H3 Denken en intelligentie
Het inzichtelijk oplossen van problemen
De bouwstenen van het denken.
Denken is abstract, je kan iemand niet ‘zien’ nadenken.
Denken is een doelgericht proces.
Denken is een mentale activiteit waarbij beelden of ideeën doelgericht met
elkaar in verband gebracht worden.
Denken in actie:
Trial & error.
Algoritmen.
Heuristieken.
1.Eenvoudige begrippen.
Concept = begrip percept = waarneming
Concept = begrip:
Een begrip verwijst steeds naar het gemeenschappelijke binnen een
reeks objecten, handelingen of situaties die er voor de rest heel
verschillend kunnen uitzien.
Tegelijk de overeenkomsten en verschillen zien in een reeks objecten.
Vb. Begrip: "Dieren"
Gemeenschappelijke binnen een reeks objecten= dat ze allemaal levende wezens zijn
die kunnen bewegen, ademen en voeden.
Voorbeelden: Een kat, een hond, een olifant, een vogel – deze dieren zien er
verschillend uit, maar ze delen het kenmerk "dier".
Vb. Begrip: "Fruit"
Gemeenschappelijke binnen een reeks objecten= dat ze allemaal eetbare vruchten zijn
die meestal een zoete of zure smaak hebben en uit planten komen.
Voorbeelden: Appels, sinaasappels, bananen, aardbeien – ze zijn allemaal fruit, maar ze
zien er anders uit en hebben verschillende smaken.
Percept = waarneming:
Een percept is hoe je iets waarneemt met je zintuigen (zien, horen,
voelen, proeven, ruiken)
Vb. Kleurwaarneming: Als je naar een appel kijkt en je denkt dat de appel rood is, is
dat jouw percept van de appel.
Vb. Geluid: Als je het geluid van een hond hoort blaffen, is dat jouw percept van het
geluid.
Vb. Smaak: Als je een citroen eet en je vindt het zuur, is dat jouw percept van de
smaak.
, Begrippen van hogere orde.
Begripshiërarchieën
Begrippen van hoge orde zijn brede, abstracte ideeën die veel verschillende
dingen kunnen omvatten. Ze helpen ons om complexe onderwerpen te
begrijpen door naar het grotere plaatje te kijken. In plaats van naar één specifiek
ding te kijken, kijken we naar alles wat erbij hoort en hoe het met elkaar
samenhangt.
Vb. Gezondheid: Dit is een breed begrip. Het gaat niet alleen om ziek zijn of niet ziek
zijn, maar ook om hoe je je voelt (lichamelijk en geestelijk).
Vb. Cultuur: Cultuur omvat alles wat te maken heeft met de gewoonten, kunst, taal,
en waarden van een groep mensen. Het is veel breder dan bijvoorbeeld een specifiek
feest of traditie.
Concrete begrippen zijn eenvoudiger en tastbaar, zoals een tafel, appel of auto. Ze
zijn lager-ordebegrippen, die direct waarneembaar zijn.
Abstracte begrippen zijn complexer en moeilijker te begrijpen, zoals vrijheid, liefde
of gezondheid. Ze zijn begrippen van hoge orde omdat ze bredere, diepere ideeën
omvatten en vaak meer context vereisen om te begrijpen.
Het gebruik van schema's en scripts.
Een schema is het geheel van informatie dat in iemands beleving
verbonden is met een bepaald object of gebeurtenis.
De algemene informatie die je hebt over een object of situatie, zoals je
ideeën over hoe een restaurant of school werkt.
Voorbeeld:
Als je ooit naar een restaurant bent geweest, heb je een schema van hoe een
restaurant eruitziet en wat er verwacht wordt (bijv. een tafel krijgen, een menukaart
krijgen, bestellen, eten krijgen). Als je een nieuw restaurant binnenloopt, gebruik je
dit schema om te weten wat je kunt verwachten, zelfs als het restaurant anders is
dan de vorige.
Scripts verwijzen (zoals bij een film of een toneelstukken) naar de
activiteit of handeling die als passend ervaren wordt in een bepaalde
situatie.
Een specifiekere verwachting van wat er in een bepaalde situatie moet gebeuren,
zoals de handelingen die je verwacht bij het bezoeken van een bioscoop of het
nemen van een taxi.:
Voorbeeld :
Stel je voor dat je naar de bioscoop gaat. Je verwacht dat je een kaartje koopt, je naar
de zaal gaat, je zit in de stoel, en de film begint. Dit is je script voor het
bioscoopbezoek. Het bevat de verwachtingen van wat er gebeurt en welke acties je
neemt op basis van eerdere ervaringen of culturele normen.