LES 1: Wat is sociale ongelijkheid?
Om over ongelijkheid te spreken, ga je uit van het gelijkheidsprincipe: het streven naar principiële
gelijkheid als doel
- Onze maatschappij gaat uit van mensenrechten
o Zij kent een aantal rechten toe aan alle mensen
- Bepaalde verschillen worden sociaal relevant en worden de basis voor ongelijkheid
o Vb. huidskleur wel, welke sport je speelt niet
o Afhankelijk van bepaalde contexten: bepaalde eigenschappen of verworvenheden
worden “resources” of “properties”
Joden krijgen automatisch staatsburgerschap in Israël dankzij hun religie
o Afhankelijk van hoe sociale verschillen gepercipieerd worden: legitiem of illegitiem?
Inkomensverschillen: legitiem (merocratische ingesteldheid)
Geslachtsdiscriminatie: illegitiem
Apartheid: van legitiem (was vastgelegd in de wet) naar illegitiem (strijd van
Mandela)
- Ook kunnen legitieme verschillen geproblematiseerd worden
o Hoe vindt de verdeling én erkenning van “resources” plaats? Welke maatschappij
creëert en bouwt voort op welke sociale ongelijkheden?
- Sociale ongelijkheid heeft te maken met in- en uitsluiting: met erbij of er niet bij horen
o Grote diversiteit aan dimensies die ongelijkheid bepalen, dus niet enkel naar één
dimensie kijken!
o Maar wel: welke domeinen zorgen voor inclusie/exclusie? (meer dan 1 ladder die te
beklimmen valt)
Relevante scheidingslijnen
- Religie, taal, nationaliteit
o Moderne “markers” van gemeenschappelijkheid, van solidariteit, van inclusie en dus
ook van exclusie
o Globalisering en globale mensenrechten
- Economie
o Kapitaal
o Slavernij, uitbuiting, precair werk (precariaat: geïncludeerd maar toch niet in
levensonderhoud kunnen voorzien)
o Indices zoals Gini-coëfficiënt, Human Development Index, enz.
- Onderwijs
o Diploma’s, hoog- en laaggeschoolden
o Regionale verschillen
LES 2: Concepten binnen sociale ongelijkheid
Maatschappelijke waarden
- Om over ongelijkheid te spreken, ga je uit van een principiële gelijkheid
o Onze maatschappij gaat uit van mensenrechten: zij kent een aantal rechten toe aan
alle mensen, ongeacht hun nationaliteit, geslacht, nationale of etnische afkomst, ras,
religie, taal of andere status.
o Het gaat om diverse rechten: waaronder het recht op voedsel en op onderdak, op
bepaalde keuzevrijheden (zoals het stichten van een eigen gezin), het recht op werk
en op onderwijs, het recht op vrijheid en vrijheid van meningsuiting, enz.
1
, - Ongelijkheden kunnen sociaal gelegitimeerd of gerechtvaardigd worden, indien ze uit gelijke
kansen resulteren (“equality of opportunity”)
o Iedereen staat gelijk aan de start, maar maatschappelijke waarden bepalen welke
verschillen aan het einde legitiem zijn of niet
Vb. studenten beginnen met hetzelfde basispakket (colleges, …) maar het
eindresultaat is afhankelijk van de inspanning van de student
(maatschappelijke waarde = werken voor eigen succes)
o Hoe kan een balans gehandhaafd worden? Binnen welke velden? Voor Parsons hangt
veel af van instituties die voor een ‘goede’ balans tussen principiële gelijkheid en
sociale stratificatie kunnen zorgen.
“It amounts to saying that the modern societal community shall be ‘basically’
a ‘company of equals’ and hence, so far as empirically possible, legitimate
inequalities shall be ‘won’ from a base of equal opportunity and that the
rewards which go to differential statuses and achievements shall be justified
in terms of functional contribution to the development and welfare of the
society” (Parsons, 1970, p. 33).
Moderne maatschappij?
- De westerse maatschappij is de resultante van drie revoluties naar gelijkheid: politiek,
economisch en pedagogisch
o Gelijkheid creëert meer diversiteit, meer mogelijkheden
o De revoluties steunen op de toekenning van rechten aan alle mensen
Vb. pedagogisch: uitbreiding van onderwijsvoorzieningen: eerst op
secundair, recenter ook op universitair niveau
- De maatschappelijke westerse waarden maken bepaalde verdelingsstructuren legitiem
o Politiek vlak: democratie, machtsverschillen
o Economisch vlak: competitie, inkomensverschillen
o Cultureel vlak: onderwijsverschillen
Ongelijkheid is niet alleen een kwestie van macht (politiek) en rijkdom
(economie), maar kan ook via onderwijs aangepakt worden.
Onderwijs vormt de beste garant voor gelijke kansen.
Globale maatschappij
- Mechanismen van inclusie/exclusie in verschillende velden of systemen
o Wie wordt er echt geïncludeerd? Is het zinvol sociale ongelijkheid te representeren
als een ladder, die iedereen kan beklimmen? Hoe verloopt exclusie?
o In hoeverre is het zinvol om sociale (on-)gelijkheid te analyseren in relatie tot het
principe van gelijke kansen? Zijn de verschillen in levensduur een gevolg van
ongelijke kansen?
o Wat zijn de gevolgen van exclusie in de verschillende velden of systemen? Wat als
het politieke systeem niet functioneert, wat als je sociale netwerk uiteenvalt, wat als
uitbuiting mogelijk blijft, wat als je diploma’s niet erkend worden, wat als …?
G. Therborn
- Ordeningskader, wat is sociale ongelijkheid?
- 4 mechanismen van ongelijkheid: distantiation, exploitation, exclusion, hierarchization
o Corresponderende interventies om gelijkheid te stimuleren
- De vormen van ongelijkheid: ladders en cirkels
M. Fourcade & K. Healy
- Classificatiesituaties: classificaties van overheden en privé-instellingen
2