Deze samenvatting is gebaseerd op de slides en lessen gegeven door Kris Buggenhoudt. Ik heb deze aangevuld met mijn eigen notities van tijdens de lessen. Onduidelijkheden heb ik steeds uitgelegd in gekleurde infokaders.
HOOFDSTUK 1: INTERNATIONAAL ONDERNEMEN: BASISCONCEPTEN.............................................................2
1.1. WAT IS INTERNATIONALE HANDEL?........................................................................................................................2
1.2. SPELERS ACTIEF OP DE INTERNATIONALE MARKT.......................................................................................................4
1.3. WAAROM INTERNATIONALISEREN?........................................................................................................................7
1.4. GLOBALE MARKTEN.............................................................................................................................................8
1.5. SITUERING VAN BELGIË IN DE WERELDHANDEL.......................................................................................................10
1.6. RISICO’S VAN INTERNATIONALISERING..................................................................................................................10
HOOFDSTUK 2: BEOORDELING VAN DE BUITENLANDSE MARKT....................................................................11
2.1. MARKTONDERZOEK...........................................................................................................................................11
2.2. MARKTPOTENTIEEL...........................................................................................................................................14
2.3. DE MANAGING-TOETS.......................................................................................................................................14
2.4. BEDRIJFSINTERNE CRITERIA.................................................................................................................................15
HOOFDSTUK 3: INSCHATTEN EN BEPERKEN VAN RISICO’S DOOR INZICHT IN DE OMGEVINGSFACTOREN.......16
3.1. INSCHATTEN VAN HET LANDENRISICO...................................................................................................................16
3.2. INSCHATTEN VAN HET FINANCIËLE EN MONETAIRE RISICO........................................................................................27
3.3. INSCHATTEN VAN HET CULTURELE RISICO..............................................................................................................28
.........................................................................................................................................................................37
4.1. ETHISCH ONDERNEMEN EN ETHISCHE DILEMMA’S...................................................................................................37
4.2. ETHISCHE UITDAGINGEN VOOR EEN INTERNATIONAAL ONDERNEMER.........................................................................38
4.3. MVO ALS GEDRAGSCODE..................................................................................................................................38
4.4. DUURZAAMHEIDSLABELS....................................................................................................................................39
HOOFDSTUK 5: REGIONALE HANDELSBLOKKEN EN EU..................................................................................42
5.1. BILATERALE EN MULTILATERALE HANDELSAKKOORDEN.............................................................................................42
5.2. DE EUROPESE UNIE..........................................................................................................................................46
5.3. HOE KOMEN EUROPESE WETTEN TOT STAND?.......................................................................................................52
5.4. VOORNAAMSTE WERKDOMEINEN........................................................................................................................53
5.5. DE INTERNE MARKT..........................................................................................................................................53
5.6. DE MONETAIRE UNIE.........................................................................................................................................53
5.7. DE EU IN DE WERELD........................................................................................................................................54
5.8. HET VERDRAG VAN LISSABON.............................................................................................................................54
5.9. BREXIT............................................................................................................................................................54
EXAMEN...................................................................................................................................................... 55
Case 1;
Stel je volgende situatie voor: je zit te studeren in een koffiebar in de buurt van de school.
De uitbater van de bar ziet je werken op je laptop, vraagt wat je aan het studeren bent en
maakt dan de volgende opmerking: “Ik snap niet veel van al dat internationale gedoe ik ben
daar helemaal niet mee bezig. Ik run hier in de stad rustig m’n eigen zaakje. Gelukkig moet ik
me niet bezighouden met globalisering en internationalisering”. In welke mate heeft
globalisering een invloed op deze lokale koffiebar?
Antw.: De uitbater kan concurrentie krijgen door multinationals die in de buurt een zaak
oprichten. Ook de koffie moet getransporteerd worden vanuit het buitenland.
1.1. Wat is internationale handel?
Internationale handel: alle mogelijke economische interacties tussen landen die gericht zijn
op het creëren van meerwaarde
Voorbeelden;
Aankoop en verkoop van goederen (Duitsland = belangrijk exportland van goederen)
Aankoop en verkoop van diensten (bankactiviteiten, toerisme, consultancy, …)
Internationale investeringen (vb. opstarten van een bedrijf in het buitenland of buitenlandse
bedrijven die naar België komen omwille van een strategische interessante locatie
Uitwisseling van knowhow en technologie
Beleggen in buitenlandse financiële producten
Produceren in andere landen
1. Handel in goederen
WO1 en WO2:
o autarkie (= land gaat zich afsluiten van andere landen en volledig zelfvoorzienend zijn).
2de helft 20e eeuw:
o “Gouden tijdperk”.
2
, o Hoogconjunctuur (= grote economische bedrijvigheid met grote consumptieneiging
en weinig werkloosheid). De economie stond in bloei door de stijgende handel.
Jaren 90:
o Zeer snelle stijging (boom) van de wereldhandel door o.a. de bevolkingsgroei, …
Begin 21ste eeuw:
o Sterke groei tot aan de crisis (2008)
o Na crisis Beperkte groei
Opmerking;
Conjunctuurgolven: afwisseling van periodes van hoge en lage conjunctuur
Een te hoge conjunctuur leidt tot inflatie (= daling van de geldwaarde)
Vraag > aanbod = prijsstijging
2. Handel in diensten
Bedraagt 25% van de totale internationale handel
Kan erg verschillen van land tot land
Overschot dienstenbalans: Elk land gaat de diensten die ze leveren aan een land
vergelijken met de diensten die ze van dat land ontvangen.
Opmerking;
Export > Import: overschot op de handels/dienstenbalans
Export < import: tekort op de handels/dienstenbalans
3. Internationale kapitaalstromen
Directe buitenlandse investeringen
o Investeringen die bedrijven maken in het buitenland, met als doel directe controle in
het buitenland te verwerven LT-operatie
Internationale beleggingen
o Het beleggen van personen, landen of bedrijven in andere landen
o Eerder speculatief KT-operatie
3
, Internationale leningen
o Ter beschikking stellen van kapitaal aan andere landen
4. Arbeidsmigratie
Economische migratie: wegvluchten uit een land omwille van slechte ec omstandigheden
Politieke migratie: wegvluchten uit een land omwille van het politiek milieu (oorlog, …)
GEVAAR !
Braindrain: intellectuelen gaan verhuizen naar een ander land en op deze manier verliest
een land aan intellectuele waarde.
1.2. Spelers actief op de internationale markt
Info;
Internationale handel ontstaat uit een samenspel van verschillende spelers, elk met hun
eigen motieven maar met elkaar verbonden.
SME’s
o = Small and Medium-sized Entreprises (KMO’s)
o Succes hangt af van hun tussenpersoon in het buitenland
Zij kunnen sneller beslissingen doorvoeren dan MNO’s
Focal firms
o Grote multinationals
o Tussenpersonen spelen hierbij als verlengstukken (Vb. D’Ieteren)
o Deze firma’s nemen meestal het initiatief tot internationaal ondernemen
Ondersteunende firma’s
o Groeien mee op de zaken die door de focal firms in gang zijn gezet
o Facilliteren de handel (facillitators)
o Vb. Banken, advocaten, LSP’s, consultants
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper AndreasP. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,97. Je zit daarna nergens aan vast.