100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Leerstof kennistoets jaar 1, blok 5 (Post-operatief) en 6 (Lage rugklachten) | FYS13T5601 €9,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Leerstof kennistoets jaar 1, blok 5 (Post-operatief) en 6 (Lage rugklachten) | FYS13T5601

3 beoordelingen
 298 keer bekeken  15 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Dit is de volledige leerstof voor de kennistoets van jaar 1, blok 5 & 6 van de opleiding Fysiotherapie (jaar 2019/2020) te Hogeschool Rotterdam. Op de eerste pagina/ inleiding zie je een overzicht wat er in dit document staat en verwacht wordt op de toets. Deze blokken gaan over post-operatieve pat...

[Meer zien]
Laatste update van het document: 4 jaar geleden

Voorbeeld 6 van de 127  pagina's

  • 5 juni 2020
  • 6 juni 2020
  • 127
  • 2019/2020
  • Samenvatting

3  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: kimvandegroenendaal • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: dionneepskamp • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: liamtsang • 4 jaar geleden

avatar-seller
Leerstof Jaar 1, blok 5 (Post-operatief) en blok 6 (Lage rugklachten) | FYS13T5601




Instelling : Hogeschool Rotterdam
Opleiding : Fysiotherapie
Schooljaar : 2019 - 2020
Toetscode : FYS13T5601




1

,Inhoudelijke toetsdoelen
Blok 5; Je legt uit wat de consequenties zijn van de betreffende operaties op het fysiotherapeutisch handelen aan de
hand van de betrokken weefsels en hun fases van herstel. ............................................................................................. 5
Leerpraktijk week 1, 2, 3 en 4 uitleg ............................................................................................................................. 5
Van Nugteren, K., et al (2016). Kunstgewrichten: knie en enkel .................................................................................. 6
Hoofdstuk 1; Inleiding: de knieprothese, blz. 1 t/m 12 ............................................................................................ 6
Hoofdstuk 3; Addendum: de knieprotheseoperatie, blz. 21 t/m 31 ........................................................................ 8
Hoofdstuk 5; Addendum: mediale knieartrose, blz. 41 t/m 44 ................................................................................ 9
Bijlage 3; De totale knieprothese: postoperatieve revalidatie, blz. 117 t/m 131 ................................................... 10
Van Nugteren, K., Walravens, C. & Winkel, D. (2015). Kunstgewrichten: de heup ................................................... 14
Hoofdstuk 3; Totale heupprothese, blz. 23 t/m 32 ................................................................................................ 14
Verhaar & Mourik (2013). Leerboek Orthopedie ....................................................................................................... 16
Hoofdstuk 27.10; Totale heupvervanging, blz. 392 t/m 397 .................................................................................. 16
Hoofdstuk 27.11; Problemen heupprothesen, blz. 397 t/m 400 ............................................................................ 17
Hoofdstuk 28.2.6; Chirurgische therapie, blz. 410 t/m 415 .................................................................................... 18
The first 20 weeks after joint replacement surgery .................................................................................................... 20
Blok 5; Je schetst gezondheidsproblemen, waarbij je relevante kennis uit de fundamentele wetenschappen als
anatomie, fysiologie en pathologie en de gedragswetenschappen als sociologie en psychologie toepast, die kunnen
ontstaan na operatief ingrijpen, waarin de onderste extremiteit een rol speelt. .......................................................... 22
CVZ (2004). Hulpmiddelenkompas, loophulpmiddelen .............................................................................................. 22
Hoofdstuk 2; Loophulpmiddelen, blz. 12 t/m 19 .................................................................................................... 22
Lohnman, A,H,M., Zuidgeest, A. (2015). Vorm en beweging; leerboek van het bewegingsapparaat van de mens .. 24
Hoofdstuk 8; stand en beweging, blz 389 t/m 398 ................................................................................................. 24
Blok 5; Je voert een anamnese uit om het probleem met bewegen helder te krijgen. ................................................. 25
Leerpraktijk ................................................................................................................................................................. 25
Casus 1; Klinische fase Artrose................................................................................................................................ 25
Casus 2; Klinische fase Acuut knieletsel (VKB, AKB, sMCL, PMC, LCL, PLC, meniscus en kraakbeenletsel) ............ 26
Casus 3; Post-operatieve anamnese na een TKP/ THP ........................................................................................... 28
Casus 4; Post-operatieve VKB revalidatie ............................................................................................................... 28
Casus 5; Post-operatieve Meniscectomie revalidatie ............................................................................................. 29
Blok 5; Je voert het lichamelijk onderzoek uit gericht op de te verwachten problemen. .............................................. 29
Leerpraktijk ................................................................................................................................................................. 29
Meetinstrumentenzorg.nl ........................................................................................................................................... 29
MRC ......................................................................................................................................................................... 29
Neutrale-nul-methode (=NNM) .............................................................................................................................. 29
Casus 1; Klinische fase Artrose................................................................................................................................ 30
Casus 2; Klinische fase Acuut knieletsel (VKB, AKB, sMCL, PMC, LCL, PLC, meniscus en kraakbeenletsel) ............ 30

2

, Casus 3; Post-operatief lichamelijk onderzoek na een TKP/ THP ........................................................................... 31
Casus 4; Post-operatieve VKB revalidatie ............................................................................................................... 32
Casus 5; Post-operatieve Meniscectomie revalidatie ............................................................................................. 32
Blok 5; Je stelt een behandelplan op in samenspraak met de (stimulatie) cliënt aan de hand van diverse post-
operatieve fysiotherapeutische protocollen en richtlijnen om problemen die ontstaan zijn door operatief ingrijpen te
behandelen. .................................................................................................................................................................... 32
Leerpraktijk ................................................................................................................................................................. 32
Casus 1; Klinische/ conservatieve fase Artrose....................................................................................................... 32
Casus 2; Klinische fase Acuut knieletsel (VKB, AKB, sMCL, PMC, LCL, PLC, meniscus en kraakbeenletsel) ............ 34
Casus 3; Post-operatief behandelplan na een TKP/ THP ........................................................................................ 34
Casus 4; Post-operatieve VKB revalidatie ............................................................................................................... 35
Casus 5; Post-operatieve Meniscectomie revalidatie ............................................................................................. 35
KNGF-richtlijn Artrose heup-knie, conservatieve, pre- en postoperatieve behandeling (2018). ............................... 35
C; Therapeutisch proces, blz. 11 t/m 15 ................................................................................................................. 35
KNGF Evidence Statement Revalidatie na voorste-kruisbandreconstructie (2014). .................................................. 37
3; Therapeutisch proces, blz. 7 t/m 8 ..................................................................................................................... 37
Poel, G., Jongert, M., & Morree, J. (2019). Inspanningsfysiologie, oefentherapie en training .................................. 42
Hoofdstuk 10; Trainingsleer, blz. 158 t/m 167........................................................................................................ 42
Hoofdstuk 11; Richtlijnen voor training, blz. 172 t/m 180...................................................................................... 46
Opdracht “Revalidatie na voorste kruisband reconstructie” ...................................................................................... 47
Leerpraktijk uitwerking beroepskritische situatie ‘Meniscectomie’........................................................................... 49
Boiten, J., Bunskoek, M. (2019). Fysiotherapie, proces en werkwijze. ....................................................................... 50
Hoofdstuk 9; Diagnose en indicatiestelling, blz. 95 t/m 104 .................................................................................. 50
Blok 5; Je documenteert je fysiotherapeutisch handelen in het dossier........................................................................ 51
KNGF-richtlijn Fysiotherapeutische dossiervoering (2019). ....................................................................................... 51
Inleiding; blz. 1 t/m 3 .............................................................................................................................................. 51
Fase 1 t/m 5; blz. 1 t/m 11 ...................................................................................................................................... 52
Boiten, J., Bunskoek, M. (2019). Fysiotherapie, proces en werkwijze. ....................................................................... 52
Hoofdstuk 12; Verslaglegging en correspondentie, blz. 126 t/m 131 .................................................................... 52
Hoorcolleges blok 5......................................................................................................................................................... 54
Totale knie artroplastiek (TKA) ................................................................................................................................... 54
Totale heup artroplastiek (THA).................................................................................................................................. 57
Revalidatie VKB en meniscectomie ............................................................................................................................. 59
Blok 6; Je voert vanuit een gegeven beginsituatie een deel van een screening uit waarbij je de triage diagnostiek in
kader van lage rugpijn hanteert...................................................................................................................................... 61
Youtube; Low Back pain .............................................................................................................................................. 61
KNGF-richtlijn lage rugpijn (verantwoording en toelichting) (2017). ......................................................................... 62

3

, ‘Back to the basics: ten facts every person should know about low back pain’ O’Sullivan, PB , et al. Br J Sports Med
Month 2019 Vol 0 No0. ............................................................................................................................................... 65
Hagenaars en Bos (2010). Lendenwervelkolom en het bekken, lage rugpijn klachten en fysiotherapie................... 65
Hoofdstuk 1; , blz. 23 t/m 41. ................................................................................................................................. 65
Susanna E. Bedell, MD, Thomas B. Graboys, MD, Elizabeth Bedell, MA, Bernard Lown, MD. Arch Intern Med/Vol
164, July 12, 2004. Words That Harm, Words That Heal. ........................................................................................... 67
Blok 6; Je voert een anamnese uit bij een (stimulatie) cliënt met een gezondheidsprobleem gerelateerd aan lage
rugpijn gericht op elementen van de ICF en behandelbare grootheden. ...................................................................... 68
Boiten, J., Bunskoek, M. (2019). Fysiotherapie, proces en werkwijze. ....................................................................... 68
Paragraaf 6.3; Screening, blz. 58 t/m 59 ................................................................................................................. 68
KNGF-richtlijn lage rugpijn (2017). .............................................................................................................................. 69
Verhagen en Alessie (2018). Evidence based diagnostiek van het bewegingsapparaat. ........................................... 71
Hoofdstuk 4; Lage rug ............................................................................................................................................. 71
Diagnostic triage for low back pain: a practical approach for primary care. Lynn D. Bardin, Peter King, Chris G.
Maher, 2017. ............................................................................................................................................................... 73
Blok 6; Je voert lichamelijk onderzoek uit bij een (stimulatie) cliënt met een gezondheidsprobleem gerelateerd aan
lage rugpijn, aansluitend op de ingewonnen informatie waarbij logische verbanden naar voren komen. ................... 74
Boiten, J., Bunskoek, M. (2019). Fysiotherapie, proces en werkwijze. ....................................................................... 74
Hoofdstuk 10; Behandelplan, blz. 105 t/m 117 ...................................................................................................... 74
Low back pain, a call for action, Buchbinder et all, 2018. .......................................................................................... 75
Low back pain 1, What low back pain is and why we need to pay attention. Hartvigsen et all, 2018. ...................... 76
Low back pain 2, Prevention and treatment of low back pain: evidence, challenges, and promising directions,
Foster et all, 2018. ...................................................................................................................................................... 77
Blok 6; Je stelt in samenspraak met de (stimulatie) cliënt met een gezondheidsprobleem gerelateerd aan lage
rugpijn, een fysiotherapeutische behandelplan op. ....................................................................................................... 77
“I know what I want but I’m not sure how to get it” Expectations of physiotherapy treatment of persons with
persistent pain, Tommy Calner, Gunilla Isaksson & Peter Michaelson, 2017, Physiotherapy Theory and
Practice, 33:3, 198-205. .............................................................................................................................................. 77
Boiten, J., Bunskoek, M. (2019). Fysiotherapie, proces en werkwijze. ....................................................................... 78
Paragraaf 1,4; Arbeidsterrein en indicatiegebied, blz. 8 t/m 10............................................................................. 78
Enhance placebo, avoid nocebo: How contextual factors affect physiotherapy outcomes, Testa & Rossettini,
Manual Therapy 2016. ................................................................................................................................................ 78
Blok 6; Je stelt een preventieplan op bij een (stimulatie) cliënt met een gezondheidsprobleem gerelateerd aan lage
rugpijn. ............................................................................................................................................................................ 78
Blok 6; Je past de relevante kennis toe uit de fundamentele wetenschappen als anatomie, fysiologie en pathologie
en de gedragswetenschappen als sociologie en psychologie in relatie tot mensen met gezondheidsproblemen waar
lage rugpijn een rol speelt. ............................................................................................................................................. 78
Hoorcolleges blok 6......................................................................................................................................................... 79
Hoorcollege; Functioneel- anatomische beschouwing van de lendenwervelkolom .................................................. 79

4

, Hoorcollege; Fysiotherapeutische diagnostiek ......................................................................................................... 103
Hoorcollege; Rug- en beenpijn diagnostiek .............................................................................................................. 109
Hoorcollege; Fysiotherapeutische uitgangspunten .................................................................................................. 114




Blok 5; Je legt uit wat de consequenties zijn van de betreffende operaties op het
fysiotherapeutisch handelen aan de hand van de betrokken weefsels en hun fases
van herstel.
Leerpraktijk week 1, 2, 3 en 4 uitleg

Bot → er wordt bot weggezaagd (tibia, femur en patella)
Huid → wordt opgerekt tijdens de operatie / gesneden en gehecht
Voorste kruisband, achterste kruisband → worden verwijderd
Beide menisci → worden verwijderd
Osteofyten (botuitsteeksels) → worden verwijderd
Zenuwen → kunnen aangedaan zijn.
Geënerveerde delen van het kniegewricht zijn weg → sensomotorische relaties worden anders.
Ligamenten → kunnen enigszins opgerekt worden. (kan schade veroorzaken)
Bloedvaten → kunnen beschadigd zijn.

Preoperatieve handelingen om het risico op postoperatieve complicaties te verminderen
• Informeren/ adviseren → de patiënt krijgt inzicht in het behandelplan voor realistische verwachtingen en
therapietrouw te stimuleren.
o Informatie over de operatie en het gewricht
• Voorbereiding thuis
o Met loophulpmiddelen leren lopen
o Postoperatieve steun, zoals familie of thuiszorg
• Fysiotherapie
o Informeren/ adviseren in belasting - belastbaarheid
o Spierversterkende oefeningen
o Aroöbe (=conditie) training
o Functionele oefeningen (ADL)
▪ Voor de YOPI’s (jongeren, ouderen, pregnant/ zwanger en verminderde weerstand)
• Op de dag zelf
o In- en uit bed komen en lopen

Postoperatieve complicaties
• Nabloedingen
• Trombose
• Sensorische sensibiliteit = gevoel
• Luxatie → vnl. van toepassing in de eerste 6 weken.
o Posterolaterale benadering → endorotatie/ adductie
o Anterieure benadering → exorotatie/ extensie
• Overgewicht
• Beenlengteverschil




5

, Van Nugteren, K., et al (2016). Kunstgewrichten: knie en enkel

Hoofdstuk 1; Inleiding: de knieprothese, blz. 1 t/m 12

Ontwikkeling van de totale knieprothese
De eerste knieprotheses konden alleen flexie- en extensiebewegingen toelaten. De eerste scharnierprothesen
veroorzaakten infecties, slechte fixaties en andere complicaties, zoals mobiliteitsbeperking. Omdat het kniegewricht
meer doet dan alleen flexie en extensie, kwamen er nieuwe protheses met uitgebreidere bewegingsmogelijkheden die
ook konden roteren- en translatiebewegingen maakten.
De totale condylaire knieartroplastiek (=gewrichtsvlak-bekledende prothese) bestond uit een femur- en
tibiacomponent die beide in het bot vastgezet werden (=gecementeerd), waar daartussen een laag van kunststof
bevond. De aangetaste gewrichtsvlakken (van de tibia en femur) werden vervangen door kunstgewrichtsvlakken.
• Een ‘non-constrained’ prothese haalt de stabiliteit uit intacte kruisbanden
• Een ‘semi-constrained’ prothese kan flexie, extensie en rotatiemogelijkheden uitvoeren, waarbij de prothese
zelf voor voldoende stabiliteit zorgt in voor-achterwaartse en zijdelingse richting.

Moderne typen
Tegenwoordig bestaan er verschillende typen totale knieprothesen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen
verschillende technische aspecten van de prothesen;
• Gecementeerde vs. Ongecementeerde knieprothesen
• Cruciate retaining (CR-) knieprothese vs. Posterior stabilised (PS-) knieprothesen
• Mobile vs. Fixed bearing knieprothesen
• High flexion vs. Conventionele knieprothesen
• Geslachtsspecifieke vs. Conventionele knieprothesen
• Knieprothese met of zonder patella-component
Niet alleen het prothesedesign bepaalt de mate van buiging na een totale knieoperatie, maar vooral de flexiemobiliteit
van de knie voor de operatie.

Gecementeerde vs. Ongecementeerde knieprothese
• Gecementeerde knieprothese → De prothese is direct voor 100% belastbaar.
• Ongecementeerde knieprothese → Minder botverlies bij revisie (=onderhoud). Bij jongere patiënten is de kans
op onderhoud gedurende de jaren groter, daarom is deze bij jongeren beter.
Bij een hybride knieprothese is één component (tibia of femur) gecementeerd en het andere component
ongecementeerd.

Cruciate retaining (CR-) knieprothese vs. Posterior stabilised (PS-) knieprothese
Bij een totale knieprothese-operatie worden de voorste kruisband en beide menisci altijd weggehaald. De collaterale
banden blijven voor de zijwaartse stabiliteit.
• Bij een CR-prothese ontstaat er een achterste kruisbandsparende prothese, waar de achterste kruisband blijft
zitten. Bij deze prothese is een optimale balans van de achterste kruisband van belang voor de voor-
achterwaartse stabiliteit van de knieprothese. Dit type wordt altijd gebruikt bij een hemiprothese (=halve
prothese). Deze prothese heeft een iets langere levensduur dan de PS-prothese.
• Bij een PS-prothese wordt de achterste kruisband weggehaald en wordt de afwezigheid opgevangen door het
onderwerp van de prothese. Deze prothese wordt vaak gekozen wanneer de achterste kruisband insufficiënt
is.

Fixed bearing vs. Mobile bearing knieprothese
‘Bearing’ = polyethyleen als tussenschijf tussen de femur- en tibiacomponent van de prothese. De bearing is relatief
vlak om rotatie en translatie mogelijk te maken. Deze tussenschijf kan als een soort meniscus bewegen ten opzichte
van de tibia. Er ontstaat een maximaal contactoppervlak tussen de articulerende prothesedelen. Bij de Fixed bearing
prothese zit het tibiale glijvlak vast aan het tibiale deel van de prothese.
• Fixed bearing knieprothese
• Mobile bearing knieprothese → er is een verminderd risico bij deze prothese op polyethyleen slijtage van de
tussenlaag en minder osteolyse (=verdwijnen van beenweefsel). Deze prothese geeft een natuurlijker gevoel
in de knie, maar heeft daardoor wel kans op dislocatie van de bearing.
6

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper thirsa98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€9,99  15x  verkocht
  • (3)
  Kopen