Samenvatting van het vak Psychologie in 1e bachelor REVAKI gegeven door prof. A. Vyt.
De leerstof bestaat uit 2 boekjes: Gedrag in gezondheid en welzijn en Gedrag in evolutie en ontwikkeling.
Ik behaalde een 13/20 in eerste zit door deze samenvatting!
PSYCHOLOGIE: GEDRAG IN GEZONDHEID EN WELZIJN
Ten geleide (7)
Leerstof gericht op het bevorderen van essentiële inzichten die van belang zijn om er in de praktijk
als gezondheids- of welzijnswerker ook iets mee aan te vangen.
Beroemde patiënten in de kijker (9-16)
Phineas gage
− Spoorwegarbeider
− Onverwachte ontploffing ⇒ ijzeren staaf doorheen kaak, oogkas en schedel ⇒ verlies van
gezichtsvermogen aan 1 oog + impulsiever, prikkelbaarder en ruwer
− Besluit:
o Functie van de voorhoofdskwab: reguleren van menselijk gedrag
o Beschadiging van frontaalkwab ⇒ verandering van karakter
Henry Molaison
− Veel epileptische aanvallen ⇒ deel van de temporaalkwab werd verwijderd ⇒ niet meer in
staat om dingen te onthouden maar wel in staat om dingen aan te leren
− Besluit
o Hippocampus (onderaan de hersenen) staat in voor geheugenprocessen
o Motorisch leren speelt zich af in regio bij motorische cortex
Semantisch en episodisch geheugen zijn afhankelijk van hippocampus
o Dieperliggende kernen (amygdala) staan in voor behoeften en emoties
Bertha Pappenheim
− Gedeeltelijke verlamming, hoofdpijnen, duizeligheid en hallucinaties ⇒ symptomen
verbeterde door erover te praten (wekelijkse praatkuur)
− Besluit:
o Conversie = nare ervaringen kunnen naar het onbewuste worden verdrongen en
kunnen van daaruit nog invloed uitoefenen op de geestelijke en lichamelijke
gezondheid (nooit wetenschappelijk onderbouwd)
▪ Anders functioneren het gevolg van aanleg? of aangeleerd gedrag?
o Recente studies: hersenstructuren zijn betrokken bij het controleren van gedachten,
het onderdrukken van ongewenst gedrag en bij het geheugenmechanisme vertonen
bij het oproepen van nare herinneringen tekens van andere activiteit bij mensen die
door psychoseksuele trauma’s een conversieneurose hebben ontwikkeld
(i.v.m. personen die geen neurose hebben ontwikkeld)
− De relatie tussen gedrag/mentaal functioneren en CZS/lichamelijke aandoeningen komt van
beide kanten; probleem bij de ene kan invloed hebben op de andere en omgekeerd
− Onderzoeksgegevens zijn statisch en zijn niet betekenisvol in de werkelijkheid (bv.
intelligentietesten, persoonlijkheidsvragen, … ⇒ wat is normaal? ⇒ niet statisch!!)
Nomothetische / veralgemeende methode Idiografische methode
Op zoek naar algemene wetten over het Op zoek naar algemene wetten over het
menselijk gedrag door het bestuderen van menselijk gedrag door het bestuderen van
grotere groep personen interessante individuen
1
,Schooljaar 2019-2020
Jill Price
− Onthoudt sinds haar 14 jaar enorm veel details over haar eigen leven
− Verklaringen:
o Overmatig functioneren van een deel van het episodisch geheugen = hyperthymesie
= overmatig autobiografisch geheugen
o Dwangneurose of obsessive compulsive disorder (onweerstaanbare drang om
bepaalde zaken te doen of aan bepaalde zaken te denken)
Jim Peek
− In staat om alles in zijn geheugen op te slaan
− Savant= persoon die eigenlijk intellectueel op een laag niveau functioneert of lijdt aan een
mentale of ontwikkelingsstoornis maar die uitblinkt op een begaafdheid of een vermogen
van de hersenen
− Verklaring: door afwezigheid van corpus callosum (dat 2 hersenhelften scheidt), leggen de
hersenen verbindingen tussen beide helften en dus ook binnen de regio die instaat voor het
geheugen
Gedrag onder de loep (17-26)
Menselijk gedrag gaat men onderverdelen in gedragsdomeinen (domeinen die verbonden zijn met
onderdelen van het lichaam): • de perceptie: waarnemingen door zintuigen
• de motoriek: beweging door ledematen
• de cognitie en intelligentie: denken door CZS
• het effectief-emotioneel domein: het gevoelsleven
• het geheugen: het leren en herinneren
• het motivationele domein: de drijfveren
• het sociale domein: het leven in groep en de interactie met anderen
• persoonlijkheid
De gedragsdomeinen (1) hangen zeer sterk samen, (2) hebben een grote invloed op elkaar en (3) het
menselijk gedrag is niet eenvoudig in te delen in de ene of andere categorie.
− Bv. communicatie: boodschap op een goede manier waarnemen + juist interpreteren + zelf
ook schrijven/spreken m.b.v. spieren
− Apperceptie: het proces waarbij de aandacht zodanig bewust wordt gestuurd of waarbij de
aandacht automatisch wordt gericht dat de waarneming vlotter verloopt. (Bv naam roepen)
Één van de grijze overgangszones is die tussen het sociale, perceptuele en cognitieve domein ⇒
nieuw domein: sociale cognitie = het detecteren en interpreteren van sociale en emotionele signalen
en processen en het gepast reageren hierop of hiervan gebruik maken.
− Psychopaten: geen tekort aan mogelijkheid van inleven maar ze hebben wel minder de
neiging om zich in te leven in de andere of ze slagen erin om het inlevingsvermogen tijdelijk
de deactiveren of te onderdrukken (moeilijk te besluiten welk geval bij welke persoon)
− Verliefdheid en liefde:
o Gevoelens, zintuigelijke waarnemingen of cognities.
o Verliefdheid wordt bepaald door het waarnemen van bepaalde kenmerken
o Als verliefdheid op de achtergrond treedt, komt liefde op de voorgrond;
persoonlijkheidskenmerken spelen grotere rol
Als gezondheidswerker moet men op een correcte manier het gedrag kwalificeren en verschillende
gedragingen in context tegenover elkaar zetten.
2
,Schooljaar 2019-2020
Ook onderscheid die te maken hebben met het waarnemen, het bewegen en alle processen
ertussen.
− Input / troughput / output: we vangen prikkels op, verwerken ze en reageren erop.
− Overt <–> covert (= observeerbaar <–> niet observeerbaar)
− Spionnen ontdekken door het waarnemen van minuscule bewegingen van gezichtspiertjes.
Dit is niet waar te nemen met het blote ook ⇒ overt?
− Grens tussen overt en covert is arbitrair
o Door onbewuste waarneming
o Doordat bepaalde bewegingen enkel waarneembaar zijn door een getraind oog
− Nagaan van een reactie van een persoon op een bepaalde prikkel kan ook gebeuren door
fysiologische metingen (HF, pupilverwijding, …)
o Oriëntatiereactie: aandacht wordt reflexmatig opgewekt of gericht op bepaalde
prikkels uit de omgeving (+ stelt reactiesnelheid snel op)
− Aandacht neemt af door een proces van habituatie of desensitisatie wanneer het gaat om
betekenisloze prikkels
We denken dat we in een veilige omgeving leven, doch onze hersenen registreren wel degelijk
gevaarlijke en levensbedreigende informatie. Als we deze prikkels afsluiten, wordt de situatie écht
gevaarlijk.
Fight-or-flight-stressreactie (waar oriëntatiereactie sterke invloed op heeft): het snel inschatten of
men gaat vluchten of niet; bescherming tegen fysieke beschadiging.
Men kan ook in een stressreactie komen door sociale omstandigheden (bv werkdruk)
⇒ oriëntatiereactie als gevolg van angsten, depressie, … ⇒ covert? ⇒ registreerbaar via moderne
technieken die verhoogde activiteit ondervinden in bepaalde hersenzones
ASMR autonome sensorische meridiaan respons = aandachtsgestuurde euforie = hersenorgasme:
het waarnemen van een gebeurtenis die sterk op je inwerkt waardoor je een gelukzalig gevoel krijgt.
Verklaring:
− We ervaren de positieve sensatie door de evolutie over de jaren heen; vroeger was wrijven
over het haar, de huid strelen ene functioneel gedrag (vlooien zoeken bij apen)
− Spiegelneuronensysteem: zorgt ervoor dat we gelijkaardige sensaties plaatsvinden bij de
observerende persoon
⇒ ASMR is nog niet wetenschappelijk verklaard (net als crossmodale synesthesie, perceptie van
feromonen en het vrijstellen van endorfines na sporten)
P26; minisamenvatting
Een gekleurde bril (27-32)
Empirische cyclus: vanuit werkelijkheid bouw je een theorie, die je dan vervolgens toepast op deze
werkelijkheid (bv. vaststellen van een ziekte) ⇒ observatie heeft dubbele functie en is cruciaal.
Gedrag verklaren: oorzaken van buitenaf of biologisch door te verwijzen naar gebeurtenissen
nu/vroeger. Door een goede beschrijving kan men gedrag beter voorspellen en ingrijpen op gepaste
momenten met gepaste middelen.
–> goed onderscheid tssn observatie & beschrijving en interpretatie & verklaring.
4 niveaus van rapporteren over anderen:
1. Gedragsbeschrijving: zo neutraal mogelijk (trilt door medicatie)
3
, Schooljaar 2019-2020
2. Interpretatie: kan subjectief of ongegrond zijn (volgens mij voelt hij zich onzeker in grote
groep)
3. Professionele beoordeling: op basis van criteria (koorts is gestegen en heeft pijn ’s nachts)
4. Waardering: positief of negatief (ik vind zijn sociaal gedrag aanstootgevend)
Psychologie = bestuderen van het menselijk gedrag ; heeft nog veel zwarte gaten en grijze zones. Er
bestaan verschillende gedragsmodellen die afhankelijk zijn van contextuele en historische grond.
(Belang aan verschillen in de mens <–> algemene wetmatigheden en gemiddelden)
Het behaviorisme: stroming die pleit om mens te zien als black box; er zijn veel niet-objectiveerbare
processen in het menselijk organisme, dus we beperken ons tot wat men wel kan objectiveren.
<–> psychoanalyse1: theorie met veronderstellingen die moeilijk te bewijzen zijn en dus maar moet
aannemen als correct.
> Jacques Lacans theorie 1. Karakterisering van het onbewuste; het onbewuste is
gestructureerd & relatie tussen symbolen en betekenissen staan
centraal.
2. Gespletenheid van de persoon tussen een subjectieve ik-ervaring
en een imaginair zelfbeeld; w samengesteld door verschillende
sociale invloeden.
Tegenwoordig: psychoanalytische theorievorming die verklaard wordt door neurowetenschappen &
biologische inzichten. Plus men verkrijgt inzichten in het menselijk individu door de persoon te
bekijken in specifieke situatie. = Verstehende klinische methode
One-man-theorieën
Gestaltpsychologie
− Gegroeid uit waarnemingspsychologie
o Realiteit w niet altijd correct geïnterpreteerd
o Kenmerken die we waarnemen beïnvloeden onze beleving ervan
− “Het geheel is meer dan een som van de elementen”:
Sigmund Freud
− Behandeling zenuwzieke personen
− Psychoseksuele ontwikkeling in de vroege kindertijd heeft een invloed op persoonlijkheid en
geestelijke afwijkingen
− Het bewuste ik is slechts een topje van het onbewuste (geregeld door agressieve en
libidineuze driften)
Behaviorisme
− Gedrag is de resultante van leerprocessen tijdens de levensloop
− Men kan storend gedrag afleren en nieuw gedrag aanleren
− Gedrag wordt ook aangeleerd via observatie en imitatie
Carl Rogers
− Nadruk op zelfontplooiing en kracht van de menselijke motivatie om eigen problemen op te lossen
Systeemtheorie
− Midden 20e eeuw
1
Sigmund Freud & Carl Gustaf Jung
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper catobauwens. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.