mama is.
Je zenuwstelsel bepaalt hoe je erop gaat reageren,
bv je bent op kot, trekt de koelkast open, haalt er
iets uit en je ruikt iets heel vies. Op het moment dat
je beseft dat je iets vies ruikt, is je centrale
zenuwstelsel bezig met die verwerking. Die maakt
mede de beslissing wat je ermee gaat doen
(weggooien?).
3. Motorische output De hersenen gaan via verschillende banen bepalen
hoe de spieren gaan aangestuurd worden. Czs gaat
een prikkel laten vertrekken. Prikkel vertrekt via
efferente banen, die gaan weg van het czs. En die
gaan zo spieren en klieren aansturen. Motorische
output is de reactie op een in- of uitwendige
verandering: inhiberende of stimulerende impulsen.
Inhiberen: afremmen van de prikkel. Stimuleren:
doorschakelen naar volgende cel. Efferente
zenuwbanen: dalende banen of weg van het czs.
Effectoren: als je die motorische signalen doorgeeft,

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annelies92. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 69605 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,48
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd