PSYCHOLOGIE &
GEDRAGSMANAGEMENT
Prof. dr. A. Vyt
Notities van SEBASTIAAN ORNELIS
,
,Gedrag in Gezondheid en Welzijn
,
,Psychologie & Gedragsmanagement Gedrag in Gezondheid & Welzijn Hoofdstuk: pg. 1/4
OBSERVATIE & KIJKKADERS:
- Samen KIJKEN naar het gedrag:
▪ Bv. groepspraktijken: visies samenleggen en overleggen.
▪ “Acute observation surpasses all statistics.”
- Onze indrukken zijn subjectief:
▪ Observatie van expressies: emotionele expressie hangt niet altijd samen met hoe we ons echt voelen.
▪ Negatieve emoties worden zo veel mogelijk verdrongen, we willen dit niet tonen.
- Observatie is altijd deels onze eigen mening, ook al zou dit niet mogen:
▪ Vooroordelen & beeldvorming.
▪ Groepsdruk:
• Populariteit van iPhone.
• Flesje water mee naar de les, ook al kunnen we perfect enkele uren zonder water.
• Tv-programma met ethische kwestie over stroomstoten geven.
de vrije mens bestaat niet, we zijn allemaal onderworpen aan onze context (bv. WOII).
▪ Perceptie (aanraking, pijn, warmte, druk) specifieke neuronen geprikkeld.
• Strelen: ‘streelneuronen’ (= 3 cm/sec voor intimiteit) ontdekt.
▪ We zijn allemaal sociaal (‘kuddebeesten’) een lid van onze groep in nood gaan we spontaan willen helpen.
- EQ: emotioneel quotiënt
▪ Bepalend voor succes in het dagelijkse leven en voor het IQ.
- Innerlijke beleving is individueel binnen een bepaalde context:
▪ Angst:
• Neemt soms vreemde vormen aan: irrationele fobieën.
• Bv. angst om door eenden bekeken te worden.
▪ Genot: niet iedereen geniet even zeer van eenzelfde stimulus.
▪ Rouw: iedereen heeft een eigen manier van verwerken (coping).
▪ Stress: weinig te maken met drukte; werklozen leven in voortdurende onzekerheid voornaamste voor-
waarde voor stress).
▪ Learned helplessness: aangeleerde hulpeloosheid.
• “Ik kan er toch niets (meer) aan doen.”
• “Ik heb hulp nodig van anderen en kan er zelf niets meer aan verbeteren”
we worden lui en verliezen ons gevoel voor initiatief.
- Invloed van context:
▪ Oorspronkelijke leefomgeving van de mens is de savanne onze natuurlijke habitat bestaat uit hoge struiken
en roofdieren.
▪ In deze context heeft de mens moeten overleven en is hij sterk geëvolueerd.
▪ Op korte tijd heeft de mens een maatschappij opgebouwd.
• Huidige maatschappij staat ver van onze oorspronkelijke habitat en houdt minder rekening met onze oor-
spronkelijke behoeften.
Maatschappij verplicht stilzitten en luisteren; zittend naar een scherm kijken, kleine kantoren…
MAAR: we hebben er van nature nood aan om in de verte te kijken!
Bv. afbeeldingen van open vlakten en mooie uitzichten stressreducerend effect.
▪ Meer dan een derde van de levensduur is de mens aan het rijpen en leren. Voordelen, (nood aan vakantie,
gezond vermoeid zijn, wat activiteit, ver kijken (strand, bergen = werkt stress reducerend #savanne))
- Gedragspatronen:
▪ Bv. grijpreflex bij baby’s belangrijk ten tijde van homo sapiens in de savanne (moeder vastgrijpen bij het
vluchten).
▪ Bv. Gebruik van kleur:
• Blauw licht op perron in Japan: het gebruik van kleur beïnvloedt gedrag minder zelfmoorden.
• Rood = stress (ook gebruikt in het verkeer).
Gedrag in Gezondheid & Welzijn Observatie & Kijkkaders Sebastiaan Ornelis
,Psychologie & Gedragsmanagement Gedrag in Gezondheid & Welzijn Hoofdstuk: pg. 2/4
- Speciale casussen in de gedragspsychologie:
I. Phineas Gage:
Gietijzeren staaf: gebruikt bij ontploffingen voor de aanleg van grote spoorwegen. Gage was te
onvoorzichtig: dynamiet ontplofte toen hij die met een staaf erin duwde. De staaf was door zijn hoofd
gegleden, maar hij bleef normaal rondlopen. Hij had er geen cognitieve letsels aan overgehouden, maar
zijn vrouw klaagde over het feit dat hij niet meer dezelfde persoon als voorheen was: zijn karakter was
veranderd!
Prefrontale cortex was geraakt (onderdelen van de HERSENEN zijn BELANGRIJK voor EXAMEN): pilootcentrum;
ons gedrag wordt er bestuurd impulsen onder controle houden en rekening houden met invloed
van gedrag op anderen. Bij beschadiging impulsiviteit stijgt + onverschillig.
Frontaal syndroom!
Opkomst van auto: veel frontale syndromen, daarna door veiligheidsgordel weer daling.
II. Hendry Molaison:
Epilepsiepatiënt. Ze wouden deel van hersenen wegsnijden ter behandeling van insulten.
Resultaat: epilepsie was weg, maar geheugen functioneerde niet meer optimaal geen nieuwe dingen
aanleren, wel bepaalde dingen zoals piano spelen.
kon wel nog motorische geheugencomponenten opnemen, omdat deze in het bovenste deel van de
motorische cortex liggen (daar worden geheugencomponenten opgeslagen die te maken hebben met
het handelen). Andere vormen van geheugen waren aangetast.
= “de man die alleen in het heden leefde”: kon alles maar enkele seconden onthouden en was dus altijd
gelukkig.
Limbisch systeem in de hersenen (o.a. hypocampale area): kernstructuur van de hersenen m.b.t. emotie.
III. Anna O:
Had verlammingsverschijnselen en kwam daarom bij Freud om te praten. Haar symptomen namen af
d.m.v. deze gesprekken.
Freuds verklaring: psychische oorzaak, te maken met ervaringen. Geen fysiologische verklaring!
Als de mensen er kunnen over praten symptomen milder.
Hysterie (= fysieke verschijnselen ter uiting van conversie; de mentale spanning wordt door een psychisch
conflict vertaald in een lichamelijk vertoon). Conversieneurose (neurose: globaal).
“Studies on Hysteria”: model van ‘het bewuste’ en ‘het onbewuste’. Het bewustzijn is slechts een topje
van de ijsberg die we beleven in het onbewuste. Het onbewuste zit te ver, maar kan weer opgerakeld
worden door hypnose).
De sofa-theorie: patiënt op een zetel en gewoon vertellen.
Hysterion: wegnemen van de baarmoeder = hysterectomie.
Baarmoeder = hysterische bol: bij jonge vrouwen die een tekort hadden aan seksuele ervaring ging de
baarmoeder zogezegd op zoek naar genot tot ze aan de keel kwam, daar kon ze niet meer verder
Dit is dan de spreekwoordelijke krop in de keel: precies een bol die er niet uit kan komen, vandaar
‘hysterische bol’. Bleef mysterieus.
De jonge vrijsters = “ongehuwde vrouwen” hysterischer.
- Dwanggedachten:
▪ “Ik moet dit doen, anders ben ik niet gerust!”, bv. “Als ik nu door het groene licht kan rijden, dan zal ik slagen voor het
examen”.
▪ Kan pathologisch zijn:
• Bv. smetvrees.
• Bv. voortdurend blijven rekenen.
Gedrag in Gezondheid & Welzijn Observatie & Kijkkaders Sebastiaan Ornelis
,Psychologie & Gedragsmanagement Gedrag in Gezondheid & Welzijn Hoofdstuk: pg. 3/4
- Observatie van een kijkkader voor het menselijke gedragsveld:
▪ Bv. terugblikken van vader aan gestorven zoon: combi van feitelijk denken & emotie.
▪ Bv. liefde als gedragsdomein: hoe verschillen verliefdheid (meer perceptie) en liefde van elkaar? Uit verliefd-
heid groeit liefde.
▪ Aandachtspunten voor observatie:
• Saillantie: ‘opvallendheid’.
Bv. als er weinig interessante dingen gezegd worden en je gebruikt een raar stopwoordje, zal men alleen
het stopwoordje onthouden.
Bv. Moeder-kind interactie: voortdurend gebruik van geboden en verboden zal opvallen voor buiten-
staanders.
De overduidelijkheid is afhankelijk van de context en van het gedrag dat men anders nog stelt.
• Belang van een brede biopsychosociale (holistische) visie.
• Zichtbaar, overt gedrag: emotionele expressie.
Onzichtbaar, covert gedrag: gedachten en gevoelens.
• (In)directe observeerbaarheid:
A. Minuscule spierbewegingen (worden gebruikt om spionnen te ontmaskeren).
B. Onbewuste waarneming en beïnvloeding.
C. Fysiologische metingen (huidreflex, hartslag, hersenactiviteit, pupilverwijding)
covert gedrag blootleggen.
Op de grens:
Biofeedback van gedachten via hersenmeting.
ASMR.
Streelneuronen.
Spiegelneuronen.
▪ Factoren die observatie beïnvloeden:
• Halo-effect: een klein, POSITIEF detail wordt uitvergroot.
Bv. verliefd zijn: kleine details van een persoon waarop je verliefd bent uitvergroten en helemaal op die
persoon verliefd zijn.
Horn-effect: een klein, NEGATIEF detail wordt uitvergroot.
Bv. klein kindje dat ooit een negatieve ervaring had met een bebaarde man kan bang zijn van alle mannen
met een baard.
- Bij interpreteren gedrag en onder woorden brengen van gedrag: onderscheid tussen vier niveaus.
▪ Verslag aan collega gezondheidswerker over patiënt: moet zo neutraal mogelijk zijn & indien toch eigen
interpretatie, dan zo professioneel mogelijke beoordeling (niet o.b.v. persoonlijke waardering patiënt).
denkkaders.
EXAMEN: bv. enkele zinnen gegeven, vraag: typisch voorbeeld van… neutrale beschrijving – interpretatie –
professionele beoordeling – waardering (of combinatie, dan aangegeven in mogelijke antwoorden).
- Kijkkaders hanteren (EXAMEN: essentiële kenmerken van stromingen kunnen typeren, niet de historiek
etc., te kennen belangrijke namen staan op slides).
- Psychoanalyse:
▪ Nadruk op taal (Freud), periodes van levenscyclus of identiteitsvorming bij adolescenten (Erikson).
▪ Theorie of model kan zeer eng of zeer breed zijn.
Bv. Gezondheidszorg: ICF (holistische visie, allerlei domeinen in acht genomen).
Bv. Stautpsychologie: perceptie (één specifiek kenmerk van gedrag).
▪ Onderbewustzijn: elementen van visuele en auditieve aard , maar ook taal.
▪ Tijdens de slaap is er regeneratie: eventueel schadelijke stoffen die tijdens de dag opgestapeld worden in
de hersenen, zullen bij het slapen uit de hersenen ‘weggespoeld’ worden regeneratie mentale functies
verwerking onverwerkte ervaringen (EXAMEN).
Gedrag in Gezondheid & Welzijn Observatie & Kijkkaders Sebastiaan Ornelis
,Psychologie & Gedragsmanagement Gedrag in Gezondheid & Welzijn Hoofdstuk: pg. 4/4
- Behaviorisme:
▪ Tegenreactie op psychoanalyse (bv. dromen analyseren).
▪ Conditionering.
▪ Gedragstherapie.
▪ Spinner & Watson.
- Humanistisch model:
▪ Psychologen gespecialiseerd in psychoanalyse, gedragstherapie, counseling (gespreksmethoden om patiënt
tot inzicht te laten komen bewuste waarneming).
▪ Openheid, self-disclosure = probleemerkenning.
- Systeemtheorie:
▪ Elke persoon is deel van een systeem.
▪ Prototype:
▪ Pathologie (bv. anorexia nervosa, schizofrenie,…) ontstaan door gedrag in context, in een systeem (gezin,
groep).
- Mind-set-effect:
▪ Vanuit een eigen bepaalde visie/ideeën/geestesgesteldheid hetzelfde fenomeen dat door een ander
gepercipieerde wordt op een eigen manier waarnemen/interpreteren.
- Priming effect:
▪ Keuze maken o.b.v. priming effect.
Bv. Mensen die door een winkelstraat lopen en aan beide zijden enkele panelen met een bepaald gerecht
op zien, zullen in een restaurant verderop dat gerecht kiezen (ook al hebben ze die panelen niet bewust
opgemerkt!).
▪ Dus: keuzegedrag wordt beïnvloed door prikkels die we opnemen, ook al is dat onbewust.
- Volgorde-effect/contexteffect/constellatie-effect:
▪ Na een reeks negatieve ervaringen zal een betere ervaring extra positief beschouwd worden. Een persoon
wordt geëvalueerd onder invloed van wat er net aan is voorafgegaan & onder invloed van de context waarin
alles zich afspeelt.
Bv. Examinatoren/hulpverleners die verschillende personen na elkaar ontvangen.
• Sessie van 20 studenten, 8 studenten na elkaar presteren slecht. Als 9 de student net voldoende goed
presteert, zal de examinator die extra positief waarderen.
• Kinesitherapeut die vele onaangename patiënten over de vloer krijgt, zal een neutrale patiënt daarna
extra positief waarderen.
▪ In relatie met Halo-effect (verschil? EXAMEN).
▪ Kan in beide richtingen (positief negatief, negatief positief).
▪ Dus: bij observatie/evaluatie van een persoon steeds rekening houden met de context waarin het gedrag zich
afspeelt.
▪ Wetenschappelijk onderzoek ‘gemiddelden’, maar: wat met variatie van personen rond dat gemiddelde.
- Observering + eigen interpretatie toetsen bij anderen, besef van eigen blinde vlekken! denkkaders
herkennen.
▪ Belang groepspraktijken.
Gedrag in Gezondheid & Welzijn Observatie & Kijkkaders Sebastiaan Ornelis
, Psychologie & Gedragsmanagement Gedrag in Gezondheid & Welzijn Hoofdstuk: pg. 1/3
AANDACHT & WAARNEMING:
- Negatieve autosuggestie: EXAMEN.
- Vrouwen beter in multitasking? afhankelijk van welke taken tegelijkertijd moeten uitgevoerd
worden en welk niveau van bewuste controle daarbij van belang is.
▪ Menselijk brein computer: zeer moeilijk twee processen bewust (!) tegelijk uitvoeren in het brein.
▪ Maar: wel brein zeer snel tussen 2 taken laten switchen = task-switching.
▪ Dus: ‘goed kunnen multi-tasken’ = ‘goed in task-switching’, multitasking bestaat eigenlijk niet.
- Freudiaans model: ijsberg.
▪ Bewust, voorbewust en onbewust (‘voorbewust’ = kan bewust gemaakt worden).
- Verschil tussen hypnose, slaap en coma (zie boekje) EXAMEN.
▪ Slaap: gevolg van 2 processen:
• 9 pm – 9.30 pm: kritische periode. Makkelijker in slaap vallen. Indien niet binnen deze tijdspanne
ingedommeld wordt, interpreteert brein dit als ‘er is nog iets belangrijks’ 1u30 verder doen, dan tweede
periode, ± 23u30 “Uren slaap voor middernacht zijn meer waard, tellen dubbel.”
• Tijdens de dag: proces dat zorgt voor vermoeidheid en proces dat zorgt voor alertheid.
Overdag: processen in evenwicht.
Vanaf 9 pm: proces van vermoeidheid neemt over.
Lichtimpulsen zijn belangrijke factor hierin! smartphones, computer, tv,…
Speciale instelling die licht van scherm aanpast (meer sepia, minder blauw ’s avonds, ’s morgens
omgekeerd).
Speciale brillen.
neiging om natuurlijke slaapprocessen te onderdrukken.
• Slaapcyclus:
Zeer diepe slaap, gevolgd door REM-fase (Rapid Eye Movement)! Zeer belangrijk voor regeneratie.
Zeer diepe slaap: ritmisch ademhalen, zeer weinig spieractiviteit.
REM-fase: droomfase. Verhoogde hartslag, andere ademhaling, zeer snelle oogbewegingen. Mentale
regeneratie!
Verschillende slaapcycli na elkaar in 1 nacht.
EXAMEN: Waarom is het van belang tijdig te gaan slapen en eventueel bij laat slapengaan niet te vroeg
gewekt te worden door zonlicht?
Slaapcyclus begint met korte REM-fase.
Tweede fase is langer.
Derde en vierde zijn dieper en langer regeneratie.
Stel: 8 uur slaap nodig, maar enkele nachten op rij slechts 4 uur geslapen geen derde en vierde fase
mentale processen niet genoeg geregenereerd.
Slaapdeprivatie = efficiënte vorm van marteling (net als regelmatig herhaalde geluiden, bv. waterdrup-
pels).
Vijf nachten na elkaar slaapdeprivatie (geen REM-slaap): hallucinaties (bv. akouasmen: ingebeelde geluiden).
Psychotechnische proeven: coördinatie tussen waarneming en handelen belangrijk.
Bv. 2 groepen studenten. Ene groep slaapt 4 uur per nacht, andere 8. Bij performantietesten presteert
groep met slaaptekort zeer slecht, andere groep zeer goed.
Bij kinderen < 3 jaar: 50% van de slaap bestaat uit dromen.
Ethologisch-evolutionaire theorie: bepaald gedrag is slecht te verklaren d.m.v. de evolutie. Bepaald
gedrag had ooit een functionele waarde, maar nu niet meer.
Bv. Personen in andere kamer wekken slapend persoon niet, maar wel door specifieke geluiden
(bv. voetstappen op keitjes in de oprit, iemand die aan de voordeur krabt, iemand die fluistert
= geluiden die een gevaarsituatie zouden kunnen betekenen) hersenen zijn ook tijdens de slaap
actief, vooral waarneming, zij het voor specifieke elementen.
Test vroeger om te bepalen of kleine kinderen goed hoorden: blad papier verfrommelen achter hun
rug geluid dat alertheid opwekt bij kinderen, want doet denken aan vertrappelen dorre bladeren.
Gedrag in Gezondheid & Welzijn Aandacht & Waarneming Sebastiaan Ornelis