Samenvatting Biomedische kennis op basis van de toetsmatrijs, voor de toets Verpleegkundige kennis basis jaar 3.
Gebaseerd op de lesstof van de opleiding Verpleegkunde aan Hogeschool Inholland.
Geriatrische & palliatieve zorg
Organiseren van zorg
Acute zorg
Revalidatiezorg
Geriatrische & palliatieve zorg
Definitie van een geriatrische patiënt
iemand met een complex ziektebeeld, als gevolg van stoornissen op lichamelijk,
geestelijk en/of sociaal gebied waardoor zelfstandig functioneren en de kwaliteit
van het leven negatief beïnvloed wordt.
Op de volgende kenmerken scheiden geriatrische patiënten zich van jongere
volwassenen en vitale ouderen.
1. verwevenheid van medische-biologische, psychische en sociale factoren
2. multipele pathologie
3. polyfarmacie
4. atypische presentatie van ziekten
5. verminderde reservefunctie
6. interindividuele variatie
Normale verouderingsprocessen
Biologische veroudering slaat op de gevolgen van ouder worden voor het
menselijk lichaam en hersenen. Dit is een gevolg van geleidelijke veranderingen
in het DNA, de dragers van erfelijke eigenschappen. Hierbij kan onderscheid
worden gemaakt tussen normale veroudering en abnormale of pathologische
veroudering die tot uiting komt in typische ouderdom gerelateerde ziekten.
Het verouderingsproces:
- Hormonale schommelingen en veranderingen, haargroei
- Hart- en longkwalen
- Verminderde kwaliteit van slapen, inslapen/doorslapen
- Veranderde concentratie, vergeetachtigheid
- Verminderde stevigheid van skelet en gewrichtsklachten (osteoporose)
- Verminderde darmwerking, veranderingen in de stoelgang
- Verminderde leverwerking
- Inflammaging, overdreven reactie van het afweersysteem, gekenmerkt
door een verhoogd aantal afweerstoffen in het bloed
- Huidveranderingen, huid is minder elastisch, verliest volume, ontstaan
rimpels, pigmentvlekken
Normale stervensprocessen
Er kunnen verschillende signalen aanwezig zijn binnen het stervensproces. Deze
kunnen een week voor het overlijden al optreden, maar ook pas een paar uur van
te voren of zelfs helemaal niet.
De verschillende signalen die kunnen voorkomen zijn:
Slaperigheid Communicatie verloopt moeilijker, lijkt niet meer
luisteren, geen kracht voor reactie.
Minder eten/drinken Drinken gaat vaak nog wel, op het einde vaak ook geen
behoefte meer.
Moeilijk slikken Als iemand niet meer kan slikken is het niet verstandig
om nog water te geven, dit kan naar de longen gaan. Lippen
vochtig houden geeft verlichting bij een
droge mond.
,Reutelen Iemand kan niet meer slikken, slijm hoopt zich op in de mond,
keel en longen.
Rochelend geluid, vaak heeft de patiënt er geen last van
zijligging of medicatie voor verlichting.
Troebele ogen Glazige, doffe blik in de ogen. Vaak staren of half de
ogen dicht. Als iemand
bijna niet meer knippert droogt het hoornvlies in
oogzalf/kunsttranen voor
verlichting.
Terminale onrust/ Teken van intreden van de terminale fase, vaak
plotseling optreden van
doodsangst onrust/grote angst. Soms kan iemand gaan
hallucineren.
Veranderde ademhaling Cheyne-Stokes ademhaling, ademt eerst diep in, daarna
steeds minder
diep en zwakker uit. Eindigt in een adempauze die soms een
halve minuut
kan duren, daarna weer een diepe inademing.
Doodsmasker Handen, voeten, benen kunnen koud aanvoelen en
bleek zien, gevolg van
daling van de lichaamstempratuur. Soms cyanose,
zuurstofvoorziening is
ontregeld.
Verzwakte hartslag Bloedcirculatie en bloeddruk zijn verminderd. Soms is
de pols niet voelbaar.
Onwillekeurige Lijken op zenuwtrekjes. Oorzaak ontsteking van het
zenuwstelsel door
bewegingen opeenhoping van afvalstoffen in het lichaam.
Terminale koorts De tempratuur kan oplopen tot 40 graden, veel transpireren.
Koortswerende
middelen helpen niet frisse lucht/verkoeling voor
verlichting.
Incontinentie Urine wordt geconcentreerd, urineren gaat moeilijker.
Vlak voor het
overlijden kan iemand plotseling faeces en urine verliezen.
Zorgverlening en organisatie van zorg omtrent de geriatrisch en
palliatieve patiënt
Geriatrische patiënt
Klinische geriatrie is het medisch specialisme voor de kwetsbare oudere patiënt
in het ziekenhuis. De geriatrie legt zich toe op ouderen met meerdere
aandoeningen tegelijkertijd. Vaak gaat het om een combinatie van lichamelijke,
psychische en sociale problemen. De klinisch geriater werkt vanuit een holistisch
perspectief, in een multidisciplinair team. In de benaderingswijze van de patiënt
wordt rekening gehouden met zijn/haar kwetsbaarheid en belastbaarheid. De
nadruk ligt op herstel en behoud van de zelfredzaamheid van de oudere patiënt.
Veel voorkomende problemen van patiënten die een klinisch geriater bezoeken
zijn:
- Mobiliteitsproblemen en vallen
- Continentieproblemen
- Polyfarmacie, ofwel het gebruiken van veel medicijnen tegelijkertijd
- Somberheid, eenzaamheid en levensfase problematiek
, - Onverklaarde achteruitgang in het dagelijks functioneren
- Geheugenproblematiek
- Delier, ofwel acute verwardheid
- Een van bovenstaande in combinatie met zorgproblemen
Palliatieve patiënt
De vier fasen van palliatieve zorg zijn:
1. Ziektegerichte palliatie: De ziekte wordt behandeld zonder dat genezing
mogelijk is.
2. Symptoomgerichte palliatie: De focus ligt op het verlichten en onder
controle houden van de symptomen. De bedoeling is dat de kwaliteit van
leven van de cliënt zo goed mogelijk is. De ziekte schrijdt voort. De cliënt
zal verzwakken en minder mobiel worden. De symptomen die onder
controle waren verergeren en er kunnen nieuwe klachten of problemen
ontstaan. In deze fase worden beslissingen rondom het levenseinde
genomen, bijvoorbeeld het wel of niet toepassen van palliatieve sedatie of
behandelingen. Fasen 1 en 2 worden vaak tegelijkertijd toegepast, om
elkaar te versterken (zie bovenstaande figuur). Het is dus niet zo dat er
alleen aandacht is voor symptoomcontrole en dat niet naar de behandeling
wordt gekeken of andersom. In beide fasen wordt gestreefd naar een zo
hoog mogelijke kwaliteit van leven.
3. Palliatie in de stervensfase: In deze fase verschuift de aandacht van
kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven. Deze fase duurt meestal
slechts een paar dagen, de laatste dagen voor het overlijden.
4. Nazorg: De nazorg voor
naasten na het overlijden
van de client wordt
meestal ook gezien als
onderdeel van de
palliatieve zorg. De
naasten hebben tijd en
ruimte nodig om het
overlijden van hun
dierbare te verwerken.
Soms hebben ze behoefte
aan ondersteuning, denk hierbij aan gesprekken.
Veelvoorkomende geriatrische ziektebeelden
Dementie
Dementie is een verzamelnaam voor combinatie van symptomen. Vijftig
verschillende ziektes, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen
verwerken, vallen onder dementie. Cellen in de hersenen sterven af of de
verbindingen tussen de cellen breken af.
Iemand kan sterven aan dementie door zwakte, ziekte of infectie of
slikproblemen.
De precieze oorzaak onbekend. Wel zijn er verschillende factoren bekent:
- Ouderdom
- Risicofactoren: roken, te weinig lichaamsbeweging, een depressie,
diabetes, hoge bloeddruk, obesitas, weinig mentale activiteit.
Fase 1: het voorstadium
, - Geheugen problemen
- Vergeetachtigheid
- Duur twee tot drie jaar
Fase 2: het beginstadium
- Vergeetachtigheid wordt een patroon
- Gedragsveranderingen
- Concentratieproblemen; moeite met gesprek volgen, namen onthouden en
beslissingen nemen.
- Duur ongeveer twee jaar
Fase 3: het middenstadium
- Dagelijkse handelingen vergeten; handen wassen, douchen en eten.
- Vergeetachtigheid vergroot; niet meer weten wat je gedaan hebt.
- Verwardheid en desoriëntatie in tijd en ruimte;
- Verstoord slaapritme door geen tijdsbesef
- Dwaal gedrag
- Duur ongeveer 4 jaar
Fase 4: het eindstadium
- Continu verzorging nodig
- Achteruitgang geheugen en spraakvermogen
- Geen herkenning dierbaren
- Optreden van reflexen zoals in babytijd
- Grijp- of zuigreflex
- In zichzelf verzonken
- Duur 6 tot 9 jaar
Er is nog geen behandeling om dementie te genezen. Wel medicatie die ziekte
kunnen vertragen.
Galantamine (Reminyl)
Bijwerkingen:
Zeer vaak (> 10%): misselijkheid, braken.
Vaak: verminderde eetlust, hallucinaties, depressie, slaperigheid
Rivastigmine (merkloos, Permente en Exelon)
bijwerkingen:
Zeer vaak (> 10%): maag-darmklachten (misselijkheid (29–38%), braken (16–
23%), diarree) vaker bij vrouwen, duizeligheid, anorexie, dehydratie; met name
bij parkinsondementie: vallen.
Vaak: verminderde eetlust, nachtermerries, slapeloosheid, angst, tremor,
slaperigheid, hoofdpijn, buikpijn, speekselhypersecretie, dyskinesie, hypokinesie,
hypertensie.
Donepezil (Navazil)
bijwerkingen:
Zeer vaak (> 10%): diarree, misselijkheid. Hoofdpijn.
Vaak (1-10%): verkoudheid. Anorexia. Hallucinaties, agitatie, agressief gedrag.
Syncope, duizeligheid, slapeloosheid. Braken, buikklachten. Huiduitslag, jeuk.
Spierkrampen. Urine-incontinentie, Vermoeidheid, pijn.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RosanneRidder. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.