REFLECTIEVRAGEN RZL
KU Leuven
Schooljaar: 2019-2020
,1 Symbool vs. teken: overwegingen bij de religieuze taal
1A) Wat is het verschil tussen univoque en equivoque taaltekens?
1B) Geef een voorbeeld van een univoque en een equivoque taalteken.
• Univoque: het taalteken is eenzinnig/eenduidig of wordt als dusdanig beschouwd à
het heeft slechts één betekenis (vb. wortel, vrouw, steen, papier, water…).
• Equivoque: het taalteken heeft meer dan één betekenis. Dit kan het gevolg zijn van:
o Homonymie: een woord met dezelfde uitspraak en schrijfwijze heeft twee
betekenissen die onderling geen verband houden (vb. bank, gerecht, arm…).
o Polysemie: een woord heeft verschillende betekenissen die met elkaar verband
houden (vb. college als gebouw en als les).
De verschillen tussen univoque, equivoque en analoog zijn niet statisch, nog absoluut. Ze zijn
vooral afhankelijk van de taalgebruiker. Er bestaan weinig woorden die univoque zijn, maar
wie een taal spreekt of interpreteert, kan wel een woord tot univociteit reduceren.
2A) Wat is het verschil tussen univoque en analoge taaltekens?
2B) Geef een voorbeeld van een univoque en een analoog taalteken.
• Univoque: het taalteken is eenzinnig/eenduidig of wordt als dusdanig beschouwd à
het heeft slechts één betekenis (vb. wortel, vrouw…).
• Analoog: het taalteken vergelijkt twee begrippen met elkaar en beklemtoont hun
onderlinge overeenkomsten, maar tegelijk ook de verschillen (vb. de vergelijking
‘gezonde lucht’ met ‘gezonde mens’: de lucht zelf is niet gezond, maar men bedoelt
dat gezonde lucht bijdraagt tot de gezondheid van de mens; de vergelijking ‘het zijn
van God’ en ‘het zijn van schepselen’).
De verschillen tussen univoque, equivoque en analoog zijn niet statisch, nog absoluut. Ze zijn
vooral afhankelijk van de taalgebruiker. Er bestaan weinig woorden die univoque zijn, maar
wie een taal spreekt of interpreteert, kan wel een woord tot univociteit reduceren.
3A) Wat is het verschil tussen equivoque en analoge taaltekens?
3B) Geef een voorbeeld van een equivoque en een analoog taalteken.
• Equivoque: het taalteken heeft meer dan één betekenis. Dit kan het gevolg zijn van:
o Homonymie: een woord met dezelfde uitspraak en schrijfwijze heeft twee
betekenissen die onderling geen verband houden (vb. bank, gerecht, arm…).
o Polysemie: een woord heeft verschillende betekenissen die met elkaar verband
houden (vb. college als gebouw en als les).
• Analoog: het taalteken vergelijkt twee begrippen met elkaar en beklemtoont hun
onderlinge overeenkomsten, maar tegelijk ook de verschillen (vb. de vergelijking
‘gezonde lucht’ met ‘gezonde mens’: de lucht zelf is niet gezond, maar men bedoelt
dat gezonde lucht bijdraagt tot de gezondheid van de mens; de vergelijking ‘het zijn
van God’ en ‘het zijn van schepselen’).
1
, De verschillen tussen univoque, equivoque en analoog zijn niet statisch, nog absoluut. Ze zijn
vooral afhankelijk van de taalgebruiker. Er bestaan weinig woorden die univoque zijn, maar
wie een taal spreekt of interpreteert, kan wel een woord tot univociteit reduceren.
4) Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een traditionele “worldview”?
• Een sterke inzet voor de gemeenschap.
• Respect voor traditie en maatschappelijke orde.
• Nederigheid en bereidheid tot zelfopoffering is belangrijk dan individueel eigenbelang.
• Waardering voor discipline en strenge gedragsregels.
Tegen deze worldview hebben filosofen zich verzet in de 17e eeuw.
5) Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een moderne “worldview”?
• Individuele creativiteit, rationaliteit en het kritisch denken staan centraal.
• Mensenrechten en waardigheid van de mens is zeer belangrijk.
• Belang hechten aan democratie en eerlijkheid.
• Wetenschappelijke, technologische en economische vooruitgang (verlichting).
à Men moet innovatief zijn waardoor het belang van copyrightwetten, plagiaat, enz.
ontstaat.
6) Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een postmoderne “worldview”?
• Respect voor de meningen en perspectieven van de anderen.
• Inzet voor sociale rechtvaardigheid.
• Zorg dragen voor het milieu.
• Is een reactie op het moderne wereldbeeld à de moderne status quo in vraag stellen.
Momenteel bevinden we ons nog in een postmoderne “worldview”.
7) Wat zijn volgens Annick de Witt de kenmerken van een integratieve “worldview”?
• Overstijgt dualisme en polariteiten (‘we zijn als één mens’).
• Leidt tot innovatie en efficiënte communicatie.
• Universele existentiële waarden (niet meer over waarden per groep, maar over de
universele existentiële waarden).
• Zeer zelfreflexief.
• Sterke waardering voor en verbondenheid met de natuur en het bestaan in zijn geheel.
8A) Is het woord “arm” in het Nederlands equivoque of univoque?
8B) Geef de reden waarom u kiest voor equivoque of univoque.
Het woord “arm” is equivoque in het Nederlands.
Het woord “arm” kan zowel betekenen dat men niet rijk is/weinig rijkdom heeft, maar “arm”
kan ook een ledenmaat zijn van het lichaam. Het is dus equivoque als gevolg van homonymie.
2