100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Farmacologie hoorcollege aantekeningen €2,99   In winkelwagen

Overig

Farmacologie hoorcollege aantekeningen

 48 keer bekeken  2 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Dit bevat alle hoorcollege aantekeningen voor het vak Farmacologie. Ondanks dat het een open boek tentamen is, zijn deze aantekeningen handig om te leren, zodat je snel in je boek kunt terugvinden waar het over gaat en heb je de achtergrond kennis die nodig is om snel de vragen te kunnen maken.

Voorbeeld 4 van de 50  pagina's

  • 9 juni 2020
  • 50
  • 2019/2020
  • Overig
  • Onbekend
avatar-seller
02/04/2020 HC 01: Introductie + het geneesmiddel

Farmacologie = vakgebied dat zich bezig houdt met onderzoek doen en verklaring van de
werking van farmaca. Farmaca zijn alle biologisch actieve verbindingen inclusief de toxinen
(toxicologie is onderdeel farmacologie, want ze zijn ook biologisch actief). De
geneesmiddelenleer is de NL vertaling van farmacologie en dit zorgt voor verwarring, want
farmaca zijn ook toxinen. Geneesmiddel = farmacon toegepast voor therapie (drug > ander
misverstand want het heeft niets te maken met verslavende middelen, anders hebben we
het over drug of abuse).
Farmacodynamiek = wat doet het farmacon met het lichaam (karakteristieken van het
farmacon). Deze zijn het belangrijkst voor onderzoek + maatschappij, aangezien hoe het
farmacon zijn werk doet, zoals de aangrijpingspunten.
Farmacokinetiek = wat doet het lichaam met farmacon.Lichaamseigenprocessen worden
gebruikt om het farmacon te bewerken, zodat dit op het effectieve manier het lichaam kan
verlaten.
Onderscheid tussen farmacologie en farmacotherapie. Farmacotherapie is toegepaste
farmacologie, aangezien we kennis/kunde uit de farmacologie toepassen met een bepaald
doel > effectieve/veilige en verantwoorde wijze behandelen van ziek mens/dier.
Farmacotherapie vindt zijn toepassing alleen in de geneeskunde.

Historische aspecten van farmacologie > uitermate lange geschiedenis (misschien oudste
wetenschap). Meer dan 5000 jaar geleden de farmacologie werd ontwikkeld > extracten van
planten/bomen. Als deze extracten werden omgezet tot dranken, dan waren de effecten er
niet en men wist dit niet te verklaren. De eerste die een mogelijkheid zagen vanuit deze
basiskennis (natuurlijke extracten) iets commercieels mee te doen > apothekers (voorloper
farmaceutische industrie). Deze industrie is in staat synthetische farmaca te maken die
toegepast kunnen worden in de farmacotherapie. Biofarmaceutische industrie aandacht
krijgt van vaccins/antibodies > wat is het verschil met farmaceutische industrie > ontwikkelen
van therapeutische eiwitten die middels recombinant technieken in kweekbakjes gemaakt
worden en geneesmiddelen vormen. De oude farmaceutische industrie kennen we als klein
moleculaire gewichten. Met de wetenschappelijke revolutie zien we dat hierdoor in het
vakgebied van de scheidkunde, dat men in staat was om vanuit de natuurlijke extracten de
actieve substanties te isoleren, chemisch te karakteristieken met alle gevolgen van dien voor
het synthese proces (kun je ermee gaan spelen en nieuwe moleculen maken > synthetische
drugs). Ook kwam er steeds meer kennis/kunde beschikbaar vanuit de biomedische
wetenschappen zoals moleculaire biologie, fysiologie en biochemistry. De farmacologie is op
zichzelf geen basale wetenschap, maar die gebruik maakt van kennis uit andere
vakgebieden (integratieve wetenschap).
We kennen ook allerlei subspecialismen van de farmacologie
(neurofarmacologie/chemotherapie etc.). Er zijn verschillende vakgebieden die input leveren/
kennis halen uit farmacologie en apart ontwikkeld zijn. Aan de farmacologie gekoppeld die
info verkrijgen vanuit de farmacologie zijn: genetica (personalised medicine), genomics,
clinical epidemiologie (grote groepen onderzoek doen naar de effectiviteit van
farmacotherapie) en health economics (informatie die verwerkt wordt voor kosten van
toepassing van farmacotherapie).

Wat is farmacologie:
- Farmacologie is de wetenschap die zich bezighoudt van de drugs doen en hoe ze

, werken (verklaringen werkingsmechanisme).
- Farmacon is altijd een chemische substantie, de reden waarom kennis van basis
scheikunde een rol speelt. Drugs die gewoonlijk (toxines worden niet toegepast voor
het behandelen van ziektes, maar zijn wel chemische verbindingen) gebruikt worden
voor de behandeling van ziektes.
- Drugs zijn bedoelt voor een selectieve actie, maar dat dit ideaal zelden wordt bereikt,
vooral door farmacodynamische kenmerken van de stof.
- Door ontbreken van een absolute selectieve werking, er een risico is voor het
optreden van bijwerkingen. Er moet een risk benefit afweging gemaakt worden.
- Kennis van de farmacologie is essentieel voor farmacotherapie en om drugs effectief
in te zetten om zieke patiënten te genezen.

Waarom het van belang is om veel kennis te hebben van basis farmacologie om te kunnen
beoordelen/iets zinnigs te halen uit de info over een drug. We zien dat op de x-as de tijd
staat vanaf het begin van het instellen van een behandeling met een farmacon. Op de y-as
zien we de concentratie van het farmacon in het bloedplasma. De concentraties in het
bloedplasma moeten binnen het therapeutische raam blijven. Hoe wordt die gedefinieerd >
ondergrens minimaal effectieve concentratie > boven is het therapeutische effect merkbaar
en bovengrens minimale toxische concentratie > daarboven is er een toxisch effect.

Werking van geneesmiddelen
- Hoofdwerking = effect(en) waarvoor het middel wordt toegediend > therapeutische
effecten waar je op uit bent. Alle andere effecten die het drug kan doen (niet 100%
selectieve werking).
- Bijwerking = ongewenst effect (adverse drug reaction). Zouden in extreme zin ook
toxische effecten zijn en dit noemen we dan een toxisch effect.
Stof toedienen voor een therapeutisch doeleinde, dan is dat de hoofdwerking, maar dit kan
ook omdraaien. Wat hoofd- of bijwerking is wordt bepaald door het doel waarvoor het
farmacon wordt toegediend (acetylsalicylzuur > extract wilgenbast tegenwoordig als aspirine
is geïntroduceerd als pijnstiller dus hoofdwerking, maar het heeft risico’s voor ontstolling
(bijwerking en maagbloedingen optreden) als aspirine wordt toegediend als pijnstiller dan is
ontstolling een bijwerking, maar tegenwoordig wordt het vaker toegediend om ontstolling te
plaatsvinden > omkering van hoofd- en bijwerkingen).
- Placebo = een preparaat dat geen farmacologisch actieve substantie bevat. Placebo
effect > (therapeutisch) effect hebben. Als we aan een geneesmiddel bezig zijn om
dit te ontwikkelen moeten we vaststellen hoe groot het place effect is, want zo
kunnen we het therapeutisch effect meten van een farmacon (als farmacon niet
zoveel beter werkt dan placebo, is het klein nut om het op de markt te brengen).
Placebo effect ontstaat doordat het toedienen van een farmacon gepaard gaat met
een verwachtingspatroon van de patiënt (bij ziektes waar dit verwachtingspatroon
minder een rol speelt > minder placebo effect). In clinical trials wordt het placebo
effect duidelijk (RCT).
- Nocebo = een placebo dat ongewenste effecten (bijwerkingen) heeft. Op het moment
dat de voorschrijver de potentiële bijwerkingen benadrukt, dan zal het blijken dat bij
de toediening van de placebo de patiënt de bijwerkingen aangeeft puur op basis van
het verwachtingspatroon. Als het patiënt oraal moet worden ingenomen >
misselijkheid > komt door nocebo effect > verwachting dat je daar misselijk van kan
worden.

,Verklaring van het werkingsmechanisme is de combinatie van farmacodynamiek en
farmacokinetiek. Met name ook een verklaring voor de dose-response relatie.

4 levels van drug actie en drug classificatie (farmacoloog kan niets met de info van de
response components, want kan niet herleiden hoe de drug werkt). Identificeren waar de
farmacoloog iets aan heeft voor het ontwikkelen van nieuwe stoffen die beter/anders werken
en waar hij het meeste aan heeft.
- Systeem > effect van ingenomen stof op frequentie van samentrekking van het hart.
Als de het leidt tot stimulatie van hart contractie, dan zal de polsslag omhoog gaan
etc., maar je weet niet hoe het werkt.
- Tissue > effect van de stof niet alleen op frequentie van de samentrekking, maar
ookw at gebeurt er in de spiervezels. Metabole activiteit van het hart/delingssnelheid
spiervezels. Nog niet relevant van de farmacoloog.
- Cellulair > effecten op celniveau bestuderen en achterhalen van de
signaaltransductiemechanismen. Stof toedienen aan spiervezels in kweeksysteem >
wat gebeurt er met cAMP/ionkanalen.
- Moleculair > interactie van de drug met zijn moleculaire target (aangrijpingspunt) en
dan weet de faramcoloog wel (enige manier) om te begrijpen hoe de drug werkt. De
drug target kan een ion kanaal/enzym of carrier molecuul zijn. Op basis van dit
niveau kan het verklaren waarom de stof dit effect op de hogere niveau’s
teweegbrengt + structuur-activiteitsrelatie + nieuwe geneesmiddelen ontwikkelen die
langer werken/beter werken afhankelijk van het doel etc.

Fasen in de farmacotherapie:
- Farmacie > farmaceutische vormgeving van een geneesmiddel. Is strikt genomen
geen farmacologie. Een geneesmiddel kan via verschillende vormen toegediend
worden om redenen op basis van de kinetiek (stof die sneller werkt/langer verblijven
in het lichaam). Ze zouden zich niet zo zeer bezig met het ontwikkelen van nieuwe
geneesmiddelen, maar om een bepaald effect in het lichaam te bewerkstelligen. We
zien de relatie tussen plasmaconcentratie en tijd en het farmacon wordt in hetzelfde
concentratie toegediend, alleen de farmeutische vormgeving/toediening verschilt >
plasmaconcentratie verschillen. Als je de stof in een drank vorming toediend, snel de
maximale plasmapiek bereikt en hoger ligt dan bij een tablet, maar een tablet met
gereguleerde werking (langer in het lichaam aanwezig blijven) houdt langer aan,
maar wel een lagere piek. Voordeel minder vaak tabletten toedienen en de patiënt
hoeft deze dan minder vaak in te nemen t.o.v. normaal tablet/drank. Therapietrouw
wordt hiermee vergroot.
- Farmacokinetiek > absorptie, distributie, metabolisme en excretie. Absorptie als het
gaat om orale farmaca is het maag-darmkanaal het belangrijkst richting de
systemische bloedcirculatie. De systemische bloedcirculatie is verantwoordelijk voor
de distributie. De lever is verantwoordelijk voor het metabolisme/biotransformatie
(betkent niet dat geneesmiddelen hier uitsluitend plaatsvindt, maar de lever heeft
hiervoor de grootste capaciteit van eigenlijk vindt het plaats in elke lichaamscel waar
de farmaco op ingrijpt) en de nieren/blaas/darmen en zelfs soms de lever (alcohol)
zijn belangrijk voor de excretie. Deze staan samen bekend als de ADME van drugs.
Deze processen lopen door elkaar heen op het moment als farmacamoleculen het
lichaam in komen. Ze beschrijven de relatie tussen de drug at site of the
administration > de hoeveelheid die terechtkomt in het plasma > hoeveelheid

, omgezette/intacte drug die uitgescheiden wordt. Relatie tussen input en output
worden beschreven door de farmacokinetische parameters.
- Farmacodynamiek > plek waar het farmacon interacteert met zijn moleculaire
aangrijpingspunt (bijv. receptor), maar of deze überhaupt en hoeveel er de kans
krijgen om hiermee te interacteren dat wordt bepaald door de andere factoren (alle
elementen van de farmacokinetiek).
- Farmacotherapeutisch effect

Main routes of drug toediening
- Via de mond
a. oraal > slikken, wordt het meest gebruikt waar mogelijk omdat het de
therapietrouw bevorderd, vanwege het gebruiksgemak.
b. Sublingual > onder de tong, vooral wanneer het snel moet werken of snel op
een bepaalde plek moet komen of als de stof insttabiel is (zuur van de maag
niet kan weerstaan). Maar het nadeel is de oppervlakte van absorptie.
c. Buccal > in het wangzakje, alleen voor zeer lokale schimmelinfecties in de
mondholte zelf.
- Injectie > lastig voor de patiënt om zelf toe te dienen en niet therapietrouw
bevorderend. Makkelijk iets misgaan of de patiënt vergeet het.
a. IV >intravenous
b. IM > intramusculair
c. SC > subcutaan
d. IA > intraarteriaal
e. Intrathecaal > in subarachoinadel ruimte om de bloedhersenbarrière te
bypassen.
- Pulmonair > pufjes zoals bij astma, waarbij je lokaal het farmacon op de plek kan
brengen. Vanwege deze lokaliteit is dit een voordeel.
- Rectaal > direct in onderste deel van maag-darmkanaal bijvoorbeeld bij mensen die
het bewustzijn hebben verloren (zetpil). Het onderste deel van de darmen hebben
direct bloedtoevoer via de vena cava inferior naar de systemische circulatie, dus de
lever wordt gebypassed. Echter, de techniek is belangrijk, want als de zetpil te hoog
opgeduwd is en toch via de vena porta afgevoerd naar de lever.
- Topical > toedienen op de huid van lotions/crèmes die hier lokaal op werken. Hier
horen ook transdermal patches bij (nicotine pleister/opiaten voor chronische
pijnbestreiding).

De farmacologie speelt een hoofdrol in de medische zorg. het ontwikkelproces van
geneesmidelen is een uitermate ingewikkeld proces die veel coördinatie vereist, omdat het
uit verschillende fasen bestaan waar verschillende expertises een rol spelen. Pre-klinische
en een klinische fase. Pre-klinisch begint met het synthetiseren van een verzameling van
potentiële geneesmiddelen en deze te testen in de reageerbuis tot aan bedside (fase 1) en
het geneesmiddel voor het eerst bij mensen wordt onderzocht. De klinische fase is de fase
1, 2 en 3 om de effectiviteit en veiligheid van de ontwikkelde drugs te testen.

03/04/2020 HC 02: Farmacodynamiek

Farmacodynamiek = wat doet het farmacon met het lichaam. We gaan het hebben over
moleculaire aangrijpingspunten van farmaca > breekpunt op basis van het werk van

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper joyceburger71. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 83637 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€2,99  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen