Samenvatting van hoofdstuk 2 voor het vak Persoonlijkheidspsychologie voor Criminologie of Psychologie. Slides uit de reader aangevuld met eigen lesnotities handboek waar relevant was.
HISTORISCHE EN HEDENDAAGSE MULTI-TREKPERSPECTIEVEN OP
PERSOONLIJKHEID & BIOLOGISCHE THEORIEËN VAN PERSOONLIJKHEID
i. Historisch relevante persoonlijkheidstaxonomieën (3)
ALLPORT CATTELL
= 1ste persoon die vanuit de lexicale benadering = statisticus
een classificatiesysteem v
persoonlijkheidstrekken heeft gemaakt (~ obv Cattell heeft obv extensieve vragenlijsten v items
woordenboekstudie) v persoonlijkheid een factoranalyse gemaakt (=
= docent vd 1ste universitaire cursus empirische reductie) om zo een structuur v
persoonlijkheidspsychologie persoonlijkheid te achterhalen.
• link tussen beschrijvende karakteristieken – Meetinstrument/assessment
neurologische indicatoren (~ zenuwstelsel); 16PF
loutere beschrijving vd link • onderscheid genetische versus omgevings-
• integratie v tegenovergestelde visies op gestuurde trekken
persoonlijkheid: nomothetische benadering + • onderscheid typen trekken
idiografische benadering ⇒ integratieve ⇒ 16 onderliggende factoren v persoonlijkheid
benadering v persoonlijkheid met:
→ common personality traits = Taxonomie v Cattell
gemeenschappelijke = 1 vd grootste die ooit ontwikkeld is itv #
persoonlijkheidseig. waarop iedereen factoren
gepositioneerd kan w = heel empirisch gedreven
→ personality disposition = interactie tssn de ≠
common personality traits = wat iemand uniek Nadelen
maakt • Cattell had een sterke interesse in het maken ve
instrument, maar keek te strikt naar de data
Taxonomie v Allport • moeilijkheidsgraad
= vrij rudimentair • psychometrische problemen; heel moeilijk te
= 3 niveaus v trekken repliceren
→ cardinale trekken = alles wat te maken heeft • problemen mbt interne consistentie; lage
met onderlinge correlaties tssn items
passies, obsessies; wat iemands persoonlijkheid ⇒ bruikbaarheid? validiteit?
domineert & stuurt
→ centrale trekken = kern v persoonlijkheid; #
trekken waarop iemand doorgaans op een
gelijk-
aardige manier gepositioneerd kan w
→ secundaire trekken = eigenschappen die niet
altijd even duidelijk zijn, die enkel in bep
contexten
aanwezig zijn; fluctuerende eigenschappen
Meetinstrument/assessment
= geen
• Allports bijdrage = louter
conceptueel/theoretisch
Bijdragen
(1) Integratieve benadering
(2) 1ste classificatie vanuit lexicale benadering
(3) Nadruk op beperkingen v trektheorieën
zoals ze toen gehanteerd w; genuanceerde
visie op persoonlijkheid & ontwikkeling v
persoonlijkheid
, (4) Theorie v zelfconcept; manier waarop we
onze identiteit ontwikkelen in relatie tot
persoonlijkheid
EYSENCK
ste
= trekpsycholoog die als 1 erfelijkheid & psycho-fysiologische basis v trekken belicht heeft
↔ kernidee v toen; kinderen als blanco blad & omgeving als grootste determinant
Hiërarchische classificatie (voorbeeld)
Su Supertrek
pe Extraversie
ror
det
re
k Trek
Persoon is sociaal.
Trekniveau
Habituele responsen = ‘neiging tot’, typering
Persoon is gaat op elk feestje van mens naar mens en slaat
Habituele responsen telkens een gezellige babbel.
Specifieke responsen = specifieke observaties omtrent hoe
Specifieke responsen iemand zich gedraagt
Persoon gaat op een feestje van mens naar mens en slaat een
gezellig praatje.
Superordeniveau bestaat uit 3 grote dimensies: extraversie, neuroticisme, psychoticisme
Oorspronkelijk ging E. uit v 2 dimensies (E + N), maar hij slaagde er niet in om alles te verklaren obv
deze 2 ⇒ ontwikkeling ve P-factor
• P-factor w geïnterpreteerd als factor die psychopathie kadert; hoge P-factor ~ hoger risico op
psychotisch- gerelateerde ervaringen
→ niet E.’s initiële bedoeling; bredere factor met zowel negatieve als positieve kanten, bv.
creativiteit
→ creativiteit = ultieme eigenschap v zelfontplooiing; viel niet te rijmen met de andere
eigenschappen
→ minste empirische evidentie voor P-factor, wel voor N- en E-factor
Meetinstrument/assessment
EPQ = Eysenck Personality Questionnaire
Assumptie: verschillen in trekken & supertrekken, verklaren verschillen in gedrag
→ wrm mensen anders reageren op omgevingsprikkels
→ wrm mensen verschillen in de mate waarin ze risicogedrag vertonen
→ wrm mensen verschillen in de mate waarin ze om kunnen gaan met veranderingen
• cross-culturele replicatie vd 3 factoren: 24 landen, mannen & vrouwen
• genetische basis w empirisch aangetoond, vooral E + N
• EPQ-versie voor jongeren: cross-culturele replicatie, stabiliteit vd 3 factoren over leeftijd heen (~
differentiële stabiliteit)
Bijdragen
(1) Beschrijving én verklaring v individuele verschillen
(2) Ontwikkeling v robuuste maat voor persoonlijkheid
(3) Aandacht voor biologische en genetische basis v persoonlijkheid
Kritiek
• 3 factoren wel voldoende?
• biologisch criterium te rigide?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper naisdesmet. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.